De Tijd van Goede Ontvangst

We zijn een nieuw jaar ingegaan. We weten niet wat dit jaar brengen zal. De maatschappelijke onzekerheid is groot. De problemen in het sociale leven zijn immens. Achter dit alles ligt de grootste nood: de diepe val van de mens en zijn hardnekkige neiging tot het kwaad.

Paulus schetst in Romeinen 3 de toestand van de mens. Hij schrijft dat er bij de mens geen enkel ontzag voor God is. Dat onze voeten snel zijn om bloed te vergieten. En onze tong bedrog voortbrengt. Zijn conclusie is dat heel de wereld voor God verdoemelijk is.

Opmerkelijk, evenwel duidt Paulus de tijd na de uitstorting van de Heilige Geest als ‘de welaangename tijd’. Waarom spreekt Paulus opeens zo positief over zijn tijdsomstandigheden? Waren er destijds niet zoveel zorgen in maatschappij en kerk? O jawel, men leze de brieven aan Korinthe en zal zorgen genoeg tegenkomen. Toch noemt Paulus met alle nadruk zijn tijd de ‘welaangename tijd’. Tot twee keer toe klinkt het in 2 Korinthe 6 vers 2: ‘Zie nú!’. Wat maakt zijn tijd zo aangenaam? Valt het toch mee met de situatie? Is er nog verwachting van gevallen Adamskinderen? Nee, daarover is het Woord duidelijk. En de Geest leert het ons ook helder.

Letterlijk betekent ‘de welaangename tijd’ zoveel als ‘de tijd van de goede ontvangst’. Ofwel: De tijd dat God zondaren hartelijk welkom heet. Het is de welaangename tijd, omdat God nu Zijn welwillendheid openbaart (kantt. 8). Nu is het de tijd die God in Zijn eeuwige raad bepaald heeft dat de hemelpoort openstaat. Hoe heerlijk is onze tijd: Er is een middel om de welverdiende straf te ontgaan. In Christus staat de toegang tot God open voor goddelozen! De Geest laat dit oplichten voor ons gemoed. Het is nu de tijd dat God Zijn gezanten uitzendt met de bede: ‘Laat u met God verzoenen’ (2 Kor. 5:20). Deze bewogen nodigingen vinden hun grond in het volkomen offer van Jezus Christus. God heeft in Hem de wereld met Zichzelf verzoend (2 Kor. 5:19). Daarom is het nú de welaangename tijd. Nu is het God aangenaam dat u tot Hem komt. Ook in 2024.

Mensen kunnen klagen over een donkere tijd. En ja, glashelder tekent ons maatschappelijk, kerkelijk en persoonlijk leven de gevolgen van onze afval en ongehoorzaamheid aan God. Toch zeg ik dat er een tijd komt dat mensen terugblikken. En dan zullen zeggen: ‘Toen was het de welaangename tijd! Toen stond de deur naar Gods Koninkrijk in Christus wagenwijd open. Maar nu is hij gesloten. Nu sta ik buiten. Nu is het pas een donkere tijd’. Dit zullen alle ongehoorzamen en ongelovigen zeggen. Daarom wees nu niet langer ongehoorzaam en ongelovig, maar laat u met God verzoenen, ‘dewijl God niet wil dulden dat de aangeboden genade langzaam en tragelijk van ons aangenomen wordt’ (Calvijn). De gelovigen zullen terugblikkend wel zeggen: ‘Wat was het een donkere tijd! Nu is de nacht ten einde en de dag genaderd waarnaar we verlangend uitzagen!’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen