Groeten uit Den Haag
Chris Stoffer Tweede Kamerlid voor de SGP
„Soms bekruipt me de gedachte dat het wellicht goed zou zijn het mondkapje in de vergaderzaal ook nog een tijd op te houden”
Het went nog niet echt. Sinds enkele weken moeten we een mondkapje dragen. Maar waar precies wel en waar niet?
Het begint als ik ’s morgens in Nunspeet in de trein stap. Eenmaal op station Amersfoort doe ik hem maar even af zolang het niet te druk is. Waarna hij weer opgaat totdat ik het station in Den Haag uitloop.
Onze premier heeft gezegd dat hij dringend adviseert een mondkapje te dragen in alle publieke ruimten „waar je de hemel niet kunt zien”. Nu heb ik wat dat betreft op station Den Haag wel een dilemma, want daar ligt een glazen dak op... In de geest van de gedachten van onze premier doe ik mijn mondkampje echter toch maar niet af voordat ik het station verlaat.
Nu begon ik daar onlangs overigens ook al over te twijfelen. Ik keek in een van de Haagse straten richting het parlementsgebouw nog eens goed en zag daar daadwerkelijk mijn gewaardeerde D66-collega Rutger Schonis uit Zeeland lopen. Mét een mondkapje op. Aangezien hij jurist is en ik ingenieur ben, dacht ik echt heel even dat ik in overtreding was.
Toen ik hem had ingehaald, sprak ik hem aan: „Ik weet dat D66 een partij is die het oog niet van nature naar boven richt, maar hier is de hemel toch echt te zien”. Rutger keek me aan, gaf me gelijk en zonder mondkapjes wandelden we verder naar de Tweede Kamer. Als we het parlementsgebouw binnenlopen, moet het mondkapje weer op. Nu is dat nog wel te doen, want als we op onze werkplek zitten, mag het alweer af, maar onderweg naar iedere andere bijeenkomst in welke zaal dan ook, moet het ding wéér op. Het enige wat ik er aardig aan vind, is te zien wat voor creaties allerlei collega’s weten te maken of te kopen als bedekking van hun aangezicht. Heel soms bekruipt me het gevoel dat het wellicht goed zou zijn om in de vergaderzaal het mondkapje ook een tijdje op te houden. Even pas op de plaats te maken, in plaats van meteen te roepen om allerhande extra maatregelen, bedragen, en regelingen. Wat zou het weldadig zijn wanneer we allemaal, net als in Job 21, de hand op de mond zouden leggen om op te merken waar de oorzaak van deze coronacrises ligt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 2020
Terdege | 106 Pagina's
