Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geschapen stad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschapen stad

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voordat we beginnen aan enkele ‘momenten’ uit het boek ”De Heilige Oorlog” van John Bunyan is het goed kort stil te staan bij het ontstaan en het verstaan van dit boek.

Bunyan heeft van 1660 tot 1672 in de gevangenis te Bedford moeten verblijven, omdat hij niet mocht preken en geen belofte kon doen dit na te laten, wetend dat de Heere hem daartoe geroepen had. In die gevangenis was hij echter niet werkeloos. De Heere wilde zijn verstand zo verlichten dat daar ”De Christenreis naar de eeuwigheid” (1678) en ”De Heilige Oorlog” (1682) werden ‘geboren’. Zo mogen we het ontstaan van deze boeken wel noemen! Dat maakt deze werken ook zo bijzonder. Want ze zijn niet ontstaan uit het verduisterd verstand van een verdorven mens, maar uit de praktijk van het geestelijk leven, gewerkt door de Heilige Geest, Die het verduisterd verstand verlicht heeft.

In 1645 had Bunyan in het leger gediend onder koning Karel. Van nabij heeft hij de hevige strijd meegemaakt bij de inname van de stad Leicester. Bunyan heeft in die strijd het beeld gezien van de mens zonder God. Ja, hij heeft zijn eigen beeld erin gezien! Want ook hij was van nature een vijand van God en leefde in oorlog met God. Hij diende de vorst der duisternis, zoals wij allen van nature doen en dacht er niet over die strijd ooit op te geven. Maar door het eenzijdig wonder van vrije genade moest ook Bunyan die strijd opgeven. Als de Heilige Geest zaligmakend intrek neemt in het hart van een verloren zondaar, dan wordt er een smekeling geboren. Dan komt er een andere strijd, namelijk tegen de zonde, de satan en ons eigen verdorven bestaan. Wel,

Verstaan

Dat brengt bij de vraag hoe wij ”De Heilige Oorlog” moeten verstaan. Daarover schrijft Bunyan zelf in zijn Voorwoord. In het kort tekent hij wat we verwachten kunnen. Eerst wordt ons de gelukkige staat van Stad Mensziel (de mens) getekend in haar oorsprong. Dan wordt uitgelegd hoe die gelukkige stad zo diep ongelukkig is geworden door eigen schuld, maar ook zo Gode vijandig gezind werd. Ze is moedwillig in handen van Diabolus (de duivel) gevallen. Daarna wordt verklaard hoe El-Shaddai (God de Vader) gedachten des vredes had en Zijn eigen Zoon Immanuël (God de Zoon) overgaf om die stad te redden. Maar in plaats dat die stad daarover zeer verheugd was, heeft ze zich verzet tot het uiterste en gaf ze zich niet over. Alleen door het wonder van vrije genade is de stad uiteindelijk ingenomen door het werk van de Oppergeheimschrijver (de Heilige Geest).

Zo kon Immanuël intrek nemen in de stad en Zijn heerlijkheid openbaren. Maar ach, de strijd was niet voorbij. In de stad kwam zoveel verval dat Diabolus met zijn diabolisten nog danig tekeer gingen.

Bunyan schrijft: ‘U hebt nu al lang genoeg in het portaal van dit boek gestaan (...). Denk eraan dat het boek in beeldspraak geschreven is. De kans is groot dat u in de uitleg van de verborgenheden dwaalt. U kunt de uitleg van moeilijke gedeelten in een voetnoot vinden. Dat is de sleutel, waarmee de geheimen ontraadseld kunnen worden. De sleutel ligt in het raamkozijn. Wees gegroet! Bedenk de ernst van dit boek! Misschien dat men straks uw doodsklok luiden moet!’

Stad Mensziel

Bunyan tekent eerst de oorsprong van Stad Mensziel. In wel zeven voorrechten laat hij ons de ‘staat der rechtheid’ zien. Tot onze overdenking! Hopelijk tot bekering! Want, geliefde lezer(es), het is goed om te overdenken waar wij vandaan komen. Zo is het immers nu niet meer? Hopelijk ook tot onderwijzing. Want de Heere brengt Zijn kinderen terug naar het paradijs om ze te leren hoe goed en recht ze uit Zijn handen zijn voortgekomen. De ligging van Mensziel valt op: tussen twee werelden, namelijk de tegenwoordige en de toekomende wereld. Ze is dus geschapen voor een eeuwigheid! Daarom heet ze ook Mensziel! Weten wij het ook, lezer(es), dat we reizen naar een eeuwigheid? Dat we een kostbare ziel in ons binnenste omdragen? Ach, met ons verstand zullen we dat wel beamen. Maar aan de vruchten van ons leven is te zien dat we het niet geloven!

