Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 233
Hoofdstuk 35 – De listen van de satan - 2 (4)
Maar als ons Evangelie verborgen is, is het verborgen in degenen die verloren zijn, in wie de god dezer wereld de zinnen verblind heeft van degenen die niet geloven, opdat het licht van het heerlijke Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is, hen niet zou bestralen (naar de Engelse vertaling). 2 Korinthe 4:3, 4 Als dit zo is, laat christenen dan in hun wandel nauwgezet en omzichtig zijn, opdat zij geen struikelblok zullen neerleggen voor de blinden.
Het was een grote zonde om dat in eigenlijke zin te doen. Leviticus 19:14: Gij zult geen aanstoot zetten voor het aangezicht des blinden. Het is een veel groter zonde om dat in figuurlijke zin te doen (Rom. 14:13). Het is uitdrukkelijk Gods wil dat geen mens aanstoot of aanleiding zal geven zodat zijn broeder zal vallen. Als u dat wel doet, houdt u daarin weinig rekening met de eer van Christus en met de ziel van de medemens. O, u die het geloof belijdt, let op uw wandel! De duivel wil graag gebruik van u maken. De zonden van duizenden andere mensen die niet godsdienstig zijn, zullen nooit zo geschikt zijn om de ogen van mensen te verblinden als de minste fout of misstap van u. Een levende vogel is het beste lokmiddel om andere in het net te krijgen. Aan het grootste kwaad van goddeloze en zondige mensen gaat men stilzwijgend voorbij, maar wanneer u zich misdraagt, heeft de hele buurt het erover: De rechtvaardige, wankelende voor het aangezicht des goddelozen, is een beroerde fontein en verdorven springader (Spr. 25:26). Wanneer een goed mens aanstoot geeft, is dat als wanneer de satan een zak vergif in de bron gooit waaruit de hele stad van water wordt voorzien. U weet helemaal niet wat een onheil u aanricht, en dat vele blinde zondaars in de hel komen door wat u doet.
Wat is ijver gevaarlijk in een goddeloos mens!
Die ijver is als een scherp zwaard in de hand van een blinde, of als een groot temperament in een blind paard. Wat heeft Gods kerk hier al veel van te lijden gehad, en wat heeft zij er vandaag de dag ook veel van te lijden! De wereld is altijd vol blinde en razende ijver geweest, die als een wervelstorm alles wegblaast wat hem in de weg komt. Ja, we hebben het hiervoor al opgemerkt: deze ijver maakt de mens tot een plichtsgetrouwe vervolger. Ik geef toe dat het voor de vervolger zelf beter is als hij onwetend vervolgt, omdat onwetendheid de deur tot de barmhartigheid voor hem open houdt, en hem een trapje lager plaatst dan de boosaardige, verlichte vervolger (1 Tim. 1:13); anders zou dit het vreselijke geval zijn zoals het in Hebreeën 10 beschreven staat. Toch zijn er, zoals er in Johannes 16:2 staat, wrede en vreselijke vijanden van Gods kerk. Zo iemand was Paulus, een vrome vervolger - en later heeft God het goedgevonden dat hem zelf vervolging overkwam. Handelingen 13:50: Maar de Joden maakten op, de godsdienstige en eerlijke vrouwen en de voornaamsten van de stad, en verwekten vervolging tegen Paulus en Barnabas, en wierpen hen uit hun landpalen. Een dwalend geweten bindt net zo goed als een geweten dat weet heeft van de dingen. Als God zulke mensen de gelegenheid geeft jegens Zijn volk hun gal te spuwen en de woede van hun hart te uiten, dan kan Gods volk er zeker van zijn dat zij dit met opzet doen. Gamáliëls raad kan - als hij samen met anderen is - enige invloed hebben, en dan kunnen ze bang zijn om als strijders tegen God bevonden te worden, maar blinde ijver zet hen ertoe aan, en die zegt, net als Jehu: Ga met mij en zie mijn ijver aan voor de Heere (2 Kon. 10:16). O blinde zondaars, wees zeker van uw doel voordat u uw pijlen afschiet. Als u, zoals u veronderstelt, op een goddeloze schiet, en God dan merkt dat een van Zijn geliefde kinderen wordt verwond of stukgemaakt, hoe zult u dan voor dit feit Gode rekenschap kunnen geven wanneer u voor Zijn rechterstoel zult verschijnen?
Het tweede gebruik tot vermaning
Dit punt is heel goed bruikbaar bij wijze van vermaning, zowel ten aanzien van degenen die door de god dezer wereld zijn verblind als ten aanzien van degenen die door de waarachtige God zijn verlicht in de kennis van Christus. Eerst de vermaning aan hen die nog verblind zijn door de god dezer wereld, aan wie God tot op de dag van vandaag geen ogen heeft gegeven om de ellende in zichzelf te zien, noch hun middel ter genezing in Christus, om Hem krachtdadig aan hun ziel toe te passen. Aan die allen is mijn raad dat ze hun eigen blindheid zullen beseffen en naar genezing zullen zoeken terwijl die nog te krijgen is.
Sta ernaar een diep besef te krijgen van de ellende in die toestand, want zolang u niet door de overtuiging bent ontwaakt, kunt u niet genezen worden. O, als u het ware verschil maar eens zou weten tussen algemeen en zaligmakend licht! Waar dit laatste ontbreekt, blijft u in de duisternis. U denkt dat er, omdat u dezelfde dingen weet die de meest geheiligde weet, geen verschil is tussen zijn kennis en die van u. Daarom bent u er al gauw toe geneigd om tegen hem te zeggen wat Job tot zijn vrienden zei: Zie, dat alles heeft mijn oog gezien, mijn oor gehoord en verstaan. Gelijk gijlieden het weet, weet ik het ook; ik zwicht niet voor u (Job 13:1, 2). Maar o, dat u er eens van overtuigd werd dat uw kennis heel sterk verschilt van de kennis van de gelovigen! Al kent u dezelfde dingen als zij, is het toch een kennis van een andere aard en natuur. U kent de geestelijke dingen op een andere manier, alleen maar door het licht van het verstand, geholpen en ontwikkeld door het algemene licht van het Evangelie. De gelovigen echter kennen dezelfde dingen door de geestelijke verlichting, en bij bevinding: Gij hebt de zalving van de Heilige, en gij weet alle dingen (1 Joh. 2:20).
De kennis van de gelovigen is praktisch, die van u betekent niets. Zij werken hun zaligheid door het licht dat God hun heeft gegeven (Ps. 111:10). Hun kennis van God en Christus brengt vruchten van geloof, van gehoorzaamheid, van het doden van de zonde en van hemelsgezindheid in hen voort, maar de kennis bij u heeft die vruchten niet. Welk licht er ook in uw verstand moge zijn, het verandert uw hart in het geheel niet. Het licht brengt hen in de hemel (Joh. 17:3). Het licht van u zal door de dood worden uitgeblazen (1 Kor. 13:8), en uzelf zult achtergelaten worden in de nevelen van de eeuwige duisternis - tenzij uw ogen bijtijds geopend worden door de zalving van de Heilige Geest. De overtuiging is een belangrijk deel van uw genezing. (wordt vervolgd)
© 2008 Den Hertog B.V. Houten. Geschonken genade
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's