Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vergeten negentiende eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vergeten negentiende eeuw

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de achterliggende weken heeft de lezer kunnen genieten van de artikelen van dr. W. Fieret over ‘de witte bladzijde’. Hij schreef respectievelijk over Da Costa, Kohlbrugge, Van den Oever, Ledeboer en Floor.

In zijn openingsartikel typeert Fieret de negentiende eeuw terecht als een vergeten eeuw. Zowel in de geschiedschrijving als in de kerkgeschiedenis is er over het algemeen relatief weinig aandacht voor de negentiende eeuw en dat is jammer. In dit artikel zal gepoogd worden de verschillende lijnen wat bij elkaar te brengen. De negentiende eeuw ligt als het ware ingeklemd tussen de Franse Revolutie (1789) en de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en daarmee wordt de negentiende eeuw ook wel aangeduid als de ‘lange’ negentiende eeuw. Het is een eeuw die zich vooral gekenmerkt heeft door tegenstellingen. Moderniteit en conservatisme streden om voorrang. Zo is deze eeuw de eeuw van het ontstaan van een industriële samenleving, maar tevens de eeuw van grote aandacht voor mythen, sagen en tradities.

Industrie en schaalvergroting

Dankzij de Industriële Revolutie kwamen er tal van grote processen op gang. Het landschap veranderde ingrijpend omdat er overal spoorlijnen en kanalen werden aangelegd. Bovendien liep het platteland langzaam leeg en groeiden de industriesteden onstuimig. Fabriekspijpen domineerden voortaan de stadsgezichten en werden gezien als symbolen van vooruitgang. Toch had die vooruitgang wel een hoge prijs. Er ontstond een sociale laag van aanvankelijk arme fabrieksarbeiders. Zij leefden in arbeiderswijken die nog het meest doen denken aan sloppenwijken. Bovendien veroorzaakte de industrie milieuverontreiniging op niet eerder vertoonde schaal en grepen besmettelijke ziekten om zich heen in de overbevolkte steden.

Dankzij uitvindingen en nieuwe toepassingen trad er schaalvergroting op. De verbeterde medische zorg resulteerde in een aanzienlijke bevolkingsgroei. Communicatie werd vergemakkelijkt door telegrafie en later door telefonie en radio zodat afstand steeds relatiever werd. De nieuwe transportmogelijkheid van de trein zorgde voor een ware transportrevolutie. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd het mogelijk om binnen één dag alle delen van Nederland te bereiken. De toename van communicatie en transport zorgden er, naast onderwijs en dienstplicht, voor dat Nederland steeds meer een eenheid werd. Langzamerhand begonnen daardoor oude tradities en dialecten te vervagen. De positieve keerzijde was echter wel dat op deze wijze bevindelijk gereformeerde gelovigen uit alle delen van het land geestelijke herkenning ondervonden tussen voorheen van elkaar geïsoleerde groepen. Langzamerhand ontstonden er samenwerkingsverbanden op kerkelijk en politiek terrein.

Steeds meer mensen voelden zich vervreemd van de moderne en jachtige industriële samenleving en vluchtten in nostalgie. Men verlangde naar de rust en de overzichtelijkheid die men aan het verleden toeschreef. Er ontstond, vooral in de rooms-katholieke gebieden, een herleving van de Middeleeuwen. Allerlei (kerk)gebouwen werden in neoromaanse of neogotische stijl gebouwd. In het onderwijs kwam steeds meer de nadruk te liggen op het roemrijke verleden en de voorouders. Oude verhalen, tradities, woorden en gebruiken werden nieuw leven ingeblazen en de eigenheid van de Nederlandse cultuur werd nadrukkelijk onderstreept. Dit kan gezien worden als een reactie op de vervreemding die er was ontstaan door de moderne industriële massa samenleving. Diezelfde vervreemding heeft bijvoorbeeld Bilderdijk, Groen van Prinsterer en Da Costa er mede toe gebracht te publiceren tegen ‘de geest der eeuw’.

Democratisering en emancipatie

De negentiende eeuw is ook het tijdvak van de democratisering van het staatsbestuur. Zo was het overigens niet begonnen. Nadat Napoleon in 1813 (in 1815 definitief) was verslagen, werden overal in Europa de oude vorstenhuizen in ere hersteld. De roep om ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ verstomde tijdelijk en veel van de oude vormen keerden terug. Deze periode noemen we de Restauratie. In ons land werden de prinsen uit het Oranjehuis van stadhouder gepromoveerd tot soeverein vorst. De machtige staatkundige positie die deze vorsten verwierven, zorgden in veel landen voor onderdrukking en onvrijheid. In dat kader moet men bijvoorbeeld ook de bemoeienis van Koning Willem I met de kerk zien. Als soeverein vorst meende hij het Algemeen Reglement (1816) te kunnen invoeren en de Afscheiding van 1834 te kunnen onderdrukken. Tegen die dwang kwamen mensen als Groen van Prinsterer, Da Costa en Ledeboer in het geweer.

