Het gekrookte riet [33]
’Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
VIERDE PREDIKATIE
We vroegen u: Kent u de heerschappij van de zonde? Kent u het zondigen uit zwakheid? Welke is het als de zonde heerst, en welke als ze kwelt? Weet u het?
Ik antwoord u: als de zonde in u heerst, dan zult u lachen over uw verdorvenheden, u zult blij zijn als u de zonde kunt doet. U wilt hardnekkig in de zonde voortgaan; u bent een arme slaaf van de duivel, u doet de zonde met vermaak, u bent boos als iemand u wil tegenhouden; u wenst dat u altijd zo blijven mocht, dat iedereen was zoals u. U wenste wel dat er geen enkel vroom mens was, ja vaak wenst u dat er geen predikant noch Bijbel was, dat u geen geweten had en dat er geen God was. U zou uw best doen dat iedereen zou zien dat u zo verschrikkelijk zondig bent.
Ligt u nu onder de heerschappij van de zonde of niet? Als dat waar is, dan willen wij u niet opdringen dat u een rokend lemmet bent.
Een tweede antwoord: hebt u weet van de zonde die kwelt en drukt en uit zwakheid wordt gedaan? Als u dat zo voelt (Gal. 5:6), dan is ze kwellend. ‘Ach Heere, het vlees begeert zo tegen de geest’, en ‘dat ik doe, wil ik niet, ik geef er geen goedkeuring aan, ik haat het, de zonde is het voorwerp van mijn vijandschap. Heere, ik word gevangen gevoerd, ik word weggesleept, ik wilde wel dat ik beter was, maar mijn verdorvenheden groeien, ze zijn zo sterk, ik kan ze niet te boven komen; ik, ellendig mens! Wie zal mij verlos- sen van het lichaam dezes doods? (Rom. 7).
Is het zo? Soms is Amalek de sterkste, soms Israël. Soms lig ik eens onder, dan eens boven. Bent u zo? Dat is een goed teken, de zonde heerst niet in u.
U zult zeggen: ja, maar ik blijf te lang in mijn verdorvenheid liggen. Ik val te vaak in dezelfde zonde.
Ik antwoord u: Jozefs broers, hoe lang bleven zij in de zonde van broedermoord? En wat voor zonden kwamen daar nog bij? Ze hadden hem wel niet vermoord maar verkocht, maar in hun hart lag het toch dat hij vermoord was. Het duurde wel vijftien jaren eer dat hun hart erover gaande werd. Dat die mannen genade in het hart hadden, dat durft immers niemand tegenspre- ken? Toen hun hart gaande werd, toen was het: ‘Nu zoekt God het bloed van onze broeder, wiens benauwdheid wij zagen als hij ons om genade bad’ (Gen. 42).
Neem David. Wat duurde het lang, na die moord op Uria en het overspel met Bathséba, eer het hem op zijn hart kwam. De moord, dat duurde wel zeven of acht maanden, en het overspel kan wel tien of twaalf maanden geduurd hebben totdat God het hem deed zien. Toen zei hij pas: ‘Ik heb gezondigd’ (2 Sam. 12).
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022
De Saambinder | 20 Pagina's
![Het gekrookte riet [33]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2022/08/25/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022
De Saambinder | 20 Pagina's