Meditatie
Neemt mij op en werpt mij in de zee. (Jona 1:12)
Een meditatie over Jona behoeft geen inleiding. De geschiedenis is bekend. De Heere gebruikte het lot om Jona te ontmaskeren en zijn schuld openbaar te maken. En dan komen de vragen van de zeelui. Wie hij is en waar hij vandaan komt, wat zijn werk is en uit welk volk hij is. En bij al die vragen wordt de schuldbrief langer. En bij elk antwoord wordt zijn schuld verzwaard. Want Jona had beter moeten weten. En tegelijkertijd komt hier ook het omkeer punt. Hier gaat Jona de eerste stappen terug naar de Heere zetten. Maar, als Jona dan zijn schuld heeft beleden, is het dan goed? Doet de Heere de storm dan bedaren? Nee, we lezen dat de zee hoe langer hoe onstuimiger werd. Er moet nog iets gebeuren.
Overtuiging
De zeelui vragen verder. Of beter gezegd: God vraagt verder. Wat hebt gij dit gedaan? Ze hebben van Jona gehoord Wie deze God is. Ze hebben begrepen wat Jona gedaan heeft. En ze hebben ook gezien waar de God van Jona toe in staat is. En ze begrijpen het niet. Jona, als dat waar is, als jouw God werkelijk de Almachtige is. Als jij een dienstknecht van deze God bent. Hoe kan het dan dat je ongehoorzaam bent aan deze God? En die vraag die klinkt door heel de Bijbel heen. Wat doet Abraham in de tent van Hagar? Wat doet David op dat dak van zijn paleis?
En het is een vraag die ook aan ons gesteld kan worden. Want we zijn allemaal rechtzinnige belijders. We belijden dat God de Almachtige is. De rechtvaardige en heilige God. Maar kijk je leven eens na. Als je dat nou echt meent, dat je gelooft in die God. Hoe kan het dan dat je bij Hem wegloopt? Hoe kan het dan dat je Zijn geboden overtreedt? Hoe kan het dan dat je ongehoorzaam bent? Als je in die God gelooft? Durf je dat dan allemaal aan?
Die vraag komt tot onbekeerden. Maar die vraag komt ook tot Gods volk, als ze niet op hun plaats zijn. Hoe komt dat? Waar heeft de Heere dat aan verdiend, dat ze Zijn gemeenschap niet zoeken? Moeten wij allemaal ons hoofd niet buigen als dit wordt gevraagd?
Overbuiging
En wat gebeurt er dan, als Jona schuld heeft beleden? Gaat de wind nu direct liggen? Komen de golven tot bedaring? Nee. De zee wordt hoe langer hoe onstuimiger. En dan komt de vraag: wat zullen wij u doen?
Want al is schuldbelijdenis nodig, het neemt de schuld niet weg. Want: God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. Er moet gezorgd worden voor voldoening.
Jona beseft dat. Jona heeft zelf gepredikt dat de ziel die zondigt, zal sterven. En dat er zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. En als de zeelui vragen: wat zullen wij u doen, dan laat God daarmee de rekening aan Zijn knecht zien. Dit zijn de kosten, Jona, vanwege je ongehoorzaamheid.
Verstaan we deze dingen? Er wordt in veel kerken heel snel gesproken van een genadig God. Maar dit behoort ook tot het Evangelie. Dat een mens te maken krijgt met een rechtvaardig God.
En dat je niet alleen wordt overtuigd van zonde en gerechtigheid en oordeel, maar dat je er ook onder buigt. Dat je dat recht van God gaat toevallen. En dat zien we bij Jona als hij dat vonnis aanvaardt. Hij buigt onder het recht van God. Neemt mij op, en werpt mij in de zee…
Jona spreekt zijn eigen vonnis uit. En dat is er het bewijs van dat zijn schuldbelijdenis oprecht is. Gods kinderen willen niet door een achterdeurtje de hemel binnengesmokkeld worden. Hoe het dan wel moet, weten ze ook niet. Maar de Heere mag er in geen geval schade door lijden. Jona ziet ook geen weg. Hij moet overboord.
En als Jona zelf het water in valt en als hij naar beneden zinkt, dan weet hij niet beter of hij zal sterven.
Want Jona weet niet dat God een vis zou sturen. En toch was er een bepaalde rust in zijn ziel. Zoals die er ook was in het hart van Job, toen hij zei: Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? En dan zal een mens niet omkomen.
Jona heeft wel de rekening gezien. Maar het is het wonder van het Evangelie dat God die heeft doorgegeven aan Zijn eigen Zoon. God heeft Jona voor de poorten van de hel weggeraapt en heeft in plaats van Jona Zijn eigen Zoon laten nederdalen ter helle.
En als je ogen daarvoor opengaan. Dat een Ander jouw rekening wilde betalen. En dat de Heere al je ongerechtigheden op Christus heeft doen aanlopen. Wat krijg je die Borg dan lief.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's