De Heere brengt Zijn kinderen terug naar het paradijs om ze te leren hoe goed en recht ze uit Zijn handen zijn voortgekomen.

Als Gods Geest zaligmakend werkt, worden deze twee zaken werkelijkheid: ik heb een ziel en ik reis naar de eeuwigheid. Mocht dat ons leven eens bezetten, voor het eerst en opnieuw! Wat zouden tijdelijke zaken onze belangstelling weinig hebben en wat zouden we ons meer bekommeren over onze arme ziel op reis naar de eeuwigheid.

De Bouwmeester van de stad draagt de Naam El-Shaddaï. Hij is de Almachtige en Algenoegzame. Hij heeft die stad gebouwd om Zijns Zelfs wil en tot Zijn eer. Hij heeft die stad bedoeld om Zich erin te verlustigen! Daarom heeft Hij ook een Goddelijk recht op de stad. En dat recht zal Hij ook laten gelden.

Wat moest het ons, geliefde lezer(es), diep verootmoedigen! Eenmaal zal de Almachtige om Zijn recht komen in ons leven, en... wie kan dan bestaan?

De heerlijkheid van de stad was merkbaar bij iedereen. Het had zo’n grote plaats in het heelal, dat zelfs de engelen zich erover verwonderden en verblijdden, omdat de rust en de vrede die er in de stad heersten uitblonken tot eer van de Bouwmeester. Ja, zo is de mens geschapen als een kroonjuweel van de schepping! Wat een heerlijkheid straalde er toen van Adam en Eva af. Daarom wordt weleens gezegd: we zijn van koninklijke afkomst. En zo is het ook. Maar des te schrijnender dat zulke ‘koningen’ zich nu liggen te wentelen in een vreselijke doodstaat, in een riool van zonden en misdaden.

De muren van de stad waren zo vast en zo sterk dat het de stad ondoordringbaar maakte. Niemand kon zomaar de stad binnendringen, zonder dat er eerst toestemming van de inwoners verkregen werd. O, wat heeft de Schepper die stad toch schoon gemaakt!

Wat een verschil, geliefde lezer(es), met óns leven. We zijn een opengebroken stad geworden, haar muren zijn vervallen en het roofgedierte heeft vrij spel. Dat lag niet aan de muren! Die waren sterk genoeg. Het lag wel aan de inwoners, zoals we de volgende keer hopen te overdenken. In het midden van de stad staat een beroemd en aanzienlijk paleis. Het wordt een kasteel genoemd, omdat daar bijzonder de Bouwmeester wonen wil. Die plaats is voor Hem alleen. Bunyan wijst ons op Prediker 3:11: ‘Hij heeft de eeuw in hun hart gelegd’. Uit het hart zijn de uitgangen des levens. Het was en is de grote Schepper om ons hárt te doen.

Rondom de stad vinden we vijf poorten: De oorpoort, de oogpoort, mondpoort, neuspoort en gevoelspoort. Ook deze poorten stonden onder nauw toezicht van de inwoners. Ze konden niet zomaar opengaan, dan alleen wanneer de inwoners toestemming gaven. Ze stonden onder de regering van de Bouwmeester en beantwoordden geheel aan Zijn doel. Alles in de staat der rechtheid sprak van Gods eer en heerlijkheid!

En dan tenslotte de vele voorrechten van de stad Mensziel. Er was altijd voorraad, dus geen gebrek. Er waren voortreffelijke wetten, waardoor alles in rust en vrede leefde. Er was niet één verrader in de stad, zodat men niemand hoefde te wantrouwen. En alles en iedereen in de stad was verzekerd van de steun en bescherming van de Bouwmeester en Mensziel was Zijn vermaak.

En nog kan Bunyan ons niet tekenen hoe goed Gods Mensziel was in de staat der rechtheid. Gods Woord zegt: ‘zeer goed’. Onze kanttekenaar zegt: ‘Om des te beter uit te drukken de grootheid en treffelijkheid van dit werk, alsook het uitnemende welgevallen Gods, hetwelk Hij gehad heeft in al Zijn werk, en inzonderheid in het schepsel der mensen’.

Wat kreeg Bunyan een helder zicht

toen hij werd door Gods Geest verlicht.

God voert Zijn Mensziel door de strijd

op goede grond naar d’ eeuwigheid.

Wat was Stad Mensziel rijk bedeeld,

met een wijs, recht en heilig beeld!

Zij leefde tot des Heeren eer

en lag in rust en vrede neer.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

De geschapen stad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's