De oude elite, bestaande uit adel, hofhouding, legerleiding en vorstenhuis, gaf weinig ruimte aan de opkomende burgerij. Op termijn zou dat voor problemen zorgen. De stedelijke burgerij won aan invloed vanwege de groei van de groep, gestegen opleidingsniveau en financiële middelen. Velen uit de burgerij verlangden meer inspraak en vonden hun politieke thuis bij het liberalisme. Tijdens het Europese Revolutiejaar 1848 koos koning Willem II eieren voor zijn geld en verkoos liever een vorst te zijn met minder macht dan de kans te lopen helemaal geen vorst meer te zijn. Hij nodigde Thorbecke uit om een nieuwe grondwet in liberale zin te schrijven. Volgens eigen zeggen was de koning in één nacht van conservatief liberaal geworden.

Orthodoxe protestanten

Vanaf dat moment zouden steeds meer achtergestelde groepen zich gaan organiseren en hun rechten opeisen. Dit proces van emancipatie begon met de liberale burgerij en al snel volgden orthodoxe protestanten, rooms-katholieken en de arbeidersbeweging (socialisme). In de tweede helft van de negentiende eeuw zou het kiesrecht steeds verder uitgebreid worden, zodat ook armere mannen kiesrecht kregen. Met name de armere bevolkingslagen telden relatief veel bevindelijke gereformeerden en natuurlijk ook arbeiders. De macht van de conservatieven en de liberalen nam steeds verder af en de confessionelen (protestants en rooms-katholiek) en de socialisten wonnen aan invloed. Aanvankelijk was de politieke invloed van het Kamerlid Groen van Prinsterer klein. Hij vertegenwoordigde wel een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking, maar stond in de Kamer veelal alleen omdat het censuskiesrecht voorkwam dat er veel geestverwanten als Kamerlid gekozen werden. Hij was als een veldheer zonder leger. Een belangrijk moment in de emancipatie van de gereformeerden was de oprichting van de Anti-Revolutionaire Partij in 1879. Het zou nog tot 1918 duren voordat de bevindelijke gereformeerden in de Staatkundig Gereformeerde Partij hun eigen partij zouden krijgen.

Ratio en emotie

Een andere belangrijke negentiendeeeuwse tegenstelling was die van het verstand versus het gevoel. De negentiende eeuw werd in belangrijke mate beheerst door de voortgang van de wetenschap. Allerlei nieuwe theorieën, methoden, disciplines en toepassingen werden bedacht. De wetenschapper kreeg een belangrijke rol toegedicht en daarmee verschoof het perspectief steeds meer naar het waarneembare, het stoffelijke. Dit zogenaamde materialisme uitte zich onder andere in een overwaardering van de exacte wetenschap en een onderwaardering voor het geestelijke. Veel negentiende-eeuwers waren erg beïnvloed door verlichte wetenschapsidealen. Velen ontwikkelden daardoor een nogal zakelijk en rationeel wereldbeeld.

De moderne theologie van die tijd was veelal schatplichtig aan het verlichte wetenschappelijke denken. De kritische methode om de Bijbel uit te leggen en de verlichte religieuze tolerantie voerden de boventoon. Al viel die tolerantie jegens orthodoxe gelovigen in de praktijk nogal tegen.

De reactie op dit koude en kille denken is de zogenaamde stroming van de Romantiek. In de kunst en de cultuur gingen gevoelens, het onderbewuste, schoonheid en tradities een steeds grotere rol spelen. Deze meer emotionele kijk op het leven had ook effecten op de wetenschap. De psychoanalyse van Freud benadrukte bijvoorbeeld heel sterk het onbewuste driftleven van de mens. In de godsdienst zien we deze invloeden ook terug in subjectivisme, extreem conservatisme en overdreven sentimentaliteit. Binnen dit geestelijke krachtenveld opereerden onder anderen Kohlbrugge, Van den Oever, Floor en Ledeboer.

Parallellen

Ondanks alle verschillen die er tussen onze tijd en de negentiende eeuw bestaan, kan het niet anders of we hebben ook de overeenkomsten opgemerkt. Ook onze tijd staat bol van de innerlijke tegenstrijdigheden. Bovendien spelen de beschreven historische processen tot op de dag van vandaag een rol in de samenleving en de tijdgeest. In een groot aantal opzichten zijn de overeenkomsten tussen het geestelijke/kerkelijke klimaat van de negentiende eeuw en onze tijd groter dan tussen de eerste helft van de twintigste eeuw en onze tijd. Het is onder andere om die reden dan ook raadzaam om enige kennis van de kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw te hebben. We zijn dr. Fieret dankbaar dat hij in die leemte heeft willen voorzien.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

De vergeten negentiende eeuw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 2023

De Saambinder | 20 Pagina's