Dagboek Kenia
World Servants is een interkerkeiijke organisatie die met inzet van honderden vrijwilligers bouwprojecten uitvoert in landen waar de nood groot is. In twee of drie weken tijd bouwen groepen jongeren en volwassenen met de plaatselijke bevolking scholen, kerken, huizen en klinieken. Het doel van World Servants is tweeledig. Enerzijds gaat het om het bieden van structurele hulp aan mensen in nood, anderzijds worden deelnemers heel direct betrokken bij ontwikkelingshulp. De slogan van World Servants is dan ook: ‘bouwen aan jezelf door te bouwen voor een ander’. Deze zomer - van 12 juli tot 1 augustus - ging Jantine van Heemst uit Nieuwe Tonge mee naar een project in Kenia. Voor het Eilanden Nieuws hield zij een dagboek bij. Vandaag het laatste uit “Dagboek Kenia”.
Dag 15 (vrijdag)
Wat gaat de tijd snel! Er is alweer bijna een werkweek voorbij. De dagen vliegen voorbij. De vierentwintig uur lijken een paar minuten. Nog maar niet denken aan de terugreis... De spreuk van de dag was ‘Ze kennen elkaar niet eens..” Zoals elke dag werd het thema voor de GMG’tjes ingeluid door het ophangen van een spreuk in de eetzaal. Vandaag gaat het over het verschil tussen Nederlanders en Kenianen. De insteek is: “Rare jongens, die Kenianen” en natuurlijk ook andersom, ”Rare jongens die Nederlanders”. We bespreken de eigen-aardigheden van beide groepen en komen tot verrassende conclusies. Wij zijn op z’n minst net zo raar als die Kenianen! Als je probeert door hun ogen te kijken zijn wij wel erg...Nederlands. Wat daar goed op aansloot was het gesprek wat Tabitha en ik tijdens de lunch hadden met Arie (staflid) en Jasper (opzichter op de bouw). Dit gesprek was door Arie geregeld omdat Tabitha en ik ons stoorden aan de manier waarop je als vrouw behandeld wordt door onder andere de bouwlieden. Het commanderen en er maar vanuit gaan dat we alles doen wat ze zeggen, stoorde ons onnoemlijk. Door het gesprek heb ik meer begrip gekregen voor hun visie. Bij de Maasai is de man belangrijker omdat de vrouw in economisch opzicht van hem afhankelijk is. Zij heeft geen bezittingen en geen enkel recht. Hoewel zij het meeste werk verzet; ze bouwt het huis, haalt water en brandhout, verzorgt het vee, voedt de kinderen op, gaat naar de markt om eventueel groente te verkopen etc. Dit zit al eeuwen in hun cultuur en is moeilijk te veranderen. De vrouw zal dus door deze positie en afhankelijkheid zichzelf ook op die manier zien. Daarnaast is het zo dat kinderen, vooral jongens, opgevoed worden door ‘de gemeenschap’ en vaak zelfs de naam van hun eigen moeder niet kennen, zo kunnen ze dus ook niet beïnvloed worden door haar. Meisjes worden op zeer jonge leeftijd uitgehuwelijkt en gaan dan bij hun aanstaande schoonfamilie wonen. We zijn niet echt jaloers op de Maasai-meisjes. We vroegen ons af of het bij christenen ook zo was. “Is het niet zo dat er wederzijds respect moet zijn?” Jasper beaamde dit wel. Hij is ook getrouwd en vindt dat als je christen bent, je je vrouw niet op die manier mag zien. Maar hij herhaalde dat de cultuur die er heerst moeilijk te veranderen is.
Dag 16 (zaterdag)
Weekend! Uitslapen dus... niet. Als je elke ochtend gewekt wordt om zes uur met: ‘Een nieuwe dag is aangebroken, het is zes uur, over een paar minuten gaat het licht aan..’ dan wordt je op een uitslaapdag ook wakker om zes uur. Om half negen was er ontbijt. Heerlijk zo’n rustig dagje, maar wel vreemd. Opeens is strekt de dag zich voor je uit, leeg en lang. Om 10:00 uur arriveerden de kapsters uit Kajiado! Er was namelijk afgesproken dat zij bij een aantal vlechtjes zouden maken, ‘s Middags ben ik nog even naar Nasha, Julia en Namayien geweest. We hadden zoveel lol woensdagavond met elkaar gehad en ze wilden nog even doorpraten. Toen ik op het terrein van de school kwam hoorde ik dat de meisjes moesten studeren voor hun examens, maar een aantal meisjes uit lagere groepen wilden Julia wel roepen. Julia, Nasha en Namayien waren hun slaapzaal aan het schoonmaken en kleding aan het wassen. Het was erg leuk om hen weer te zien. We hebben wat zitten kletsen en adressen uitgewisseld. Ik zou hen waarschijnlijk niet meer zien omdat we volgende week dinsdag al naar Amboseli zouden gaan.
