Een eeuwenoude twist
Het conflict tussen Israël en de Palestijnen in historisch perspectief
Wie heeft het meeste recht op het grondgebied van Israël? Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is al eeuwenoud. Oudtestamentisch zelfs. Voor een goed begrip van dit conflict is een staatsrechtelijk historisch perspectief daarom van groot belang. Wat is een staat? Waarom is er een Israëlische staat en niet een Palestijnse staat? En wie heeft nu precies in Palestina gewoond?
Dit artikel begint met de vraag: wat is een staat? Daarna schets ik een zeer beknopte en daardoor wat ongenuanceerde historische achtergrond van wat er in Palestina is gebeurd. Ik veronderstel daarbij voor het gemak dat de Bijbelse geschiedenis bij de lezers bekend is. Afsluitend volgen vier conclusies.
Wat Maakt Een Staat?
Er zijn vier criteria voor het zijn van een staat. Dit zijn de zogenaamde Montevideo-criteria die zijn opgenomen in artikel 1 van het Verdrag betreffende de Rechten en Plichten van Internationale Staten. 1 Als eerste moet er sprake zijn van een permanente bevolking. Die bevolking moet afzonderlijk te identificeren zijn, dus te onderscheiden van een andere bevolking. Ten tweede moet er sprake zijn van een afgebakend grondgebied. Een derde criterium is dat er van een effectief overheidsgezag sprake moet zijn. Effectief betekent dat het overheidsgezag het territorium reguleert en in staat is om die regulering te handhaven. Ten slotte moet het overheidsgezag door andere overheden worden erkend. Dit laatste criterium is nogal dubieus. Er zijn vandaag de dag verschillende afgebakende gebieden met een permanente bevolking en een effectieve overheid, die toch niet als staat worden erkend. Catalonië is daarvan een goed voorbeeld. Deze Spaanse regio riep in 2017 de onafhankelijkheid uit. De autoriteiten in Madrid zetten de Catalaanse regering echter af en ieder ander land zag dit als een interne aangelegenheid van Spanje. Catalonië werd niet als staat erkend. Voor Israël zijn de Abraham-akkoorden, die in 2020 werden getekend, daarom zo belangrijk. Op basis daarvan gingen Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten internationale betrekkingen aan met Israël. Daarmee erkenden zij Israël als staat, zoals Egypte en Jordanië daarvoor al hadden gedaan.
Historie Van Romeinen Tot Otto-Manen
Tijdens Jezus’ leven op aarde werd Israël door de Romeinen bezet. Er is geen discussie of er toen een “gebied Israël” en een “Joodse bevolking” waren. Ook weten we uit de geschiedenisboeken, onder andere van Flavius Josephus, dat Israël een eigen regering had onder de Romeinen: het Sanhedrin. Dit orgaan had met name rechtssprekende macht, maar was voor handhaving afhankelijk van de Romeinse overheid.
Tussen 132 en 136 n. Chr. vindt de Bar Kochba-opstand plaats. 2 Aanleiding is vermoedelijk een verbod op de besnijdenis 3 en/ of het plan van de Romeinse keizer om het verwoeste Jeruzalem op te bouwen als een Romeinse kolonie met een heidense tempel. 4 Volgens de Romeinse geschiedschrijver Lucius Cassius Dio zijn bij deze opstand bijna 600.000 Joden om het leven gekomen, en verreweg de meeste Judese nederzettingen zijn met de grond gelijk gemaakt. 5 Na de opstand trekken veel Joden uit Judea naar Galilea, omdat Galilea nauwelijks bij het conflict betrokken was. Als gevolg daarvan wordt het gebied waar overwegend Joden aanwezig zijn een stuk kleiner. Kort daarna voegt keizer Traianus Hadrianus enkele gebieden, waaronder Judea en Galilea, samen tot Syrisch Palestina. Jeruzalem wordt alsnog opgebouwd als een militair bolwerk waar Joden niet in de buurt mogen komen vanwege de recente opstand.
In de Byzantijnse periode, enkele eeuwen later, kerstent het Romeinse rijk. Het geheel van Syrisch Palestina komt ook onder Christelijke invloed. Gaza en het gebied rond Cesarea worden centra voor de wetenschappen. De Joden verspreiden zich weer door het gebied, maar blijven grotendeels weg uit Judea. Het duurt niet lang voordat Arabische Christenen de belangrijkste groepering in Palestina worden. 6 Echter, in 602 trekken de Joden en Perzen samen op tegen het Byzantijnse rijk en nemen Jeruzalem in. 7 Een grote vernietiging van wat in de stad Christelijk is volgt. De Perzen constateren dat er alsnog meer Christenen dan Joden zijn en overrekenen de kosten. 8 Daarom geven ze in 617 Jeruzalem terug. 9 De Christenen mogen, onder de Perzische regering, het lokale bestuur vormgeven.
