Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onrecht?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onrecht?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 2 Sam. 12 staat de zonde van David en zijn bekentenis. Ook zegt Nathan tot David: De Heere heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven. Nochtans dewijl gij door deze zaak de vijanden des Heeren grotelijks hebt doen lasteren, zal ook de zoon die u geboren is, de dood sterven.

Hoewel dit kind als zodanig onschuldig was, moest het om Davids zonde sterven. Hoe moeten we deze handelwijze des Heeren nu verstaan? Is dat wel rechtvaardig?

Gods kinderen ervaren met betrekking tot de zonde twee zaken. Het eerste is dat God genadig is. Hij is gaarne vergevende. Hoe troostvol mag de kerk het de eeuwen door belijden: Ik geloof de vergeving der zonden. Die hartelijke vergeving is er dus uit genade. Die is er om Christus’ wil. Maar nooit zonder berouw. Niet om, maar op het berouw schenkt God de gave van de schuldvergeving.

Maar Gods kind moet ook leren dat God rechtvaardig en heilig is. God had David lief, maar Hij haatte Davids zonde. Gods Woord zegt: Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zou zien, Hab. 1:13. Die liefde van God tot zondaren nu wekt een wederliefde tot God. Maar tot die wederliefde behoort onlosmakelijk een haat jegens het kwade. Die God lief krijgt, leert de zonde haten en vlieden.

Om dat te bereiken heeft God Zijn middelen. Hij leert ons dat de zonde niet zonder gevolgen blijft en Hij gebruikt de roede der kastijding. Een straf zou ik dat niet willen noemen. Integendeel! Is het een straf als God mij leert aan de zonde te sterven? Het is veeleer een genade gave. Het werpt nut af. Het geeft stof om de Heere te erkennen, hier in beginsel en straks volkomen.

Nathan moest David het zwaarste oordeel aanzeggen: Gij zijt de man die de dood verdiend heeft! David mocht onder dat oordeel bukken en heeft oprecht schuld beleden. Toen mocht de profeet de vrede en vergeving prediken: Gij zult de dood niet sterven! Heerlijk, om een berouwvolle zondaar aan je voeten te hebben en hem Gods vergevende liefde te mogen prediken.

Maar Nathan moest ook de weg prediken, waarop David moest leren te sterven aan zichzelf. Het zwaard zou van zijn huis niet wijken. En dat niet om David, ondanks de toezegging van vergeving, alsnog te straffen, maar om David te onderwijzen hoe bitter en kwaad de zonde is en in die weg de begeerte te wekken om eens voorgoed en volkomen van de zonde verlost te mogen worden. Hij moest zo ondervinden dat God niet alleen de zonde wil vergeven, maar in een bepaalde weg ook voor zonde wil bewaren!

Gods kind kan Gods kastijdende hand wel als straf ervaren. En dat komt natuurlijk, omdat hij het regelrechte verband ziet tussen die kastijding en zijn persoonlijke zonde. Dat het zwaard niet meer van Davids huis zou wijken, was toch maar vanwege Davids zonde. En dat het kind moest sterven, was eveneens vanwege Davids zonde!

Let op, ik dacht niet dat je kunt zeggen dat het kind werd gestraft voor Davids zonde. Aan Davids vreselijke zonde had het jongetje geen schuld. Wel was de zonde van zijn vader de oorzaak van zijn dood. Maar dat sterven bracht het kind in een eeuwige gelukzaligheid. Het kind mocht in de hemel komen, hoewel het in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren was.

David heeft in dat zieke kindje ervaren dat de zonde een bittere nasmaak geeft en een doodslucht met zich mee brengt. Maar zowel vader als zoon juichen nu voor Gods troon, omdat de grote Davidszoon in hun plaats wilde lijden en sterven.

Hoewel David had aangekondigd gekregen dat zijn zoontje sterven zou, heeft hij toch dagen lang voor dat kind gesmeekt. Dat vind ik nu echt. Een gevoel van Gods rechtvaardigheid heft immers de behoefte aan genade niet op. Wie weet, de Heere mocht Zich wenden. En dan houdt een David aan, totdat God antwoordt.

Het antwoord was duidelijk, zoals Mozes een duidelijk antwoord kreeg op zijn gebed, om toch alstublieft het land Kanaän binnen te mogen gaan en zoals Paulus duidelijk antwoord kreeg op zijn aanhoudend gebed om van die scherpe doorn verlost te mogen worden. En toen het antwoord duidelijk kwam, hoewel niet naar de mens, maar vleeskruisigend, kwam de overgave en de berusting. En alle dingen moeten dan medewerken ten goede voor allen die door Gods voornemen geroepen zijn.

De zonde van David had Gods vijanden reden gegeven tot laster en hoon. Daarom is de dood van het kind ook een waarschuwende prediking aan hun adres, namelijk dat niemand ongestraft zondigt. Als Gods kind al zo bezocht werd, wat zou die vijanden dan niet te wachten staan, als ze door gingen in hun vijandig bestaan?

Dat is de les die ook wij er uit moeten trekken. Wij hebben allen nodig vergeving ván, maar ook bewaring vóór de zonde. En beide zijn genadegaven. Schenke de Heere daartoe Zijn Heilige Geest aan ons!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Onrecht?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's