Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blijf met ons!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blijf met ons!

Biddag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hopen op D.V. 8 maart onze jaarlijkse biddag te houden. Hoe zouden we dit recht kunnen houden zonder Christus? Hoe zouden alle leraars en ambtsdragers de erediensten op de biddag kunnen leiden zonder Christus, als we niet recht verlegen zijn om de Geest van Christus, Die de Geest der genade en der gebeden is? Hoe kunt u, hoe kunnen jullie en ik recht biddag houden en luisteren in Gods huis of thuis als we niet begerig zijn naar Hem en naar Zijn gunst?

Ieder weet dat de drie woorden: ‘Blijf met ons’ tot het indringende verzoek behoren van de twee Emmaüsgangers, die Christus bij zich hadden en Hem toch niet herkenden (Luk. 24:39). Toch was er een bijzondere band met Christus ontstaan door het woord dat Hij tot hen sprak.

De prangende vraag is of Christus bij óns is? Zolang Christus bij ons niet is, kunnen we ook niet vragen of Hij bij ons blijft. Is Christus nog geheel vreemd voor u, nu u staat aan het begin van een periode waarin we de Heere zo nodig hebben om onze arbeid te kunnen verrichten en in ons onderhoud te kunnen voorzien? Is Christus niet Degene Die Zich aan u heeft voorgesteld om tot Hem de toevlucht te nemen? Hebt u aan Hem geen gehoor gegeven? Behoren wij niet allen tot degenen die oorzaak zijn dat de Heere met Zijn oordelen tot ons is gekomen, maar dat we het niet ter harte hebben genomen? Moeten we niet met verdriet in ons hart zeggen dat het coronavirus met de vreselijke gevolgen ons niet dichterbij maar verderaf van de Heere heeft gebracht? Zijn we wel weetgierig om de laatste berichten van de oorlog in Oekraïne en de aardbeving in Turkije en Syrië te volgen, zonder aan de woorden van Jezus te denken dat dit tekenen zijn die aan Zijn wederkomst voorafgaan: En gij zult horen van oorlogen (…) en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen? Moeten we met pijn in ons hart niet waarnemen dat de invloedssfeer van allerlei wind van leer ook onze gemeenten beïnvloedt, waar vanouds de drie stukken: ellende, verlossing en dankbaarheid en de leer van het zuivere evenwicht tussen Wet en Evangelie worden verkondigd? Heeft Christus het niet voorgezegd: Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden? (Matth. 24:5-7). Zijn het geen zware tijden voor onze boeren en vissers die zuchten onder de regels die hen vanuit Brussel worden opgelegd en daarom geen toekomst lijken te hebben? We lazen laatst een terechte uitdrukking: ‘Alle tekenen wijzen op een steeds groter wordende voedselcrisis in de wereld, maar in het uiterst vruchtbare Nederland moet een deel van de voedselproductie worden opgeruimd!’ Het is de hoogste tijd om te smeken of de Heere ons in gunst wil gedenken, opdat er een terugkeer plaatsvindt tot de God van onze vaderen. Wat zou het een ware Biddag worden wanneer wij als schuldige zondaars naar Gods huis zouden gaan om Hem te smeken om genade en verlossing!

Blijf met ons en verlaat ons niet!

We hebben het niet over mensen die ons pijnlijk door de dood zijn ontvallen, of vrienden die ons afvallen en niet met ons meer te maken willen hebben, maar over de enige Zaligmaker, de trouwe Vriend en oudste Broeder als Hij ons zou verlaten. Hoe zouden we een nieuwe periode zonder Hem kunnen ingaan om onze arbeid te verrichten als Hij Zijn zegen onthoudt? Hoe zouden we Zijn dienst kunnen blijven waarnemen in de gemeenten als Christus, de Gezalfde des Vaders, Zijn priesterlijke zegen ons onthoudt, zodat er geen doorbraak wordt gevonden in het geestelijke leven van Zijn volk en er geen nieuwe bekeerlingen worden geboren? Hoe rampzalig zou het voor ons zijn als de Heere om onze zonde ons aan onszelf zou overgeven en ons land zou verlaten door de kandelaar van Zijn Woord elders in de wereld te plaatsen. Zijn we niet te vergelijken met de gemeente van Éfeze waarvan Christus in een brief schrijft dat de rechte ijver in Zijn dienst tot een dieptepunt was gedaald en de liefde tot Hem en de naaste niet recht met het hart werd beoefend? Zij waren slap in hun dienst en stonden niet op de wacht. Zij hadden geen brandende harten van liefde tot Christus en smeekten niet alle dagen om genade en ontferming, maar waren vervallen als een oude hut die op instorten stond. Er was over het algemeen een vormelijke godsdienst. Men bezocht uit vorm de onderlinge bijeenkomsten, en als zij nog een verborgen bidvertrek hadden was het als een kelder vol stof en spinnenwebben waar in lange tijd niemand was geweest. Christus roept ons op om ons te bekeren met de vreselijke bedreiging: En zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert (Openb. 2:4,5). Christus vergelijkt elke gemeente met een kandelaar die met zeven kaarsen het licht verspreidt. Hoeveel kaarsen branden nog, of is het maar een flauw schijnsel omdat het eerder walmt dan licht verspreidt? U kunt ons er op wijzen dat Christus toch beloofd heeft Zijn gemeente nooit te verlaten of over te geven aan de macht van satan (Matth. 16:18). Maar onze kanttekening voegt het volgende daarbij: ‘Zo wordt zij nochtans wel van de ene plaats genomen en op de andere geplant. Gelijk Christus den Joden dreigt (Matt. 21:43)’. Er zijn provincies in ons land waar in vroegere tijden leraars op de preekstoelen stonden die Gods Woord zuiver uitdroegen, maar de lampen zijn in de meeste dorpen en plaatsen uitgeblust! Gaat de Heere met Zijn bluswerk verder naar de ‘Biblebelt’ of ‘Refoband’, een streek waar nog een hoge concentratie van behoudende kerken te vinden is?