Tegen het einde van de zevende eeuw nemen de moslims het gebied in. Jeruzalem komt onder Islamitisch bewind, terwijl veel Joden daar weer wonen en het een pelgrimsbestemming is geworden voor Europese Christenen. Kenmerkend voor het gebied van Syrisch Palestina is dat verschillende groepen in betrekkelijke rust samenleven, terwijl op andere plaatsen in de wereld veel strijd wordt geleverd tussen deze groepen. Verschillende kalifaten volgen elkaar op en uiteindelijk lopen de spanningen dusdanig op dat het Christendom verschillende kruistochten organiseert.
In 1096 vindt de eerste kruistocht plaats. Jeruzalem wordt succesvol ingenomen. De oorlog gaat echter nog een aantal eeuwen door, waarbij beide zijden afwisselend winnen en verliezen. De Joden hebben het zwaar te verduren. Afhankelijk van welke zijde wint, worden zij gedwongen zich te bekeren tot het Christendom of tot de Islam. Zo niet, dan worden ze verdreven uit de Europese en Arabische gebieden waarover wordt gevochten. Veel Joden komen hierbij om het leven. In 1517 krijgen de Ottomanen de overhand. En dat zal gedurende vier eeuwen het geval zijn.
Het Ottomaanse Tijdperk
De Ottomaanse regering begint georganiseerd. Het Palestijnse gebied wordt opgedeeld in deelstaten. De grootste gemeenschappen krijgen elk een eigen overheidsstatus onder de Ottomaanse overheid.
Op die manier krijgen zowel Moslims, Joden, alsook achtergebleven Christenen, een eigen overheid met eigen bevoegdheden, maar wel onder het Ottomaanse bewind. Dit duurt tot het overlijden van sultan Suleiman de Magnifieke, die gezien wordt als de grootste Ottomaanse heerser. Hij heerste van 1520 tot 1566.
In 1517 zijn nog slechts enkele duizenden Joden in Palestina. Tegelijk zijn er veel Joodse gemeenschappen over de gehele wereld, zowel in Europa als in het Arabische gebied. Onder het bewind van de Ottomanen vinden veel migraties plaats. Met name Joden worden vaak weggestuurd, vaak vanwege economische redenen, om elders bedrijven op te zetten. Op andere momenten worden ze juist weer teruggehaald. Er worden wel pogingen gedaan om een eigen staat te beginnen. Zo krijgt Jozef Nasi in 1563 toestemming van Sultan Selim II om Tiberias en enkele omliggende plaatsen te kopen. 10 Hij mag daar een Joodse stadsstaat beginnen. Hij probeert er een zelfvoorzienend gebied van te maken door een focus op textielhandel. Enkele honderden Joden emigreren naar het gebied. Toch loopt het plan uiteindelijk op niets uit.
Aliyah
De emigratie van Joden naar Israël wordt ook wel als Aliyah aangeduid, wat in het Oude Testament “opgang” beduidt. Voor veel Joden is de emigratie naar Israël religieus van aard. Daar is het heiligdom in Jeruzalem. Waar komen die Joden dan precies vandaan? In de wetenschap zijn twee hoofdverklaringen voor de oorsprong van het huidige Joodse volk. 11 Dit zijn de “Rijnland-hypothese” en de “Kazarische hypothese”. De Rijnland-hypothese stelt, kort gezegd, dat de Israëlitische en Kanaänitische bevolking van Palestina in de zevende eeuw zijn gevlucht voor de Islamitische bezetter. Zij zouden met name naar het Rijnlandgebied in Duitsland zijn gevlucht. In de 15 e eeuw zouden zo’n 50.000 Joden zijn teruggegaan naar Palestina en daar onafgebroken blijven wonen. De Kazarische hypothese stelt dat er juist veel proselieten van Turkse, Iranese en Mongoolse afkomst in Oost-Europa woonden. Bij deze groep zouden zich ook Mesopotamische en Grieks-Romeinse Joden bevinden. Deze zouden na verloop van tijd, met name vanwege Russische onderdrukking, naar Palestina zijn getrokken. Zo werden tussen 1648 en 1657 bijna 20.000 Joden gedood tijdens de Chmelnytsky-opstand in het huidige Oekraïne. 12 Als gevolg vluchtten veel Joden naar Palestina.
