Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sara Diamant, Een diamant door God geslepen, Den Hertog - Houten, 160 blz., 13 e druk, 2023, € 15,90.

In dit boek beschrijft mevr. Diamant (1797-1882) haar overgang van het jodendom naar het christendom. Het betreft de periode 1845-1849 uit haar leven. Ze was 48 jaar toen de Heere haar blinde zielsogen opende. In betrekkelijk korte tijd (enkele jaren) mocht ze grote zaken van de Heere leren, steeds na diepgaande wegen van ontdekking. Op een van haar reizen vroeg iemand of ze vrouw Diamant was. Ze antwoordde hierop: Ja, en door God geslepen! Vandaar de titel van dit boek.

Haar overgang naar het christendom veroorzaakte veel haat bij Joden en roomsen in haar toenmalige woonplaats Breda, maar de ontvangst bij de protestanten was bepaald ook niet warm. Verschillende kinderen keerden zich van haar af. Na verhuizing naar Fijnaart kwam ze onder het gehoor van ds. A. van Herwaarden, de predikant die later in Opheusden op de kansel dodelijk door de bliksem werd getroffen. Het gezin Diamant verkeerde vaak in bittere armoede en moeilijke omstandigheden. Ontroerend te lezen is haar Godsvertrouwen en dat ze in alles de Heere nodig had. ‘Tegenspoed en armoede gingen hand in hand. (…) Wanneer ik echter dacht dat de nood op het hoogst was, kwam Hij met Zijn Goddelijk licht weer in mijn moedeloze hart, zodat ik Hem opnieuw mocht aangrijpen als mijn steun en staf, en al mijn zorgen aan hem overgeven’ (p. 150).

De schrijfster ging met koopwaar langs de deur, vrijmoedig sprekend over de noodzaak om Jezus te kennen. Dat vinden we ook terug in haar levensbeschrijving. ‘Mocht u, indien u deze Jezus nog niet kent, eens een betrekking op die Koning der koningen krijgen, en Hem zoeken terwijl Hij nog te vinden is!’ (p. 125). ‘Och, laten wij niet staan naar naarheid, maar naar waarheid, naar een op Gods Woord gegronde verzekering van onze staat. Vooral moeten wij staan naar het bezit van de gewisse en deugdelijke kenmerken van het ware geloof, enz.’ (p. 151).

Bijna 100 jaar na de 1 e druk is inmiddels de 13 e druk verschenen. In veel gezinnen was dit boek vroeger aanwezig. We wensen dat deze ‘klassieker’ anno 2023 ook door velen gelezen mag worden vanwege het heldere werk Gods in deze Jodin verheerlijkt.


A. Breeman, Een Lam ten brandoffer, Preken voor de lijdenstijd, De Schatkamer – Rumpt, 2023, 269 blz., € 22,90.

Ds. A. Breeman (1904-1972) zal niet bij ieder bekend zijn. Hij diende de gemeente Paterson (bij New York in de Verenigde Staten van Amerika) van 1964-1972 als predikant, na bevestigd te zijn door dr. C. Steenblok. Hij was de bevestiger van ds. J. Pannekoek te Chilliwack.

‘Een Lam ten brandoffer’, het thema van de preek over Gen. 22:8, bevat een 15-tal meest (lijdens)preken uitgesproken te Paterson. Uit de preken blijkt dat men in deze kleine gemeente (door hem ‘een kleine kudde’ genoemd) vrij familiair met elkaar omging. In de preken is merkbaar dat ds. Breeman geen theologische opleiding heeft gehad. De preken zijn zeer eenvoudig met nogal eens een uitstapje. Niet in elke preek komt het bevindelijk element duidelijk tot uitdrukking. Vaak alleen in het algemeen en in een meer wensende zin. Zijn hoorders werden echter niet op valse gronden gerustgesteld, maar werden gewezen op de noodzaak van waarachtige bekering. ‘U moet dit Lam hebben als uw grond, als uw fundament, als uw hoop, als uw leven, als uw alles. En als u dat niet hebt, dan hebt u niets, niets waarmee u voor God kunt verschijnen’ (p. 28). ‘Als Hij gekomen is om te sterven voor de zonden van vele mensen, is Hij dan gekomen om voor mijn zonden te sterven? Dit zou uw en mijn vraag moeten zijn’ (p. 76).