Blijf met ons!

Waar zijn de Emmaüsgangers onder ons die, toen zij bemerkten dat Christus aanstalten maakte om verder te gaan, Hem heilig dwongen: En zij dwongen Hem (Luk. 24:29). Zij herkenden Christus nog wel niet, maar toch was er een bijzondere band met Hem ontstaan toen Hij hen Zijn Woord uitlegde. Christus wilde hun liefde beproeven en toen kwam openbaar wat er in hun hart leefde. Zij wilden Hem als Gast in hun huis hebben. Zij dwongen Hem, in de grondtaal staat: ‘Zij dwongen Hem met geweld.’ Zij hielden Hem vast, zij grepen Zijn hand en trokken aan Zijn kleed. Ook vielen zij Hem heilig lastig met hun woorden en wendden al hun overredingskracht aan om hun Gast te overtuigen. Nee, het was bij hen geen gewone gastvrijheid maar een indringend smeken: Blijf met ons; want het is bij den avond en de dag is gedaald. Het is donker en dan is het toch geen tijd voor U om verder te reizen? Hun diepste motief was om langer in Zijn gemeenschap te kunnen blijven om onderwijs te ontvangen.

Wie valt de Heere in deze donkere tijd ook zo heilig lastig met een heilige geloofsdwang, zoals Jakob bij de Jabbok met Christus worstelde en Hij tot Jakob zei: Laat Mij gaan, want de dageraad is opgegaan. Maar hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent. We lezen dan het grootste wonder dat de Heere hem zegende. Christus verzekerde Jakob dat Hij hem was verschenen als zijn God te Pnuël (Gen. 32:26,29). Och, dat Gods volk onder ons dezelfde gebedsgestalte zouden hebben als Jakob en de Emmaüsgangers. Of als de Kananése vrouw wiens dochter deerlijk van de duivel was bezeten en tot Hem riep: Heere, Gij Zone Davids, ontferm U mijner, evenals de twee blinden die hetzelfde riepen toen zij bij de poort van Jericho zaten (Matth. 15:22; 22:30). Val uw Heere heilig lastig en roep: Blijf met ons! Openbaar Uzelf aan ons, Heere. Wij hebben het niet verdiend, we pleiten niet op onze gerechtigheden maar op Uw barmhartigheden die groot zijn. Wij vragen het om Uw grote Naams wil, om Uw onbezweken trouw en om Uw weergaloze liefde.

De Heere weet het aantal bidders en geweldenaars die als onwaardigen op Gods Verbondstrouw pleiten. Al zou er een handvol van zulke smekelingen onder ons zijn, dan nog zal het geklop aan de hemelpoort als hamerslagen worden gehoord. Christus vergelijkt u met ‘geweldenaars’ die met grote ernst en ijver geweld doen op het Koninkrijk der hemelen met de belofte dat u het zal innemen (Matth. 11:12). Is het dan geen wonder als de Heere Zich laat verbidden om Christus’ Zijns Zoons wil? Hij belooft u: Ik zal met u zijn; Ik zal u niet begeven, en zal u niet verlaten (Joz. 1:5). U mag dan zeggen: ‘Omdat U mij niet zal verlaten, zal ook ik U niet verlaten. Wat een geruststellend geloof! Ook al weet u de weg niet die voor u ligt, maar het kan niet anders dan dat u uw leven in Zijn hand geeft. U bent tevreden met wat Christus u geeft of onthoudt. God uw Vader in Christus blijft met Zijn Geest bij u, en u hebt aan Hem genoeg!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Blijf met ons!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's