Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke lectuur in het leven van Vincent van Gogh

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke lectuur in het leven van Vincent van Gogh

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het leven en werk van de wereldberoemde schilder Vincent van Gogh (1853-1890) zijn in de loop der jaren ontelbare publicaties verschenen. Relatief gering in omvang is echter de literatuur over Van Gogh als evangelist. Aanvankelijk wilde hij evenals zijn vader en grootvader predikant worden. Maar omdat hij niet voldeed aan de toelatingseisen voor een theologische studie, volgde Vincent een opleiding tot evangelist en was hij enige tijd in die functie werkzaam. Al eerder hebben ds. J. Riemersma en drs. H.Z. Klink hierover in Ecclesia geschreven. 11 In deze bijdrage gaan we na hoe Van Gogh geraakt werd door bepaalde stichtelijke lectuur. Dit thema staat ook centraal in de eind 2017 verschenen publicatie van dr. H. de Jong, getiteld “Dat boek is subliem. Vincent van Gogh over de Navolging van Christus”.

Navolging van Christus

Vincent Willem van Gogh kwam op 30 maart 1853 in de hervormde pastorie te Zundert ter wereld als zoon van ds. Theodorus van Gogh en Anna Carbentus. Deze predikant diende sinds 1849 de kleine hervormde gemeente, waaraan hij bijna 22 jaar verbonden zou blijven. Toen Vincent al wat ouder was luisterde hij iedere zondag in de banken van het kerkje naar de preken van zijn vader. Later onderging hij de invloed van diens evangelische vroomheid. Evenals Vincents grootvader, ds. Vincent van Gogh, behoorde ds. Theodorus van Gogh in theologisch opzicht tot de zogeheten Groninger school, een gematigde stroming in de Nederlandse Hervormde kerk, waarbij het leven boven de leer ging. De “Groningers” herontdekten het boek van Thomas a Kempis, “De Imitatione Christi”, over de Navolging van Christus. Zij legden de nadruk op het volgen van Christus door liefde, nederigheid en sociale dienstverlening.

Waarschijnlijk raakte Vincent al in zijn jonge jaren bekend met dit stichtelijke werk, na de Bijbel het meest vertaalde en verbreide religieuze boek van de christenheid. Zelf bezat hij later een Vlaamse, Nederlandse, Franse en Latijnse editie. Begin september 1877 was dit nog niet het geval. In een brief aan zijn broer Theo meldt hij, dat hij bezig is het boek geheel over te schrijven van een Franse uitgave, die hij van zijn oom Cor te leen heeft: “dat boek is subliem, en hij die het schreef moet wel een man naar Gods hart zijn geweest”. Verder schrijft hij over de inhoud: “Het is een eigenaardig boek, daar zijn woorden in zo diep en ernstig, dat men ze niet zonder ontroering en bijna vrees kan lezen, tenminste als men ze leest met een oprecht verlangen naar licht en naar waarheid, die taal is wel de welsprekendheid die harten wint, omdat zij uit het hart voortkomt”. In een latere brief spreekt hij van “een heerlijk boek dat veel licht geeft. Zo mooi is daarin uitgedrukt hoe goed het is om de heilige strijd der plichtsbetrachting te voeren en de innige vreugde die er te vinden is in weldoen, en in wel te doen wat men doet”.

The Pilgrims Progress

Een ander bekend stichtelijk boek dat veel indruk op Vincent maakte, was “The Pilgrims Progress”, De Pelgrimsreis, van John Bunyan, waarin de reis van de christen naar de hemel wordt beschreven. In een brief uit Isleworth bij Londen, waar hij in 1876 enige tijd verbleef, schrijft Vincent op 25 november aan zijn broer Theo: “Als gij ooit eens kunt krijgen Bunyans Pilgrims Progress, het is zeer de moeite waard om dat te lezen. Ik voor mij houd er zielsveel van”. Zelf las Vincent dit boek vele malen. Hoe hij de invloed ervan heeft ondergaan, komt duidelijk tot uiting in de preek die hij in die tijd, tegen het einde van zijn verblijf in Engeland, in de methodistenkerk van Richmond heeft gehouden. Als tekst koos hij Psalm 119: 19: “Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij.” Zijn preek begint als volgt: ”Het is een oud geloof, en het is een goed geloof, dat ons leven een pelgrimage is, dat wij vreemdelingen op aarde zijn. Maar al is dit zo, wij zijn toch niet alleen, want onze Vader is met ons. Wij zijn pelgrims, ons leven is een lange wandeling op reis van de aarde naar de hemel”