In recenter tijden zijn er ook grofweg twee verklaringen naar voren gebracht voor Joden in Israël. De eerste verklaring is dat veel Joden in Europa, en in andere delen van de wereld, op verscheidene momenten werden vervolgd, en daarom naar Israël vluchtten. De andere verklaring is de groei van het Zionisme, dat een eigen Joodse staat wil en verscheidene immigratiegolven naar Israël heeft teweeggebracht. Wat de precieze oorzaak ook is, in Palestina was al duidelijk een definieerbare Joodse gemeenschap present die immigrerende Joden (meestal) met open armen ontving. De Joodse gemeenschap is vanaf de 19 e eeuw enorm toegenomen, grofweg van 70.000 vlak voor de mandaatjaren naar 6,4 miljoen in 2022. 13 Op dit moment maken Joden ongeveer 73% van de bevolking in Israël uit. 14 Ter vergelijking: in Nederland waren op 1 januari 2022 74% etnische Nederlanders. Op dit moment is er dus zeker wel een identificeerbare Joodse bevolking in Israël. De grootste groei van het Joodse volk in Israël is er echter vanaf de oprichting van de staat Israël.
Uit het voorgaande volgt dat er eeuwenlang onafgebroken Joden in Palestina zijn geweest. Er is zelfs veel voor te zeggen dat ze het gebied Israël nooit hebben verlaten. In ieder geval is er wel sprake van cohabitatie door een meerderheid van Arabische Palestijnen en een minderheid van Joden. Dit is in een enorm tempo veranderd door de massale immigratie van Joden in de 19 e en 20 e eeuw.
De Britse Mandaatjaren
Het effectieve overheidsgezag in Palestina is niet onbetwist geweest. Door de eeuwen heen is het overheidsgezag vaak gewijzigd. Het is daarom niet zo dat, toen de Britten Palestina binnenvielen en in 1917 Jeruzalem innamen, er een Palestijnse overheid was. Op dat moment was er ook geen sprake van een afgebakend gebied met een te identificeren bevolking. Allereerst omdat het Ottomaanse rijk groter was dan Palestina. Ten tweede omdat in Palestina op dat moment overwegend Palestijnse Moslims, veel Joden en een minderheid van Palestijnse Christenen leefden, die allemaal onder Ottomaans bewind stonden. En dan komen de Britten.
In eerste instantie worden de Britten met vreugde ontvangen door de bevolking van Palestina. Men is het Ottomaanse bewind beu en ziet de Britten als bevrijders. Dat is van korte duur. Met de Balfour-verklaring van 2 november 1917, eigenlijk een brief die de Britse Minister van Buitenlandse Zaken schrijft aan L.W. Rothschild, spreekt de Britse regering zich positief uit over een “tehuis” voor het Joodse volk in Palestina. De brief geeft in algemene woorden aan dat de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande, niet-Joodse gemeenschappen in Palestina gerespecteerd moeten worden. Gedurende de periode tot 1948 geven de Britten op een halfslachtige wijze uitvoering aan hun belofte. Met name omdat de immigratie van Joden in de ogen van de Arabieren veel te snel gaat, waardoor zij gefrustreerd raken, gaan de Britten de immigratie van Joden actief tegenwerken. In 1939 komt het MacDonald White Paper uit. Volgens dit witboek zou het gebied een binationale staat moeten worden met een Arabische overheid. Joden en Palestijnen accepteren dit beiden niet.
Vanaf 1944 vinden Zionistische afsplitsingen van de Joodse volksleiding het welletjes en organiseren een opstand tegen de Britten. Men wil een eigen overheid en de Britse aanwezigheid draagt daar bepaald niet aan bij. Daarnaast heeft de Tweede Wereldoorlog aangetoond dat Joden op andere plaatsen niet welkom zijn. Men wil een eigen, veilige haven voor het Joodse volk. Hoewel de Verenigde Naties (VN) bij hun oprichting in 1945 zich uitspraken voor een Joodse staat, blijven concrete maatregelen uit. Vanwege de Joodse opstand beginnen ook Arabische groeperingen zich in de strijd te mengen. Het is een penibele situatie die om een oplossing roept. Op 29 november 1947 stemmen de VN ermee in om het gebied op te delen in een Joods en Arabisch deel. De Britten zijn het daar niet mee eens. Zij voeren aan dat deze oplossing onaanvaardbaar is voor de Arabieren.
