HuisbezoekIin Egypte
Een predikant bracht eens een bezoek aan iemand die in een hutje op de hei woonde. Daarna sprak hij de bewoner van een kapitale boerderij. Een groot verschil, een armoedig hutje en zo’n welvarende hofstede. Maar veel groter nog waren de verschillen tussen die twee mensen.
Ds. J.D. van der Velden (1859-1947) was predikant van de Gerefor- meerde Kerken in Nederland. Hij was een man van de oude stempel. Zijn eerste gemeente was Buitenpost. Daar deed hij in 1887 intrede. Buitenpost ligt in de zogenoemde Friese Wouden, gelegen tussen Dokkum en Drachten. De Friese Wouden wijken sterk af van het ‘traditi- onele’ beeld van Friesland als terpen- en merengebied. Het is een bosrijke omge- ving met zandgronden en heidevelden. De bewoners van de heide leefden vroeger in bittere armoede.
Het eerste bezoek dat ds. Van der Velden op de heide bracht, was aan een arme weduwe. Ze woonde in ‘Egypte’. Dat was de naam van een buurtschap dicht bij Buitenpost. Het is niet helemaal duidelijk waar die naam vandaan komt. ‘Een typische naam, zo heette het zeker niet vanwege de vruchtbaarheid, want het was er dor’, schreef ds. Van der Velden. Het meest aannemelijk is dat een ambtenaar die naam in het begin van de negentiende eeuw verzonnen heeft. Iedere inwoner van Nederland moest zich toen op bevel van Napoleon laten inschrijven op het gemeentehuis en dan moest je uiteraard ook vertellen waar je woonde. Maar wat als het gebied waar je woonde geen naam heeft? Dat was het geval met dat stuk land daar dicht bij Buitenpost. De ambtenaar wist er wat op, en met zwierige letters schreef hij: Egypte.
Een praktisch college
Toen de predikant bij de hut kwam, werd hij hartelijk welkom geheten. ‘Komt do- minee ook bij mij? Ik ben maar een arme weduwe, ik heb niet eens een goede stoel voor u’. Ds. Van der Velden schreef: ‘Het zag er met recht armoedig uit, en toch niet slordig en vuil. Trouwens, het kan in de wo-ning van onze armere broeders en zusters wel zindelijk zijn. Dat heeft me meermalen getroffen. Vooral als er Godsvreze wordt gevonden. Die zet haar stempel ook op de huiselijke omgeving’.
De predikant kwam er al spoedig achter dat er in die hut een arme weduwe woonde die schatrijk was. ‘Dominee, u moet maar niet rondom u zien naar mijn nederige en arme omgeving. Ik zal u eens wat vertellen. Er zal wel spoedig verandering in komen, want ik heb een goede erfenis te wachten’. Een goede erfenis? ‘Met aandacht luis- terde ik en meende eerst werkelijk dat zij doelde op een of ander rijk familielid, waarvan zij erven zou. Maar weldra be- greep ik haar bedoeling. Ze vervolgde en zei met een blijde glimlach op het gelaat: ‘U moet me goed begrijpen. Gewoonlijk krijgen de mensen een erfenis wanneer een ander sterft; maar ik ontvang de erfe- nis als ik zelf sterven ga’.
En daarna begon dat arme moedertje op eenvoudige wijze te verhalen van haar ze- ker uitzicht op de hemelse erfenis en hoe ze in haar uiterlijke armoede door Gods genade in haar Heiland en Verlosser een Koningsdochter was gemaakt. Zo heb ik daar in die schamele hut als het ware een praktisch college bijgewoond, zoals je het aan de beste universiteit niet krijgen kunt. De tijd was omgevlogen. En met een har- telijke dankzegging aan de Heere besloten we het bezoek op de heide’.
Rijk in aardse goederen
‘Na de zandweg kwam ik op de brede, schaduwrijke straatweg waaraan het eigenlijke dorp was gelegen. Aan die weg lag een kapitale boerderij en ik moest even bij de rijke bewoner zijn. Ja, hij was rijk in aardse goederen, maar voor de hemelse schatten was er, zover je dat bespeuren kon, weinig oog en hart. Ik zat nog maar nauwelijks, of daar kwamen de vele en velerlei klachten van de ontevreden landbouwer. De regen hield veel te lang aan, de aardappelen groeiden slecht, er was weinig hoop op een goede korenoogst, het hooi had hij niet droog binnen kunnen halen, enzovoort enzovoort. Dat was een ontnuchtering na het bezoek aan de hut op de heide. Ik was nog helemaal vervuld van dat bezoek en ik vertelde de man erover, maar het maakte geen enkele indruk op hem. Telkens wanneer ik de richting van het gesprek veranderen wilde, mislukte het. Toen ik weer naar de pastorie liep, werd het woord van de Heilige Schrift mij al duidelijker: Hoe zwaarlijk zullen degenen die goed hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021
De Saambinder | 16 Pagina's
