Blijdschap
Op Tweede Pinksterdag (of bij een andere dienst) hebben in de meeste gemeenten jongeren belijdenis des geloofs in het openbaar afgelegd. En je hebt het gemerkt: er is dan blijdschap in de gemeente. Waarom?
Aansluiten bij de gemeente
Omdat het - zéker in onze tijd - heel bijzonder genoemd mag worden dat jonge mensen zich vrijwillig bij onze gemeenten willen aansluiten. Je weet wat andersdenkenden over ’die zware kerken’ kunnen zeggen. Je hebt je daar niets van aangetrokken. Je zult het de Heere voorgelegd hebben. En Hem hebben gevraagd om Zijn hulp en zegen bij deze toch heel belangrijke stap in je leven.
De Bijbelse leer onderzocht
Je hebt grondig onderzoek gedaan naar wat de Bijbel leert. Je hebt jarenlang de catechisatie-lessen gevolgd. En nu, in het laatste jaar, was je nóg intensiever daarmee bezig. Dat is verblijdend. Uiterst belangrijk ook. Waaróm?
We moeten weten wat wij geloven. Allereerst natuurlijk voor jezelf. We nemen de waarheid nu niet meer aan op gezag van onze ouders, dominee of kerkenraad.
We willen er zélf van overtuigd zijn, dat dit écht de waarheid is. En dat we eerlijk ’ja’ kunnen zeggen op de eerste vraag van ds. Voetius: ”Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?”
Het kennen van de Bijbelse leer is ook belangrijk in gesprekken met andersdenkenden. Wat je thuis, op school en op catechisatie leert, is ook daarom uiterst waardevol. Door gebrek aan kennis zijn al heel veel jongeren en ouderen meegevoerd met allerlei winden van leer.
Je kunt anderen spreken die ook goed onderlegd zijn in de Bijbel. Wat is het dan fijn als je je mening kan onderbouwen vanuit Gods Woord. Dat is niet makkelijk. Daarom is het nodig om Gods Woord voortdurend te onderzoeken.
En toch - je weet het - we blijven afhankelijk van Gods hulp en de wijsheid en vrijmoedigheid die Hij jou kan geven. Maar weet, dat we echt kunnen ervaren wat in Matthéüs 10 vers 19 staat: Zijt niet bezorgd hoe of wat gij spreken zult, want het zal u in dezelve ure gegeven worden wat gij spreken zult.
Verantwoordelijkheid overgenomen
Er is ook blijdschap bij je ouder(s) als je die nog mag hebben. Je weet het: toen je als kind gedoopt werd, hebben je ouders ook belangrijke zaken beloofd. Daarmee hebben ze een grote verantwoordelijkheid op zich genomen. En nu mogen ze zien dat jij die verantwoordelijkheid van hen overneemt. Ze zien met positieve ontroering dat jij daar geen tweede doop voor nodig hebt.
Je zegt met je belijdenis eigenlijk: ”Lieve ouder(s), u hebt mij als kind laten dopen. Dat deed u, omdat u van mij houdt en het allerbeste voor mij zoekt. U wilde mij van jongsaf aan onder de bediening van het genadeverbond doen zijn. U wilde mij als dooplid laten opnemen in de gemeente en mij daarmee doen afzonderen van de wereld. U voedde mij – met alle gebrek – christelijk op.
U nam mij mee naar de kerk om ook daar Gods Woord te horen. U liet mij naar catechisatie gaan. En dat met de bede: ”O Heere, leer en bekeer ons kind.”
Dank u wel, lieve ouder(s), dat u dit hebt willen doen. Nu ben ik zelf oud genoeg om deze verantwoordelijkheid van u over te nemen. Wilt u de Heere smeken of Hij mij wil helpen daarbij en dit alles wil zegenen voor mijn ziel?”
En wat denk je van je grootouder(s) als die nog in leven zijn? Ook bij hen is blijdschap en een stil gebed om alles wat jij nodig hebt.
Het belangrijkste
We hoeven elkaar niet te vertellen wat het allerbelangrijkste zou zijn bij het doen van belijdenis.
Wat zou het gelukkig zijn, als je met je ja-woord zou mogen belijden: ”De Heere heeft mij - de grootste der zondaren - opgezocht. Ikzelf ging maar door op die brede en makkelijke weg naar het verderf. Maar Hij opende mijn ogen en liet mij zien in welk groot gevaar ik was. Hij ging door met Zijn ontdekkend werk in mijn ziel.
En toen het voor mij voor eeuwig kwijt was,
kreeg ik een oog op die Levensvorst.
Hij wilde op mijn kermen, Zich over mij ontfermen.
Ik mag geloven dat Hij - uit onverdiende genade -
ook mijn Redder kan en zal zijn.
O, onbegrijpelijk wonder.”
Wat blijdschap smaakt mijn ziel,
Wanneer ik voor U kniel
In ’t huis, dat Gij U hebt gesticht! (Ps. 26:8)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's