Bij de terugtrekking van de Britten in 1947 en 1948 ontbrandt er een strijd tussen de Joden en Arabieren. Nadat de Veiligheidsraad in april 1948 beide partijen oproept tot het stoppen van de oorlog, blijkt dat de Joden het conflict te hebben gewonnen. Het Britse mandaat eindigt op 15 mei 1948. De Joodse gemeenschap roept, onder leiding van David Ben-Gurion, op 14 mei de onafhankelijkheid van de Israëlische staat uit. Om middernacht wordt de macht stilzwijgend overgedragen. Voor de Joden is dit een feest, voor Arabieren de “Nakba”, de ramp.
De Bezette Of Betwiste Gebieden
Direct na de inwerkingtreding van de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring betrekken de Joden het gebied dat volgens de VN aan hen was toegewezen. Er breekt weer oorlog uit met verschillende Arabische groeperingen die geen Joden in Palestina dulden en al helemaal geen Joodse staat. Als gevolg slaan zo’n 700.000 Arabieren op de vlucht. (Overigens worden minstens zoveel Joden uit Arabische landen in het Midden-Oosten verjaagd). In 1949 worden de zgn. Armistice-akkoorden getekend door Israël, Egypte, Jordanië, Syrië en Libanon. Hierin wordt de zogenaamde ‘Groene Lijn’ overeengekomen. Dit zijn de tijdelijke wapenstilstandsgrenzen met de Westelijke Jordaanoever (bezet en geannexeerd door Jordanië) en de Gazastrook (bezet door Egypte). Na herhaalde schermutselingen en oorlogen waarbij Israël militair en economisch flink schade lijdt, zoals tijdens de Suezcrisis in 1956, valt Israël op 5 juni 1967 Egypte aan. De maat is vol en Israël laat zien dat het niet met zich laat sollen. Dankzij een aantal strategische zetten, verkrijgt Israël de overmacht in de lucht en ook de Gazastrook wordt binnengevallen. Jordanië en Syrië schieten Egypte te hulp, maar lijden grote verliezen. Op 8 juni 1967 accorderen Egypte en Jordanië een staakthet-vuren. Syrië volgt op 9 juni 1967. Op 11 juni 1967 wordt het staakt-het-vuren door alle betrokken partijen getekend. In deze oorlog heeft Israël de Golanhoogten, de Westelijke Jordaanoever, het Sinaï-schiereiland en de Gazastrook ingenomen. Volgens sommigen is er sprake van een herovering, terwijl anderen spreken van een illegale bezetting. In ieder geval is het een feit dat Israël die gebieden na verovering bezet, of dat nu legaal is of niet. Ongeveer 300.000 Arabieren en 100.000 Syriërs moeten vluchten of worden naderhand uitgezet. Tijdens de Yom-Kippoer oorlog in oktober 1973 deden Egypte en Syrië een poging om hun verloren gebieden op Israël te heroveren, wat na aanvankelijk succes op een enorme mislukking uitdraaide. Na een vredesakkoord met Egypte in 1979 geeft Israël het Sinaï-schiereiland in 1982 weer terug aan Egypte.
Het Conflict In Perspectief
Met deze historische achtergrond kunt u het huidige conflict wellicht iets beter begrijpen. Geen reden is goed genoeg voor de gruwelijkheden van Hamas die sinds 7 oktober 2023 plaatsvinden. Lezers van Zicht zullen ongetwijfeld achter Israël staan. De SGP steunt de staat Israël ook in zijn strijd tegen de terreur van Hamas. Het Israëlische perspectief is in SGP-kring overwegend bekend. Het is goed als we het conflict ook vanuit Palestijns perspectief proberen te begrijpen. De volgende vier punten beogen deze kant van het slepende conflict te belichten.
Als eerste is de Israëlische staat door externe factoren opgelegd aan de Palestijnen, terwijl er destijds een duidelijke minderheid aan Joden in Palestina was. Het MacDonald White Paper voorzag zelfs in een Arabische overheid in het gebied. Dat is nooit gerealiseerd. Voor veel Palestijnen voelt het alsof de Israëlische overheid bewust de vorming van een Palestijnse overheid tegenhoudt. Zij zien de bezetting van de Golanhoogten, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook als illegaal. En radicalere Palestijnen vinden dat de Israëlische staat moet verdwijnen. Het zou helemaal hun land moeten zijn, omdat hun familie er eeuwenlang woonde.