Dag 17 (zondag)
Vanmorgen om half zeven gewekt. Rustig ontbeten en ge-gmgd over de missie van World Servants. En toen wachten. Wachten op de bus die ons naar Nairobi zou brengen, naar een kerkdienst. Voor het eerst regende het een beetje en het was best koud. De bus was uiteindelijk drie kwartier te laat. Voor vertrek hebben we met elkaar gebeden. Vol goede moed vertrokken we naar Nairobi. De moed zakte ons al snel in de schoenen, want bij elke heuvel begon de bus wat meer te hijgen en te puffen, totdat hij helemaal stilviel. We moesten allemaal uitstappen, want de chauffeur zou naar het dichtstbijzijnde dorp liften om een onderdeel te komen voor de motor. Na een hele tijd wachten, kwam de chauffeur terug, met de onderdelen. Helaas ging de rit verder ook met horten en stoten. Bij iedere helling hielden we onze adem in. De kap was van de motor gehaald, die binnen in de bus zat en aan het eind van de reis zat er één te sturen en de ander pompte benzine in de motor. Gezond en heel arriveerden we in Nairobi. Veel te laat voor de dienst. Om vier uur Afrikaanse tijd (kwart over vier dus) vertrokken we weer naar Kajiado. De terugreis verliep wat vlotter dan de heenreis.
Dag 18 (maandag)
Laatste bouwdag alweer. De bouwactiviteiten worden afgerond, gereedschap schoongemaakt en de grond voor zover mogelijk geëgaliseerd. Er is een bord ontworpen als herinnering aan World Servants. Het logo staat erop en het jaar dat het gebouw is neergezet, 2002 dus. Het ziet er mooi uit. Het dak zit erop, de ramen zitten erin, de muren zijn gestuukt. Ons werk is bijna af. Binnen wordt het plafond afgetimmerd, de vloeren geveegd en puin geruimd. Het is heel raar om te zien datje met 38 mensen in ongeveer drie weken twee huizen kunt bouwen. Als ik denk aan het moment dat we voor het eerst op de bouwplaats stonden en we met elkaar baden om alles wat we nodig zouden hebben om te kunnen werken, dan denk ik dat we rijk gezegend zijn. Er zijn geen ongelukken gebeurd, iedereen is gezond gebleven, de sfeer in de groep is geweldig en er staat nu een gebouw, waardoor er weer gewerkt is aan de infrastructuur, aan het helpen van meisjes die gered worden van een te vroeg huwelijk en op deze manier op een christelijke school kunnen bouwen aan de toekomst, in allerlei opzichten.
Ruth komt ook kijken. Ze zegt dat ze verdrietig is omdat we bijna vertrekken. Ze zal ons missen als we weg zijn en alles weer bij het oude is. Dat geldt ook voor mij...
Dag 19 (dinsdag)
De dag van de overdracht en ons vertrek naar Amboseli National Pare. Na het schoonmaken en vullen van de drinkflessen vertrekken we naar de school bij de bouwplaats om ‘kinderwerk’ te doen. Met een hele groep gaan we met de kinderen zingen, hen schminken en hoeden maken. Ze vinden het prachtig, er moeten zoveel mogelijk ballonnen en linten op. De kinderen zijn uitbundig, vooral als ze allemaal een bellenblaas krijgen! Van groot tot klein, ze zijn er heel zuinig op. Met de kinderen lopen we naar de bouwplaats. Er staan bankjes waar we kunnen plaatsnemen. De kinderen komen tussen ons in zitten. Twee meisjes zitten naast me, tijdens de toespraken, die ze al snel zat zijn en ik geef ze geen ongelijk, blazen ze bellen in de nek van andere kinderen. Schrijven hun ballonnen vol, maken tekeningen op mijn handen en vinden mijn inmiddels toch wel bruine huid - dacht ik - nog steeds een beetje raar. Zacht praten ze over school en de aankomende vakantie. ... die links van me zit gaat wel naar huis, naar haar ouders en broers en zusjes... Zij die rechts zit, kan niet naar huis. Een beetje verdrietig zegt ze dat ze haar ouders wel mist, maar dat het niet goed is om naar huis te gaan. Ik praat er maar niet verder over. Na de toespraken van alle belangrijken, zag ik Ruth. Ze had een cadeau voor me meegebracht. Op de markt had ze een doek gekocht en deze door de helft geknipt. De ene helft zou zij houden en de andere helft kreeg ik mee. Ik vond het erg lief van haar en kon de symboliek van dit gebaar zeker