Hebben we dan niets geleerd?
Structurele toename van antisemitisme in Nederland
Onlangs werd herdacht dat 80 jaar geleden de eerste treintransporten vanuit het Nederlandse Westerbork richting de Duitse vernietigingskampen vertrokken. Opdat wij niet zouden vergeten hoe ook hier werd geholpen Hitlers Holocaust mogelijk te maken.
Vier Rapporten
Voor draagvlak onder de Holocaust was een wijd verbreid antisemitisme noodzakelijk. Het verontrustende is dat dit antisemitisme nu, 80 jaar na die eerste treintransporten, aan kracht wint – ook in Nederland. Dat wordt duidelijk na studie van vier rapporten, die allemaal dezelfde richting op wijzen: met name de laatste decennia is sprake van een trend. Zowel het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) als de Utrecht Data School en de Nederlandse politie registreren antisemitische incidenten, terwijl het Openbaar Ministerie bijhoudt hoeveel daarvan worden opgevolgd en tot veroordeling leiden. De data van deze instanties overlappen elkaar deels, maar vullen elkaar ook aan. Daardoor ontstaat een globaal beeld van ontwikkelingen.
Volgens het CIDI is sprake van antisemitisme als wordt uitgegaan van ‘een op vooroordelen gebaseerd beeld van Joden dat zich kan uiten als haat tegen Joden’. Om die reden wordt antisemitisme ook wel simpelweg ‘Jodenhaat’ genoemd.
Cijfers
Over 2021 kwamen bij het CIDI 183 meldingen binnen van antisemitisme. Dat is een stijging van 36% ten opzichte van 2020; toen was sprake van 135 meldingen. Daarbij moet er wel rekening mee worden gehouden dat de toen geldende coronamaatregelen zorgden voor minder contacten tussen Joden en antisemieten. Maar ook ten opzichte van 2019, toen er een tot dan toe ongekend aantal van 182 incidenten werd gemeld, is een lichte stijging te zien. Vooral wanneer het conflict tussen Israël en Hamas oplaait, valt er volgens het CIDI een toename van antisemitische incidenten op school en via e-mail of berichtenplatforms te zien.
Opvallend is dat in 2021 bij de politie weliswaar meer aangiften werden gedaan van antisemitisme dan in 2020, maar nog altijd minder dan in 2019. In dat laatste jaar werden 768 gevallen gemeld, in 2020 517 terwijl er in 2021 sprake was van 627 aangiften. Dat kan duiden op een daadwerkelijke afname van het aantal incidenten. Het kan ook betekenen dat er minder vaak aangifte werd gedaan wanneer sprake was een incident. In de periode 2014-2018 deed slechts een op de vier slachtoffers aangifte; cijfers over 2021 zijn niet bekend.
Het aantal zaken dat werd doorgeleid naar het Openbaar Ministerie voor vervolging laat een vergelijkbaar beeld zien, zij het minder dramatisch. In 2019 was sprake van 60 gevallen (7,8% van het aantal aangiften), in 2020 van 38 (7,3%), terwijl in 2021 in totaal 58 gevallen voor veroordeling in aanmerking kwamen (9,2 %). In al die jaren volgden steeds in 27 van de gevallen een veroordeling voor mishandeling, vernieling of brandstichting of doodslag. Die aantallen waren hoger dan die in alle voorgaande jaren. Er is dus bij discriminatie sprake van toenemend geweld. Daarbij geldt 2021 in negatieve zin als hoogtepunt, althans als we uitgaan van de lagere aantallen aangiften over zowel 2020 als 2021.
Trends
Wat kenmerkt dit toenemend antisemitisme in Nederland? Het CIDI wijst op vier trends:
Oplopende spanningen in het Israëlisch-Palestijnse conflict worden als ‘rechtvaardiging’ gebruikt om Joden aan te vallen en te intimideren. Niet alleen de staat Israël wordt daarbij als onderdrukkend gezien, maar Joden in het algemeen – ook die in Nederland. Daarbij wordt ook gemakkelijk terug gevallen op het eeuwenoude beeld van de ‘bloeddorstige’ Jood.