Ten tweede geeft de snelle immigratie van Joden wrijving. Een treurig feit is dat Palestijnse gezinnen soms zonder pardon op straat worden gezet. Ze worden onteigend van hun bezittingen omdat een Joods immigrantengezin daar moet wonen. Met name Zionisten menen recht te hebben op die bezittingen. Israël is immers het beloofde land, dus moeten niet-Joden maar ruimte maken. Dit is wat ongenuanceerd uitgedrukt. Toch zorgen met name de sterk Zionistische bewegingen voor enorm veel frustratie en onvrede onder de Palestijnen. Palestijnen worden onteigend van huizen die soms al generaties lang in hun bezit zijn. Dan komt er ‘zo’n Europese Jood’, wiens voorouders al sinds de 7 e eeuw na Christus niet in Israël zijn geweest, en die komt dat huis dan even opeisen. Desnoods met hulp van de (plaatselij-ke) overheid, waarmee de Israëlische overheid een voorkeursbehandeling geeft aan Joden. Dit ondermijnt het draagvlak voor de Israëlische staat. Niet voor niets heeft Amnesty International in 2022 een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat Palestijnen als tweederangsburgers worden behandeld door de Israëlische overheid. 15 Overigens onderschrijven Europa en de Verenigde Staten niet dat Israël een apartheidsbeleid voert.
Ten derde zijn er ook sterk Zionistische stromingen in Israël die niets liever zien dan dat alle niet-Joden uit het land vertrekken. Desnoods met behulp van het leger. Dit resulteert vaak in schermutselingen. Denk aan het respectloos behandelen van heiligdommen van Moslims en Christenen, het bespugen van andersdenkenden, enzovoorts. Dit zorgt voor veel onderlinge frictie. Kijk alleen al naar de agressie van rechtsextremisten tegenover de eigen bevolking. Israëli’s die protesteerden tegen de juridische hervormingen, kregen in de West Bank te maken met flinke tegenstand van rechtsextremisten, waardoor het leger moest ingrijpen. Als gevolg daarvan waren soldaten naar de West Bank verplaatst, wat ten koste ging van de beveiliging in het zuidwesten, rondom de Gazastrook. Naast het feit dat het een belangrijke feestdag was, is dit een factor die zeker heeft meegespeeld bij de Israëlische reactie op de Hamas-aanvallen van 7 oktober 2023.
Als vierde worden Palestijnen in Gaza en op de Westoever beperkt in wat zij wel en niet mogen doen, met name als het gaat om reizen. Familiebezoek buiten het gebied kan niet zomaar, als het überhaupt al kan. Iedere Palestijn die de grens met Israël overgaat, kan potentieel een strijder van Hamas of Islamitische Jihad zijn. Daarom heeft de Israëlische overheid liever niet dat Palestijnen van het ene gebied naar het andere gaan. Ook deze beperkingen zorgen voor frustraties en onvrede. Tegelijk komen Joden juist naar de Westoever om daar nederzettingen te vestigen. Volgens Palestijnen zijn zij illegale kolonisten die Palestijns grondgebied inpikken. In de Gazastrook, die Israël in 2005 heeft verlaten, voert Hamas sinds 2007 een waar schrikbewind, waar via propaganda veel haat wordt gezaaid richting Joden. Human Rights Watch bracht in 2022 een rapport uit waaruit blijkt dat Hamas systematisch Palestijnen, journalisten en critici martelt. 16
Slotsom
Al met al is de situatie in Israël enorm complex. De Israëlische regering is in algemene zin eerlijk en redelijk. Iedereen heeft gelijke rechten en gelijke toegang tot faciliteiten. Maar in bijzondere zin krijgen Joden vaak wel een voorkeursbehandeling. Daar tegenover staat dat Hamas ondubbelzinnig duidelijk maakt dat, als de rollen omgedraaid zouden zijn, Joden op geen genade van hen kunnen rekenen.