We gaan ervan uit dat de fam. Bolier-Van Holst de preken getrouw in het Nederlands heeft overgezet. Ik had bij ‘onze koning’ (p. 254) een noot verwacht dat er (waarschijnlijk) ‘onze president’ stond in de Engelse uitgave. In het ‘Woord vooraf’ worden deze preken door ds. A. Geuze, de predikant die de buitenlandse gemeenten geruime tijd heeft gediend, ter lezing aanbevolen. We sluiten ons hierbij aan.


Prof. G. Wisse, De drie ambten van Christus, Gebr. Koster – Barneveld, 3 e druk, 2023, 102 blz., € 13,90.

‘Pro-fes-sor’ Wisse (1873-1957) was tot voor enkele generaties terug een begrip in de gereformeerde gezindte. Hij was vooral bekend om zijn tijdredes met aansprekende thema’s, die in grote aantallen verkocht werden. Hij had ook een vaardige (vul)pen.

In dit boekje wordt uiteengezet hoe elk van de drie ambten van Christus functioneert in de bekering van de mens, namelijk in het stuk van ellende, verlossing en dankbaarheid. ‘Deze ambtelijke bediening van Christus is daarom één der zaken die van de gewichtigste betekenis geacht moet worden voor het onderwerpelijke (zielsbevindelijke; wv) leven der genade’ (p. 8). Dit betekent dat het werk van de Vader en de Heilige Geest weinig aandacht krijgt.

Wisse schreef in een wat archaïsche, verheven stijl. Bij een eerdere druk is dit boekje wat herschreven zoveel mogelijk met behoud van het eigene van de auteur. Desalniettemin is enige inspanning nodig bij het lezen. Typisch Wissiaanse woorden zijn: verlossingsbekommernis, genadehebbelijkheden, stofbezoedelingen, enz. Bepaalde zinnen vragen soms enig nadenken, zoals ‘het leert ons laag te buigen en achterwaarts voorwaarts te streven en door buigen te groeien’ (p. 18). Wisse gebruikt voornamelijk de Bijbel en de belijdenisgeschriften, en een enkele aanhaling uit Bunyan, Comrie en Rutherford. Bij genoemde oudvaders ontbreekt waar het precies is terug te vinden. De auteur bouwt niet op zandgronden. ‘In hoeverre kan er sprake zijn van ontdekking, van zielsbenauwdheid, dat allemaal toch niet uit zaligmakende genade voortkomt?’ ‘Zeker is het, naar Schrift en ervaring, dat de algemene werkzaamheden van de Heilige Geest ver kunnen gaan, zonder dat het zaligmakend werk is’. ‘Nee, het zijn niet enkel hooggestemde halleluja-juichers die zich kunnen vergissen. Maar het zijn ook och-enach-roepers, die de mond vol kunnen hebben van des mensen ellende, en die nochtans zouden kunnen blijken hun huis op zand gebouwd te hebben’ (p. 50).

Op verschillende plaatsen wordt de noodzaak beschreven Zondag 5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus zielsbevindelijk te kennen. ‘Vanuit het stuk der ellende, in Zondag 1 tot en met 4 beschreven, worden wij maar niet zondermeer regelrecht in Zondag 7 geplaatst, in het volle geloof’ (p. 52). ‘De zondaar kent dat middel niet, namelijk niet uit zichzelf. Hier wordt de ontdekte ook een afgesnedene. Maar hij ziet toch naar enig middel om. Er wordt een vragen geboren naar een weg van behoud, en dat wel (zie de eerste vraag van Zondag 5) met algehele erkenning van Gods recht’. (…) ‘Zo moet er in de ziel voor Christus plaats worden gemaakt’ (p. 53). Uiteindelijk zal Christus voor Zijn Kerk ‘alles’ zijn. ‘Al wat in en aan Christus heerlijk is, zal hen ten volle doorstralen. Zij zullen als het ware van Christus doorwoond zijn’ (p. 102). Bij het examen van toen nog kand. Van de Kieft tijdens de vergadering van classis-Oost behoorde dit boekje tot de examenstof. Het zegt iets over het belang van dit boekje. Het voornaamste is echter dat de inhoud bevindelijk verstaan mag worden.