Vermeldenswaard is het volgende fragment aan het slot van de prediking: “Ons leven is een pelgrimstocht. Ik zag eens een heel mooi schilderij, een landschap bij avond. Rechts in de verte een heuvelrij, die er in de avondnevel blauw uitzag. Boven deze heuvels de pracht van de zonsondergang, de grauwe wolken afgezet met randen van zilver, goud en purper. Het landschap is een vlakte of een heideveld, bedekt met gras en heide, hier en daar een witte stam van een berk met zijn gele bladeren, want het was herfst. Door het landschap leidt een weg naar een hoge berg, ver, ver weg; op de top van die berg een stad, door de ondergaande zon in een stralenkrans gehuld. Op de weg loopt een pelgrim, zijn staf in de hand. Hij is al een hele tijd onderweg en hij is zeer vermoeid. En dan ontmoet hij een vrouw, of een gestalte in het zwart, die ons doet denken aan de woorden van Paulus: ‘als droevig zijnde, maar altijd blijde.’ Die Engel Gods is daar geplaatst om de pelgrims moed in te spreken en hun vragen te beantwoorden. En de pelgrim vraagt haar: ‘Gaat de weg dan steeds bergopwaarts?’ En het antwoord luidt: ‘Ja, helemaal tot aan het eind.’ En hij vraagt opnieuw: ‘En duurt de reis de hele dag?’

En het antwoord luidt: ‘Van de ochtend tot de avond, mijn vriend.’

En de pelgrim gaat verder, droevig, maar altijd blijde, -droevig omdat het zo ver en de weg zo lang is. Vol hoop wanneer hij opziet naar de eeuwige stad, ver weg, stralend in de avondgloed …..” 12

De twee genoemde boeken zijn in het leven van Vincent van Gogh van veel betekenis geweest. Tegen de joodse classicus dr. M.B. Mendes da Costa, van wie hij na zijn terugkeer in Nederland (1877) te Amsterdam een tijdlang particulier onderricht in Latijn en Grieks kreeg, zei Vincent herhaaldelijk, dat het boek van John Bunyan en dat van Thomas a Kempis, samen met de Bijbel voor hem veel nuttiger waren dan zijn studie van de klassieke talen.

Breuk met traditie

Nadat Vincent van Gogh zich in 1880 bewust was geworden van zijn roeping als kunstschilder en zijn werkzaamheden als evangelist had beëindigd, begon een nieuwe periode in zijn leven. Volgens een aantal auteurs kwam het toen tot een volledige breuk met de christelijke godsdienst en het christelijk geloof. De emeritus hoogleraar godsdienstwetenschap, dr. Anton Wessels, denkt daar anders over. Van Gogh brak wel met een bepaald soort (traditioneel) christendom, maar het christelijk geloof gaf hij niet op. “O, ik ben geen vriend van het tegenwoordige christendom, al was de stichter subliem”, schrijft hij aan zijn broer Theo (Nuenen, 2 oktober 1884). Hij voegt eraan toe, dat hij dit christendom te goed in de kaart gekeken heeft: “het biologeerde me, dat ijskoude in mijn jeugd , maar ik wreek me sedert. Waardoor?: door de liefde die zij, de theologen, zonde noemen, te aanbidden …”.

Ondanks deze verandering in zijn leven bleef Vincent volgens Wessels in zekere zin evangelist. Ook als kunstschilder probeerde hij in zijn werk een boodschap over te brengen. Vlak voordat hij in mei 1889 werd opgenomen in een zenuwinrichting in Saint-Rémy, maakte hij nog een schilderij van een oude gebogen man, getiteld: Aan de poort van de eeuwigheid. Deze titel zou ontleend kunnen zijn aan “De Pelgrimsreis” van Bunyan, waarin sprake is van “de Poort tot de hemelse stad”, die voor de arme ploeterende aardse stervelingen toegang verleent tot het beloofde paradijs. 13

Evenzo komt dr. H. de Jong in zijn eerder genoemd boek tot de conclusie dat Vincent van Gogh diepgaand en blijvend is beïnvloed door “De navolging van Christus” van Thomas a Kempis.

M. den Admirant, ‘s-Gravenhage


Noten

1 J. Riemersma, Vincent van Gogh als prediker, in: Ecclesia, jg. 94 (2003), nr.6; H.Z. Klink, Vincent van Gogh, in: Ecclesia, jg. 106 (2015), nrs 23, 24, 25/26.

2 De citaten uit de preek zijn ontleend aan de volledige, geïllustreerde en geannoteerde uitgave van Vincent van Gogh – brieven, red. Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker, 2009, deel 6.

3 Anton Wessels, Het evangelie volgens Vincent van Gogh, Kampen 2009, blz. 74, 76. Van dezelfde auteur verscheen in 1990 “Een soort bijbel”, Vincent van Gogh als evangelist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2018

Ecclesia | 8 Pagina's

Stichtelijke lectuur in het leven van Vincent van Gogh

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2018

Ecclesia | 8 Pagina's