Laten we niet uit het oog verliezen dat er veel Joden en Palestijnen zijn die het liefst vreedzaam willen samenleven en graag een einde aan het conflict zouden zien. Helaas zijn de extremere groeperingen zo luidruchtig dat ze een redelijke oplossing in de weg staan. Zo wil Hamas het land Israël (en het Jodendom) compleet van de kaart vegen. Aan de andere kant willen Zionistische extremisten de Palestijnen à la Jozua het land uit werken. Dat is onverenigbaar met elkaar. Een oplossing vergt nuance en begrip voor zowel het Jood-se als het Palestijnse perspectief. Tegelijk valt het terrorisme van Palestijnse groeperingen niet goed te keuren. De reactie daarop van Israël, die helaas met veel burgerslachtoffers onder de Palestijnen gepaard gaat, vermindert en bemoeilijkt het onderling begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Vanuit Bijbels perspectief zijn het tekenen van de tijden die we ter harte moeten nemen. Er is gebed nodig voor vrede in Jeruzalem en voor alle onschuldige burgers die hierdoor zo hard worden geraakt.
Bronnen
• Abramski, S. (1963). Ancient towns in Israel. Youth and Hechalutz Dept. of the World Zionist Organization.
• Amnesty International (2022). Israel’s Apartheid against Palestinians Cruel System of Domination and Crime against Humanity. [Rapport].
• Balfour, Alan (2012). Solomon’s Temple: Myth, Conflict, and Faith. John Wiley & Sons.
• Dio, L. C. (1925). Dio’s Roman History (books 61–70). Cary, E. London (Vert.) Loeb Classical Library.
• Drijvers, J. W. (2002). “Heraclius and the Restitutio Crucis: Notes on Symbolism and Ideology, pp. 175-190”. In Reinink, G. J. & Stolte, Bernard H. (eds.). The Reign of Heraclius (610–641): Crisis and Confrontation. Peeters Publishers.
• Elhaik, E. (2013). The missing link of Jewish European ancestry: contrasting the Rhineland and the Khazarian hypotheses. Genome biology and evolution, 5(1), 61-74.
• Eshel, H. (2008), “The Bar Kochba Revolt, pp. 132–135”. In Katz, S. T. (ed.). The Cambridge History of Judaism: Volume 4, The Late Roman-Rabbinic Period. Cambridge University Press.
• Foss, C. (2003). The Persians in the Roman Near East (602–630 AD). Journal of the Royal Asiatic Society of Great Britain & Ireland, 13(2), pp. 149–170.
• Human Rights Watch (2022). Joint Submission by Human Rights Watch and Lawyers for Justice to the Committee Against Torture on Palestine. [Rapport].
• Magness, J. (2012). The Archaeology of the Holy Land: From the Destruction of Solomon’s Temple to the Muslim Conquest. Cambridge University Press.
• Masalha, N. (2018). Palestine: A Four Thousand Year History. Bloomsbury Academic.
• Nollkaemper, A. (2011). Kern van het Internationaal Publiekrecht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
• Meyers, E. M & Chancey, M. A. (2012). Alexander to Constantine: Archaeology of the Land of the Bible. Vol. III. Yale University Press.
• Schäfer, P. (2003). The History of the Jews in the Greco-Roman World. Psychology Press.
• Teller, A. (2020). Rescue the surviving souls: the great Jewish refugee crisis of the seventeenth century. Princeton University Press.
• Thomson, R. W., Howard-Johnston, J & Greenwood, T. (1999). The Armenian History Attributed to Sebeos. Liverpool University Press.
Noten
1 Nollkaemper, A. (2011), pp. 65-104.
2 Eshel, H.(2008), pp. 132-135.
3 Schäfer, P. (2003), p. 150.
4 Meyers & Chancey (2012), p. 167.
5 Dio, L. C. (1925), pp. 449-451. Dio's Roman History 1925, pp. 449–451.
6 Masalha, N. (2018), p. 136.
7 Magness, J. (2012), p. 322; Thomson, R. W., Howard-Johnston, J & Greenwood, T. (1999), p. 207; Drijvers (2002), p. 176.
8 Balfour, A. (2012), pp. 112–113.
9 Foss, C. (2003), p. 153.
10 Abramski, S. (1963), p. 238.
11 Elhaik, E. (2013), pp. 61-74.
12 Teller, A. (2020), p. 307.
13 https://www.cidi.nl/aantal-joden-wereldwijd-geschat-op-152-miljoen/
14 7,2 miljoen Joden op 9,8 inwoners in Israël.
15 Amnesty International (2022).
16 Human Rights Watch (2022).
17 Abramski, S. (1963), p. 238.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2023
Zicht | 100 Pagina's
