De zaligsprekingen [45]
Want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. Mattheüs 5:9
Zij zullen Gods kinderen genaamd worden
Wat het is om een kind van God te zijn
Het kindschap bestaat in twee dingen: het is door de aanneming en doordat de genade wordt ingestort. Het kindschap bestaat in de aanneming. Galaten 4:5: ‘…opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden'.
Waarin bestaat de ware aard van de aanneming tot kinderen? In drie dingen:
1. Een mens wordt overgebracht van het ene gezin naar het andere. Wie geadopteerd is, is uit het oude gezin van de duivel en de hel gehaald (Ef. 2:2,3), waar hij heel duidelijk een erf- genaam was. Maar hij is tot het huisgezin van de hemel gaan behoren, een edel huisgezin (Ef. 2:19). In dat huisgezin is God zijn Vader, Christus zijn oudste Broeder; hij is mede-erfgenaam van de gelovigen, en de engelen zijn zijn mededienstknechten.
2. De aanneming tot kinderen bestaat daarin dat iemand geen last meer heeft van alle wetten van het vorige huisgezin en van die wetten ontheven is. Psalm 45:11: ‘Vergeet uw volk en uws vaders huis’. Wie in geestelijk opzicht is aangenomen, heeft nu niets meer met de zonde van doen. Hosea 14:9: ‘Efraïm zal zeggen: wat heb ik meer met de afgoden te doen’ (Eng. vert.) Zeker, een kind van God heeft wel met de zonden van doen als met een vijand met wie hij strijd levert, maar niet als met een heer die hij gehoorzaamt. Hij is bevrijd van de zonde (vgl. Rom. 6:7).
3. De aanneming tot kinderen bestaat daarin dat iemand wettig bekleed zal worden met de rechten en de koninklijke waar- digheid van het gezin waarin hij opgenomen wordt. Dat zijn voornamelijk twee rechten. Het eerste koninklijke voorrecht is een nieuwe naam. Wie door God is aangenomen, neemt een nieuwe naam aan. Eerst was hij een slaaf, nu is hij een zoon. Van een zondaar wordt hij een heilige. Het is een erenaam die beter is dan welke titel van vorst of heerser ook (Openb. 2:17). Het tweede koninklijke voorrecht is dat degene die als kind is aangenomen, deel krijgt aan de erfenis. Als iemand tot erfge- naam wordt aangenomen, houdt dit in dat er een verband is met de erfenis (Kol. 1:12; 1 Petr. 1:4,5).
Hoe worden wij kinderen Gods door het geloof?
Het derde is hoe wij kinderen van God worden. Er is een dubbele grond voor ons kindschap. De bewegende oorzaak is Gods vrije genade. Wij waren opstandelingen en verraders. Wat zou God ertoe bewegen zondaars tot kinderen te maken ánders dan vrije genade? (Ef. 1:5). Vrije genade heeft de beslissende stem gehad. De aanneming tot kinderen is een genadegave die gesponnen werd uit het ingewand van vrije genade.
De werkende of instrumentele oorzaak van ons kindschap is het geloof. De doop maakt ons niet tot kinderen. Zeker, de doop is een uitwendig teken en een livrei, en geeft ons recht op vele uit- wendige voorrechten, maar dat waaraan God ons als Zijn kinderen kent, is het geloof (Gal. 3:26).
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
![De zaligsprekingen [45]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2021/11/18/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
De Saambinder | 24 Pagina's