Doordat mensen die als Joods herkenbaar over straat gaan – bijvoorbeeld door een keppel te dragen – vaak te maken krijgen met scheldpartijen of intimidatie, is er een trend ontstaan om zich minder herkenbaar te kleden en hun Jood-zijn te verzwijgen tegenover buitenstaanders, zoals op school of op het werk.
Op school krijgen Joodse jongeren steeds vaker te maken met pestgedrag. We zien hier een tweeledig effect optreden. Enerzijds zijn er de verhalen van kinderen die niet langer Joods willen zijn. Anderzijds zijn er ook jongeren die zich meer bewust worden van hun Joodse identiteit en het liefst naar Israël zouden verhuizen.
Het lot van de Joden in de (aanloop naar de) Holocaust wordt steeds vaker gebruikt door mensen die willen protesteren tegen ander vermeend of werkelijk onrecht. Zo werd ook het coronabeleid van de regering regelmatig vergeleken met dat wat Joden eerder is aangedaan. Joden of Joodse instanties die zich daartegen uitspreken waren regelmatig doelwit van antisemitische beledigingen en bedreigingen, met name van de kant van extreemrechts.
Die laatste trend wordt ondersteund door het onderzoek van de Utrecht Data School dit jaar naar online-antisemitisme op blogs, websites en onlineplatforms als Twitter, Facebook, Telegram, YouTube en Reddit.
Inderdaad is er met name op platforms als Telegram, YouTube en Reddit veelvuldig sprake van Jodenhaat. Daarnaast wordt in dit onderzoek ook kritiek op de politieke interventies van personen als George Soros in kringen rond Forum voor Democratie als antisemitisch aangemerkt.
Daarnaast valt over trends in antisemitisme online vooralsnog weinig te zeggen, omdat dit onderzoek pas voor het eerst is uitgevoerd en alleen de cijfers van 2020 zijn meegenomen.
Aanbevelingen
Gezien de trends die het antisemitisme te zien geeft – zowel in moslim- als rechtsextremistische kringen – lijken we in Nederland nog steeds voor een grote uitdaging te staan. Want hoe krijgen we daders zover de weinige Joden die er nog zijn in ons land nu eindelijk eens met rust te laten?
Het CIDI doet daartoe enkele aanbevelingen. Meer Joden zouden melding moeten maken van antisemitische incidenten. Ook zouden sociale media intensiever moeten monitoren op antisemitisme. Daarnaast dient er voldoende politiecapaciteit te zijn om aangiften te verwerken, zodat desnoods tot vervolging kan worden overgegaan.
Bovendien pleit het CIDI ervoor om, meer dan nu het geval is, het onderwijs stil te laten staan bij de Holocaust. Daarbij dient het gruwelijke karakter ervan blijvend onder de aandacht te worden gebracht – ook als daar op bepaalde scholen grote weerstand tegen bestaat.
Ten Slotte
Zelf zou ik er in dat verband voor pleiten om scholen en docenten toe te rusten om beter te leren omgaan met weerstanden. Nu komt het te vaak voor dat scholen geen aandacht meer schenken aan de Holocaust – simpelweg omdat ze ‘geen gedoe’ willen met bepaalde groepen studenten. Ten onrechte. De spontane reactie die ik eens na afloop van een les Burgerschap van een van mijn Haagse mbo-studentes kreeg, is me altijd bijgebleven. Zelf zeer uitgesproken pro-Hamas en vervuld met een diepgewortelde haat tegenover alles wat Joods was, gaf ze aan dat ze tijdens mijn les was gaan inzien dat niet alle Joden slecht waren. Meer zat er helaas niet in, maar ze had niet verwacht dat ze ooit nog eens tot dat inzicht zou komen, zo moest ze zelf bekennen.
Het kan dus wel: er in het onderwijs iets tegen doen – zeker wanneer we er als onderwijsgevenden, maatschappelijke organisaties en overheid gezamenlijk werk van maken. Of het voldoende zal zijn om de trend die we eerder zagen te keren? Laten we het hopen!
Bronnen
Cijfers in Beeld 2021 | Publicatie | Openbaar Ministerie (om.nl)
Discriminatiecijfers in 2021 | Rapport | Rijksoverheid.nl
Monitor Antisemitische Incidenten · CIDI
Online antisemitisme in 2020 (cidi.nl)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2022
De Banier | 32 Pagina's
