Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote droogte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote droogte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Het woord des HEEREN, dat tot Jeremia geschied is over de zaken der grote droogte’. Letterlijk staat er in Jeremia 14:1 meervoud, ‘droogten’. Men moet het namelijk steeds weer en steeds meer zonder hemelwater stellen. Naar aanleiding daarvan moet Jeremia zijn boodschap brengen. In de tijd vlak voor de wegvoering naar Babel, dus ongeveer 595 voor Christus. Het gaat om Gods laatste roepstemmen, blijkend in Zijn woorden en daden.

Deze droogten worden heel praktisch beschreven. Dit gaat iedereen aan (vers 2-4). In de stad en op het platteland. Iedereen heeft ermee te maken, zowel aanzienlijken als dienstknechten. Wat een troosteloze aanblik! Zelfs de zorgzame hinden verlaten hun jongen. Zelfs steppedieren, die echt wel wat gewend zijn, versmachten (vers 5 en 6). Zo wordt de nood van mens en beest ons profetisch geschilderd. Alles even dor en treurig! Onvoorstelbaar droog, geen drinkwater voor mens noch beest; geen water voor het gewas.

Niet onduidelijk

Wie zou er denken aan Leviticus 26:19? ‘Want Ik zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken en zal uw hemel als ijzer maken, en uw aarde als koper’. De oorzaak is de hoogmoed van de mens. Wie zal stilstaan bij Deuteronomium 11:17? Daar dreigt de Heere dat bij verharding ‘de toorn des HEE- REN tegen ulieden ontsteken en dat Hij de hemel zal toesluiten, dat er geen regen zij...’ De oordeelsvoltrekking is onder het Oude Testament vaak meer uiterlijk en zichtbaar. Onder het Nieuwe Testament meer innerlijk en geestelijk. Maar het kan ook allebei! Vandaar dat we lezen in Jeremia 3:3: ‘Daarom zijn de regendruppels ingehouden ... maar gij hebt een hoerenvoorhoofd, gij weigert schaamrood te worden’. En in 12:4: ‘Hoe lang zal het land treuren en het kruid van het ganse veld verdorren? Vanwege de boosheid dergenen die daarin wonen...’ Is er iets onduidelijk in deze boodschap?

Liever bedrogen

Maar er waren ook toen veel valse profeten, die zeiden dat je het allemaal anders moest lezen en uitleggen. In 14:13 e.v. klaagt Jeremia over zoveel leugenachtige godsdienst en onwaarachtigheid; over het feit dat men de leugen graag gelooft. Namelijk dat het allemaal wel zal meevallen. Een volk onder Gods slaande hand, dat bedrogen wordt en bedrogen wil worden. Dit is de praktijk in een wereld vol oorlogsdreiging en politieke onrust. Want dat kleine landje zit ingeklemd tussen grote mogendheden als Babel en Egypte. Maar in de kerk wenst men met rust gelaten te worden, oppervlakkig en geesteloos de ware vrede niet zoekend. Met een hart dat over de breuk heen leeft en niet bij de oorzaak bepaald wil worden. Men wil rustig in de zondedienst met wat lege godsdienst doorgaan. Deze droogte zal echter de voorbode blijken te zijn van grotere rampen: de vijand komt, zwaard, honger, ellende met allerlei nood en gebrek. De totale verwoesting en wegvoering enkele jaren later.

Voorbede

Na deze eerste zes verzen, waarin alles even dor en dood is, horen we een gebed. Zonder enige overgang klinkt ineens een ontroerend smeekgebed. Jeremia is de tolk van het overblijfsel naar Gods verkiezende genade. In vers 7 - 9 kunt u het lezen:

• hoe hij aanklaagt: ‘Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen...want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd’

• hoe hij aanspreekt: ‘O O HEERE...o Israëls Verwachting, zijn Verlosser in tijd van benauwdheid’

• hoe hij aandringt: ‘Waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land, en als een reiziger...als een versaagd man, als een held die niet kan verlossen?’

• hoe hij aanhoudt: ‘Doe het om Uws Naams wil...Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE, en wij zijn naar Uw Naam genoemd; verlaat ons niet’.

Nimmer afgewezen

Schokkend dat de Heere antwoordt met: ‘Bid niet voor dit volk ten goede’ (10-12). Bedenken wij wel dat dit dus mogelijk is? Het schijnt dat de Heere deze voorbede van Jeremia afwijst. Maar dat is maar ten dele waar. Er is totaal geen recht en reden in het kerkvolk, ook niet in de bidder zelf. Dat zal door diepe crises heen duidelijk (gaan!) worden. Maar de Getrouwe en Waarachtige heeft Zijn Naam geopenbaard, de énige Naam onder de hemel van de Verlosser, Die tot Sion zál komen, van de Held uit Juda’s stam, Die gestreden en geleden heeft in een land, dor en mat, zonder water. Zodat Hij ‘Mij dorst’ moest uitroepen. Persoonlijk hebben wij een ándere, betere Voorbidder nodig dan Jeremia. ‘Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap; waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden’ (Hebr. 7:24, 25). Hij wordt nimmer afgewezen. Hij laat Zijn doorboorde handen zien vanwege de hitte van Gods toorn.

Is - in het verlies van alles - alleen Hij de kracht van ons gebed? In een land, dor en mat, zonder water?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

De grote droogte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's