waarderen. Het idee dat je iemand met wie je drie weken lang bijna elke dag gesproken hebt, hoogstwaarschijnlijk nooit meer zal zien, is eigenlijk te definitief. Ik wil wel teruggaan, maar wanneer... Ze beloofde dat als ik terugkwam, ze me op zou halen van het vliegveld in Nairobi. We lunchten voor de laatste keer in het schoolgebouwtje. De vooraanstaanden zaten aan tafel en wij op bankjes. Het eten was erg lekker. Na de lunch stonden de busjes klaar om naar Amboseli te gaan. Vlak voor vertrek bleek één van de busjes kapot te zijn en moest die nog even gerepareerd worden, maar dat was geen probleem. We werden uitgezwaaid door de kinderen, de gasten en de bouwlieden. Richting Aboseli ruilden we het asfalt al snel in voor zandweggetjes. We hobbelden in een razend tempo langs kleine winkeltjes van hout, golfplaten en koemest en kwamen toen in een kaal gebied zonder veel bebouwing. Enkele manyatta’s, Maasai, geiten en koeien reden we voorbij. Vlak voor het park zagen we een giraf. De Kilimanjaro kwam ook steeds dichterbij. De besneeuwde top was verscholen achter wat wolken. De omgeving was kaal en droog, zand en stof kwam door de raampjes naar binnen. Bij de ingang van het park moesten we even stoppen. Gelijk kwamen er mensen op ons af die allerlei souvenirs wilden verkopen. De prijzen waren meer afgestemd op dure Amenkanen dan op arme Hollandse studenten. Ondanks het afdingen waren de prijzen toch aanmerkelijk hoger dan in de omgeving van Kajiado. Het park was als de rest van de omgeving, hoewel er iets meer begroeiing leek te zijn. We hebben ongeveer een uur rondgereden en heel veel moois gezien. Olifanten, gnoes, verschillende vogels, waterbuffels en een fantastische zonsondergang.
We overnachtten in Amboseli Serena Lodge. Wat toch wel erg verschilde met ons onderkomen in Kajiado. Deze cultuurschok was groter dan toen we aankwamen in Kajiado. De overdaad en luxe deden bijna onwerkelijk aan.
Dag 20 (woensdag)
Vandaag toch weer om zes uur gewekt, niet door een staflid maar door de receptie, voor de ochtendsafari. Weer veel gezien, ’s Middags was er de mogelijkheid om een facultatieve safari te doen. Na de lunch gaan we terug naar Kajiado. We komen nog langs een souvenirwinkeltje en onderweg zien we weer giraffen, zebra’s en struisvogels, ’s Avonds de bonte avond en kampvuur. We gaan pas laat slapen.
Dag 21 (donderdag)
Vanavond zitten we alweer in Holland. Na het ontbijt vertrekken we, Namayien staat buiten te wachten en geeft een brief mee. We nemen afscheid van de meisjes en van Miamia. In de busjes gaan we naar Nairobi. Het is weer een wilde rit. Anthony, onze chauffeur haalt links en rechts in. Auto’s en vrachtwagens halen ons in. We kijken even raar op als een stationcar ons inhaalt. Het aantal inzittenden lijkt iets meer dan normaal; in de kofferbak is nog een bank gezet, zo passen er toch weer vier extra in... Nairobi komt veel te snel, de villa’s, de half afgebouwde huizen, de bomen, alles schiet voorbij. We arriveren bij het vliegveld Jomo Kenyatta. Nu is het moment dus echt aangebroken, na een paar uur wachten zullen we het Keniaans grondgebied inruilen voor het luchtruim, op weg naar Amsterdam. De vlucht duurt een half uur langer dan op de heenweg, maar alles gaat goed. Het is vrij helder. Rond een uur of zes ’s avonds ligt Holland onder ons. Het land keurig verdeeld in rechthoekige stukjes groen en bruin. Water, veel water en dan...windmolens, Flakkee ligt onder ons. Op Schiphol bidden we met elkaar en zingen “Love the Lord your God, with all your heart and soul and mind and all mankind..” Ons lied, zo’n beetje, na drie weken zingen voor het eten, na het eten, onder de koude douche, op de bouwplaats, fluitend op de fiets over de zandweggetjes, samen zingen met de meisjes vorige week woensdag... We nemen afscheid van elkaar. Een paar uurtjes later rijden we Flakkee op, het is stil op de weg, de zon is al half onder, het is hier groen en er is water...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's