Kerkgeschiedenis van Den Bommel
8
Sabbaths-scliending
Dronkemans geschreeuw belemmerde soms erg de kerkdiensten. Daarom besloot de kerkeraad op 15 juni 1659 de predikant met een ouderling af te vaardigen naar de magistraat te Ooltgensplaat met verzoek goede maatregelen te nemen ,,als crimineel officier deser plaetse" om een einde te maken aan de herrie op zondag.
De kerkeraad beriep zich daarbij op een besluit van de Zuid-Hollandse Synode in 1649 te Lelden gehouden; wij lezen in art. 17 als volgt: dat ook de kerken niet zullen nalaten alle middelen tegen schending des sabbats, ontheiliging van Gods Naam, menigvuldige gruwelen van comedie-spelen, mommerijen, danserijen, ongebondenheid der voordragers te gebruiken, waarvan alreeds door sommige kerken met vrucht gebruik gemaakt is, niet alleen met vermaningen en algemene waarschuwingen, doch ook met de eis van beloften bij het doen van belijdenis zich van die aard van dingen te onthouden op straffe van censuur en persoonlijke gesprekken ten einde zich van dergelijke dingen te onthouden. En verder: (in het oud-hollands) Dat oock boven dit alles tegen haer aenstaende kermissen ajen haer respectieve magistraeten ernstelijck zullen verzoeken de comoedien, cattament-speelders en diergelijck gespuis van menschen uyt haere plaetsen te weren, om van haere Synode rapport te doen".
Een nieuw Schoolhuis.
De heer Joost de Vos was in deze dagen schoolmeester op Den Bommel. De predikant had zijn jaarwedde gebracht op ƒ 100.— Men blijkt met deze flinke meester zeer in zijn schik te zijn geweest. Wie kon in deze dagen eigenlijk schoolmeester worden? Een opleidingsinrichting was er nog niet, althans niet op het eiland. Wel, als iemand een beetje belezen was, met kinderen kon omgaan een pak slaag kon toedienen, (waartegen de ouders geen bezwaar hadden), en een vertelling kon houden, desnoods dan was hij bekwaam voor schoolmeester. Maar er kwam nog meer bij, althans op de dorpen. Hij moest ook gespierd naar het lichaam zijn, want hij was ook koster-doodgraver-klokluidei enz. Deze functionaris was de rechterhand van de predikant en kerkeraad.. Hij gaf les gedurende de wintermaanden, zo van november tot maart. Gaandeweg werd dit wel langer, maar aanvankelijk was dit zo. Het rekenen was voor de kinderen heus niet gemakkelijk gedurende enige eeuwen, want zij moesten volgens een oud rekenboek de in omloop zijnde muntwaarde omzetten. B.v. hoeveel stoters zijn 20 half blanken? Hoeveel stuivers gaan er in, een worp? enz. enz. De kinderen brachten zelf ook wel boekjes mee, die de ouders hun meegaven. Vooral In de tijd der reformatie was dat een hele puzzle, want de een wilde rooms en de ander gereformeerd. Dan kwam de schoolmeester in de knel Maar alzo niet te Den Bommel. Daar werd de bijbelse geschiedenis en de catechismus ook onderwezen.
Het onderwijs ging hier uit van de kerk. De diaconie betaalde het salaris en genoot ondersteuning van de classis. Er was een classicale bijdrage van ƒ 15.—.
Op 14 december 1661 besloot de kerkeiaad tot aankoop van het huis van „Jobje Leendertsz. Saliger, om een schoolhuys daer te stichten om de somme van drie hondert Carolus guldens, te betalen met vijftig gulden gereet geit ende scs en dertig gulden 's jaers".
De predikant en Cornells Janse Gebuys waren hiervoor borg. Het oude huisje werd afgebroken om het terrein vrij te maken. Daar zou verrijzen een schoolhuis voor de meester om in te wonen en om school te houden. Het was 56 voet lang en 22 voet breed. Timmerman was Leendert Theunisse en metselaar Cornells Boelhouwer.
De timmerman kreeg ƒ 81.— en de metselaar 26 stuivers voor 1000 stenen en de smid Claes Pieterse leende ƒ 600.— tegen 5% zodat het vooruitstrevende dorp spoedig was verrijkt met een nieuw schoolhuis. Er staat van aangetekend; Dit bovenstaende huys is in het jaar 1662 begonnen en voltrocken door Godes sorge, sljnde de schoolmeester Joost de Vos, daerin metterwoon vertrocken in 't laetst van september des selven jaers"
De kerkeraad stelde het volgende reglement of instructie vast waaraan de schoolmeester zich had te houden:
1. Alle uitnodigingen te doen om kerckelijcke vergaderingen te beleggen.
2. Alle diensten aen de predikantshuys op de rekeninge en anders vooi soo veel sij kerckelijck syn waar te nemen.
3. Op te halen volgens de lijste stoelen bankegelt, en dat nevens een lijste van de niet betalende over te leveren aen de kerckmeester.
4. Insamelen van het kerkebusje of sackje voor soo veel onse kercke belangt en dat over te leveren.
5. Alsser des winters in de weeck gepredickt wert, de dienst van voorlesen en singen na vereis waar te nemen, keersen aen te steken, na den dienst uit te doven en te bewaren tot getaruyck soo lang kan lijden en in gevalle den kerckeraadt vijf gulden voor den avonddienst laet volgen, soo sal dit alleen maar sijn tot simpel wederseggens toe en niet langer als het den kerckenraet belieft.
6. De graven te maken in de kercke en op het kerckhof voor deselve soldie, als voor desen gebruycelijck en te vollen, al helpen de dragers niet. En soo den schoolmeester self de graven niet en maakt (gelijck hier altijd gebruikelijk is geweest) onder voorgeven dat hij sulks niet kan doen, soo zal hij nogtans soo veel het hem mogelijk is bij het graven sijn.
7. Volgens out gebruyk driemael daegs de kerckklok te luyden, behoorlijk op het uurwerk passen, de kercke met stoffen en vegen schoon te houden.
8. Het brood voort H. Avondmaal te besorgén aen de predikantshuis voor desselfs bedieninge, hetselve ook benevens de wijn daar vandaan te halen, mitsgaders het overschot van beyde daer te bestellen.
9. 't Schoolhouden te beginnen en niet te eyndigen sender commandatie van predikant en kerckenraet, oock door geen de minste bezigheden te verkorten, en wanneer dat sulks rnogt geschieden 'f selve op recommandatie van predikant en kerkenraet stiptelljk na te laten.
10. Kinderen van arme leedematen voor niet te bedienen. <
11. Voorts in al hetgeene ordinairs den dienst des voorlesers en schoolmeesters betreft en wat hier nog meer niet mogt zijn gespecificeerd sig te gedragen als voor dese gebruyckelijk of 't geen anders bij nader goetvinden van predikant en kerkenraad sal billijk geoordeelt werden.
Maarssen. Ds. G. van der Zee
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's