Encyclopedie Nadere Reformatie, deel 5 (S-Z), prof. dr. W.J. op ’t Hof (eindred.), De Groot Goudriaan - Utrecht, 2023, 559 blz., € 69,99 (groot formaat).

Nog niet zo lang geleden is deel 4 van de Encyclopedie Nadere Reformatie in dit blad besproken. Inmiddels is het vijfde en laatste deel van deze encyclopedie verschenen. Dit deel omvat onderwerpen met de letters S t/m Z (totaal 61), van sabbat tot Zuid-Holland. Daarnaast zijn registers van persoonsnamen, plaatsnamen en Bijbelteksten van al de vijf delen opgenomen.

Naast dogmatische thema’s (verbond, vierschaar der consciëntie, wedergeboorte, zelfonderzoek, enz.), en meer geschiedkundige onderwerpen, komen ook zaken van uiteenlopende aard aan de orde (tolerantie, toneel, voorzanger en voorlezer, wedden, zeevaart, enz.). Bij elk lemma (titelwoord in encyclopedie) wordt gedocumenteerd beschreven hoe er destijds over gedacht werd. Het wordt besloten met relevante literatuurreferenties. Bij veel onderwerpen blijkt de invloed van het puritanisme in Engeland en wat ds. W. Teellinck hierin voor Nederland heeft betekend. Dat men in alles niet zo eensgezind was, blijkt uit de strijd in de zeventiende eeuw die over de invulling van de dag des Heeren is gevoerd. Een verbazingwekkend groot aantal geschriften is hierover verschenen. Verschillenden hadden ook moeite met de naam ‘zondag’ omdat deze naam wijst naar afgoden en planeten. Anderen hadden moeite met de naam ‘sabbat’ vanwege het feit dat dit zou leiden tot het opnieuw invoeren van het Jodendom.

Het is nu ondenkbaar dat jaar in jaar uit, elke zondagmorgen volgens hetzelfde preekrooster wordt gepreekt en dan nog voornamelijk uit de Evangeliën. Heel wat jaren werd in het verleden in bijna het gehele land volgens deze ‘Zondagsevangeliën’ gepreekt. Tijdens andere diensten (ook door de week) werd de tekstkeuze uit de andere Bijbelboeken genomen. Uit het lemma ‘stervenskunst’ blijkt dat men veel bezig was met de voorbereiding op de dood. Diverse boeken zijn over dit onderwerp verschenen, zoals bijvoorbeeld van Joh. Hoornbeeck – ‘Euthanasia, ofte wel-sterven’ en F. Ridderus – ‘Historisch sterf-huys’.

Het Sint-Nicolaasfeest is als een overblijfsel van het pausdom sterk veroordeeld door onder anderen G. Voetius en ds. J. Koelman. Ds. Joh. Verschuir (Zeerijp) waarschuwde tegen het bakken van speculaaspoppen. De waarschuwende stem van de kansels resulteerde erin dat in 1732 bij een drietal Amsterdamse predikanten de ruiten werden ingegooid… Ook toen stond men kritisch tegen nieuwigheden. Het is nu niet voor te stellen dat, toen de thee in Nederland op de markt kwam, predikanten zich hiermee inlieten door hun in- of ontstemming te tonen. Ds. C. Alardin schreef zelfs een brochure met als titel ‘Vergeestelijkt en hemels thee-gebruyk’ (2 e helft vorige eeuw nog herdrukt). Momenteel is het onderwerp slavernij weer actueel. Opgemerkt kan worden dat het destijds door verschillende classes is veroordeeld, maar ook door mannen als Voetius en ds. B. Smytegelt. Verder kunnen we lezen dat Koelman de Westminster catechismus beter vond dan de Heidelberger catechismus, en dat de uitdrukking ‘goed zingen is tweemaal bidden’, afkomstig is van Augustinus. Zo is er nog veel meer te vinden in deze rijke bron aan informatie.

Voor liefhebbers van de Nadere Reformatie biedt ook dit deel weer erg veel.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's