Eilandlicht
9
Toen er de volgende ochtend op de deur werd geklopt, schoof Isabelle dieper onder de dekens. Ze wilde niet opstaan, het daglicht niet zien, niet ademen. Ze had uren geleden al moeten opstaan, maar ze had zich niet bewogen, zelfs niet toen haar vader haar kamer in was gelopen en haar gesmeekt had om uit bed te komen. Daarna was hij nog een keer in haar kamer terug geweest om te zeggen dat hij zo naar Thunder Bay Island zou gaan en Henry mee zou nemen. Ze huiverde. Henry ging weg. Ze zou hem nooit meer zien.
Ze was nog niet blind, maar toch had de duisternis zich al over haar uitgestrekt. Opnieuw werd er geklopt, dit keer luider en aanhoudender. Ze ging rechtop zitten, waardoor haar haren over haar gezicht vielen, en luisterde.
Er kwam zo zelden bezoek dat ze het niet kon negeren wanneer er op de deur werd geklopt, ongeacht hoe zwart haar wereld was. Na enkele momenten hoorde ze haar vader buiten met iemand praten. Ze kon niet horen wat er werd gezegd, maar toen haar vader korte tijd later weer binnenkwam en met Henry sprak, kon ze die woorden wel verstaan. Henry's familie had hun brief ontvangen en twee mannen uit Detroit naar Presque Isle gestuurd. Die waren gekomen met een stoomschip, dat nu in Thunder Bay Island lag, en hierheen geroeid om Henry op te halen.
‘Nou, dat scheelt mij een vaartocht,' zei haar vader in de hal.
‘Kan ik op zijn minst afscheid van Isabelle nemen?' vroeg Henry hem.
‘Je hebt haar al genoeg pijn gedaan. Maak het niet nog moeilijker voor haar.'
Ze kon bijna Henry instemmend zien knikken. Kon ze hem er maar van verzekeren dat hij haar geen pijn had gedaan, dat hun tijd samen een prachtige glans aan haar leven had gegeven en dat ze hem nooit zou vergeten.
Ze wilde hem heel graag nog één keer zien, haar armen om hem heen slaan en hem vertellen dat ze van hem hield en dat altijd zou blijven doen. Maar ze wist dat ze zich alleen maar huilend aan hem zou vastklampen, als ze hem zag, en het afscheid voor hen allebei zwaarder zou maken. Het was het beste om haar afscheid van de vorige dag hun definitieve afscheid te laten zijn.
‘Wilt u dan dit kruis aan haar geven?’ zei Henry. ‘Zeg tegen haar dat ze de hoop nooit mag opgeven.’
Gaf hij haar het houten kruis dat hij had gemaakt? Ze sloeg haar armen om zich heen en vocht tegen haar tranen. Hij had onlangs een ander kruis gemaakt voor het graf van Charlie en het eerste kruis zelf gehouden. Hij had het heel vaak aangeraakt, bijna altijd op eerbiedige wijze. Ze had niet verwacht dat hij er afstand van zou willen doen.
Toen de deur was dichtgevallen en het stil werd in huis, ontsnapte er een snik uit de donkere kerker van haar ziel. ‘Henry,’ fluisterde ze.
Wanhopig stond ze op, gooide de deur van haar kamer open en rende door het huis. Ze moest een laatste glimp van hem opvangen, een allerlaatste om in haar geheugen te prenten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 2024
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's
