Bij de bevestiging van een predikant
Als de Heere het geeft, mogen er binnenkort drie kandidaten tot de heilige dienst bevestigd worden in hun ambt. Voor hen persoonlijk, voor hun eerste gemeente en het geheel der gemeenten zijn dat dagen met een bijzonder karakter.
Hoe zingt Datheen dat in Psalm 22? ‘Uit hen zal altijd iemand komen voort, om de nakomers te leren Uw Woord’. Onze nakomelingen hebben immers dringend onderwijs uit de Schriften nodig.
We hebben voor zulke gelegenheden ook een formulier. Het wordt minder vaak gelezen dan die van de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Het gaat nu om het enige gebed in het formulier tot bevestiging van een dienaar des Woords.
Bepaalde zaken die in de voorafgaande ‘vermaningen’ aan de orde komen, weerklinken in dit gebed. Want wat God vraagt, kan en wil Hij ook schenken. Het gebed wordt als volgt ingeleid: ‘Doch aangezien niemand tot iets van al deze dingen van zichzelf bekwaam is, zo laat ons God aldus met dankzegging bidden’. Wanneer we op onszelf zien, dan blijkt onze totale onbekwaamheid. Daarom richten we ons in een afsluitend gebed tot de ontfermende God, Die waard is om erkend te worden.
Vier onderdelen
Het gebed bestaat uit vier onderdelen, namelijk: enkele regels dankzegging, het eigenlijke gebed voor de zojuist bevestigde broeder en voor de gemeente, waarna wordt besloten met het volmaakte gebed, het ‘Onze Vader’. Dit wordt voorafgegaan door de belijdenis om ‘de verhoring door Uw lieve Zoon, Die ons aldus heeft leren bidden’.
Er wordt dus ‘met dankzegging gebeden’. Eerst de dankzegging. Het heeft de barmhartige Vader van de Heere Jezus Christus, de Vader van het welbehagen, behaagd om uit het verloren Adamsgeslacht een gemeente te vergaderen, die tot het eeuwige leven is verkoren. Het belieft de Heere om deze gemeente te vergaderen door middel van de prediking. De prediking is immers de eerste voorwaarde voor de heiliging van Gods dag. De prediking is het genademiddel bij uitstek (zoals ook beleden wordt in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3/4, art, 17 en hoofdstuk 5, art. 14).
De Heere bindt ons nadrukkelijk aan dit genademiddel, allereerst dus de dienst des Woords. Nu heeft Hij in deze gemeente genadig(!) willen voorzien door een eigen herder en leraar te zenden. De trouw van deze dienaar wordt benadrukt. Deze trouw moet blijken, aan het Woord, aan zijn eed, aan de belijdenis en aan de kerkorde. Voor twee zaken wordt de Heere erkend: voor het genademiddel en voor de gezonden dienaar.
De bevestigde broeder
Zojuist is hij neergeknield en zijn hem zegenwensen toegevoegd. Het is niet in woorden uit te drukken wat er dan in ‘een mensje uit het stof’ omgaat. Daarom is het zo gepast dat er direct daarna met en voor hem gebeden wordt. Want zelfs Paulus moest uitroepen: ‘Wie is tot deze dingen bekwaam?’
In enkele zinnen wordt in dit gebed veel voor hem gevraagd: of de Heere bekwaam wil maken tot de Woordbediening als zijn eerste taak. Ook of hij bekwaamgemaakt mag worden om geestelijk leiding te geven aan de kerkenraad en de gemeente. Deze bekwaammaking blijkt uit de vruchten. Ook wordt gebeden om moed te midden van druk en strijd, die zeker zijn deel zullen zijn; om sterking door de Heilige Geest en om volharding, zodat hij ten slotte het loon van een trouwe dienaar mag ontvangen.
Bekwaamheid
Wanneer we nauwkeurig lezen hoe er om bekwaammaking wordt gebeden, valt het volgende op. Bekwaammaking is en blijft een zaak van de Heilige Geest. Het vraagt de volle inzet van de bevestigde broeder. Bij de voorafgaande toerusting is al gebleken: ‘Hem voortaan te leven van harte gewillig en bereid maakt’ (Heidelbergse Catechismus, antwoord 1). Tijdens de jaren van toerusting is de basisbekwaamheid ook al gebleken. Vandaar dat gevraagd wordt of de Heilige Geest ‘hem hoe langer hoe bekwamer wil maken tot de dienst’. Dit is dus een doorgaand proces. Het is niet zo dat dat vier jaar geleden begon en dat het nu eindigt. Daarom belijden we ‘waartoe Gij hem bereid en geroepen hebt’. Mag hij verlichting van het verstand ontvangen om de Heilige Schrift te verstaan. Dat ziet dus op de zorgvuldige voorbereiding van de preek. Voor het houden van de preek wordt gevraagd om gepaste vrijmoedigheid en noodzakelijke helderheid in het spreken. Bekwaammaking ziet op het voorbereiden én op het houden van de preek. Want het gaat om ‘de verborgenheden van het Evangelie’, om die te verstaan en te vertolken.
Kloekheid
Als medeouderling en voorzitter van de kerkenraad moet de predikant leiding gaan geven. Daarom wordt gebeden om wijsheid in alle voorkomende zaken, maar ook om kloek(moedig)heid. Dat laatste betekent: flink en dapper zijn in handelen en optreden. Opmerkelijk dat dit als genadegave wordt afgesmeekt. De dienaar des Woords is geen softe allemansvriend die het iedereen naar de zin moet maken. Hij is een persoonlijkheid met geestelijke weerbaarheid ter wille van de eer van God en het heil van de gemeente. Hij wordt geroepen het gehele welzijn van de gemeente te dienen.
Even later komt dit woord kloek(moedig)heid nog een keer voor. Die heeft hij nodig ‘in alle voorvallende moeiten en zwarigheden’, waaraan wordt toegevoegd dat die zijn deel zeker zullen zijn. Want een dienstknecht is niet meerder dan zijn Meester. Alleen door de troost van de Heilige Geest zal hij volhardend kunnen zijn en ten slotte ingaan in de vreugde des Heeren.
Gebed voor de gemeente
Vervolgens wordt gevraagd om Gods genade ‘voor dit volk en deze gemeente’. Deze bekerende genade komt uit in de vruchten, en die zullen blijken in houding en gedrag, in het respect voor Gods gezant, in het openstaan voor zijn onderwijs en in het buigen onder zijn waarschuwingen. De kernzaak ervan is dat de dienst des Woords mag leiden tot de geloofsband aan Christus en het ontvangen van het eeuwige leven. Volgens Johannes 17 vers 3 is dat het eeuwige leven: het bevindelijk kennen van de enige waarachtige God en ook Jezus Christus als Gezondene des Vaders.
Ten slotte volgt het volmaakte gebed uit de gebedsschool van Christus. Hij is toch ‘Uw geliefde Zoon’. Maar Hij is ons ook zo lief. Kunt u dat zo ook meebidden?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
