Grote gevolgen

Voor de slang

De gevolgen van de zonde zijn altijd bitter. Allereerst voor de slang. Hij is voortaan vervloekt en zal door het stof van de aarde moeten kruipen. Maar degene die de slang misbruikt heeft, treft een vreselijker oordeel. Niet alle mensen zullen satans trouwe dienaren blijven, want de Heere zal vijandschap zetten. Er zal een strijd ontstaan op leven en dood tussen de slang en de vrouw. Het verbond dat zij sloten zal door Gods macht en genade worden verbroken! Het zal uitlopen op het eeu- wige oordeel over de satan, doordat zijn kop vermorzeld wordt door het komende Zaad, de Heere Jezus. Ja, door Hem zal de satan onder de voeten van Gods kinderen verpletterd worden (Rom. 16:20).

Voor de vrouw

Ook voor de vrouw heeft de zonde grote gevolgen. De Heere spreekt over moeiten bij het begin van het leven. Onvruchtbaarheid, miskramen, moeilijke zwangerschappen en pijnlijke bevallingen: het zijn intens verdrietige zaken die door de zonde in de wereld gekomen zijn. Ook het huwelijksleven zal getekend worden door de zonde. De vrouw zal haar man begeren en kennelijk teleurgesteld raken in haar verwachtingen. De man zal over haar heerschappij hebben. De liefdevolle verhouding van Genesis 2 wordt zo vaak verstoord door heerszucht en verbittering. ‘Hetwelk voor uw vlees nu lastig zal zijn, terwijl het voor den val niet dan lieflijk was’ (kanttekening 33).

Voor de man

Richting de man spreekt de HEERE over zorgen in het arbeidsleven. Het aardrijk is vervloekt vanwege de zonde. Het dagelijks werk gaat gepaard met smart en zweet. ‘Met kommerlij- ken en moeilijken arbeid zult gij u op aarde onderhouden’ (kanttekening 36). De Schrift spreekt niet over een leuke baan waar je energie uit haalt, maar over een aarde vol doornen en distelen. Misschien heeft u hier pijnlijke ervarin- gen mee. Daarnaast spreekt de Heere over het einde van het leven. We bewer- ken het stof van de aarde, totdat we sterven en dan zullen we in de aarde begraven worden. Terugkeren naar het stof. De levenloze materie waaruit we geschapen zijn.

Waartoe?

Genesis 3:14-19 tekent ons wat we mogen verwachten in dit leven. Heeft u in Gods goedheid niet veel meer ontvangen dan dat? En we blijven maar doorzondigen. Niet tegen een tiran, maar tegen een goeddoend God. Heeft dat uw hart al verbroken? ‘Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, niet wetende dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?’ (Rom. 2:4). (wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen