De hemelvaart van de Koning van de Kerk
Na Goede Vrijdag en Pasen volgde de hemelvaart van de Heere Jezus. Waarom? Door Christus’ offer is de schuld van de zonde verzoend, door de kracht van Zijn opstanding wordt Zijn gerechtigheid toegepast. Dat is groot, maar er is meer nodig.
Door onze zondeval zijn we uit God gevallen. We moeten worden teruggebracht in Gods gemeenschap. Dat bete- kent het heilsfeit van Hemelvaart. Christus kwam thuis bij Zijn Vader, terwijl Hij de Zijnen op Zijn hart droeg. Zo brengt Hij Zijn volk thuis.
Ook in het Oude Testament gaf de Heere de Zijnen licht over de hemelvaart van de Borg. Dit zien we bijvoorbeeld in Psalm 24. David maakte deze psalm waarschijnlijk als een profetie van de tempelbouw en het plaatsen van de ark in de tempel ten tijde van zijn zoon Sálomo.
David bezingt in de psalm Gods majesteit (vers 1, 2). Alle schep- selen staan onder Zijn bestuur. Door het geloof ziet hij de tempel als woning van de Allerhoogste (vers 3). Wie zal daar, bij de Heere mogen wonen? Alleen zij die leven in de vreze des Heeren (vers 4-6). Niet dat daar enige verdienste in ligt. De enige oorzaak dat zondaren kunnen verkeren op Gods berg is dat Christus is voorge- gaan met Zijn offer (vers 7).
1. De komst van de Koning
David ziet in de geest dat de ark richting het heiligdom wordt gebracht. Uit eerbied voor de Middelaar, afgebeeld in de ark, roept hij de wachters van stad en tempel op om alle deuren open te zetten. Laten de poorten verhoogd worden, laten ze als het ware groter worden. Waarom? Is de ark zo groot? In Davids oog wel. De ark is het teken van Gods genadige tegenwoordig- heid in Christus Jezus. Daarom gunt David de Heere de eer van een vorstelijke intocht in Jeruzalem. Hij is de Koning der ere. Het woord ere ziet op de wolk die rustte op de ark des verbonds. Die wolk was een bewijs van Gods aanwezigheid. God wilde onder het volk wonen, omdat op de ark het bloed werd gesprengd. Is dat geen wonder? Wérd dat voor ons ook een wonder, in het licht van onze schuld voor God?
De ark des verbonds, de Koning der ere, moet een plaats krijgen in de tempel. Het is daarom niet een vriendelijk verzoek of de ark mag ingaan, maar een opdracht. Voor de ark is maar één plaats geschikt, dat is de ereplaats. Voor Christus is er, na het vol- brengen van Zijn Borgwerk op aarde, maar één plaats geschikt, dat is aan Gods rech- terhand. Na de betaling aan Gods recht kon de hemel niet gesloten blijven.
Hóe is Christus ingegaan in het binnenste heiligdom? Als Voorloper voor de Zijnen, met Zijn zoenoffer. Wat gaat daar een Evangelieboodschap van uit. Om Christus’ wil is de hemel niet langer gesloten. Er is een toegang tot God, in de weg van Chris- tus’ bloed.
Gaat hier geen oproep van uit tot ons alle- maal? Heft uw hoofden op, gij poorten van het hart, laat de Koning der ere toch ingaan. Wat is ons antwoord? We houden ons hart hermetisch gesloten voor deze Koning! Wat doen we Hem oneer aan als we Hem, met Zijn liefelijke Evangelieboodschap, buiten laten staan door ongeloof en wereldliefde. Er is een wonder nodig, opdat een zondaar leert vragen naar de Koning der ere. Over dat wonder spreekt de tekst.
2. De vraag naar de Koning
Voor de ark gaat een boodschapper uit. Hij roept naar de poortwachters: Maak plaats voor de Koning der ere. Vanaf de poort klinkt een vraag: Waarom worden we zo aangespoord? We zien de wachters peinzen: Wie is de Koning der ere? Laten we deze vraag eens aan elkaar stel- len. Kunnen we een doorleefd antwoord geven? Wie is de Koning der koningen? Wie is Hij, Die Gods deugden verheer- lijkte en door God met de hoogste eer werd gekroond?
Is er een verlangen naar de Koning der ere, een begeerte om Hem door een waar geloof te kennen? Wordt dat verlangen in ons hart opgewekt onder de prediking, tij- dens het lezen van de Bijbel? Past ons niet een eerlijke belijdenis dat we vaak lauw zijn in het gebruik van de genademiddelen. Zijn we gewend geraakt aan de boodschap dat er zaligheid te verkrijgen is. O, besef dat de Koning der ere ook wederkomt om te oor- delen de levenden en de doden. Wee hen, die Hem hier geen eer hebben toegebracht.
Wie is de Koning der ere? Wie krijgt deze Koning nodig? Een historisch geloof schiet daarvoor tekort. Het zaligmakende geloof is onmisbaar. Als Gods Geest dat in de wedergeboorte in het hart plant, begint het niet met de vraag naar Chris- tus. Dan krijgen we met God te maken, de almachtige en algenoegzame Schepper (vers 1, 2). In het licht van Gods heiligheid wordt de vraag uit vers 3 in het hart geboren: Wie kan bij de Heere wonen, zo heilig en volmaakt? O, dan moet worden ingeleefd dat door onze zonde de toegang gesloten is. Ja, het is rechtvaardig als God de deuren eeuwig toesluit. Door Gods Geest wordt de zondaar, in al zijn wor- stelingen, ingewonnen om dit hartelijk te belijden voor Gods aangezicht.
Hoe groot is het als de Heere doet horen over de Koning der ere. Hoe dierbaar, als Hij in de verlorenheid van het leven wordt geopenbaard in de ziel. Dat geeft een geloofskennis van Hem in Wie alleen het leven en de zaligheid te vinden is. Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Als het goed is, geeft dit een voortdurende werkzaamheid in de ziel om de Koning der ere meer en meer te mogen kennen in de weg die Hij wilde gaan. Hij wilde Zichzelf vernederen, maar Hij werd ook verhoogd.
Dan is er een kennen van Hem en een vervolgen te kennen (Hos. 6:3), ja, een begeerte om Christus door het geloof te kennen in Zijn vernedering én verhoging, opdat het ook Hemelvaart mag worden in de ziel.
3. De heerlijkheid van de Koning
Op de vraag naar de Koning komt een ant- woord. Zou ik dit antwoord kunnen geven? Dat kan alleen als ik Christus door het geloof heb leren kennen. In het antwoord staat de hoogste Naam HEERE centraal. Deze Naam droeg Christus al in de staat van Zijn vernedering. Hij is de HEERE ONZE GERECHTIGHEID (Jer. 23:6). In het bijzonder kreeg Christus deze Naam na Zijn hemelvaart. Hij ontving een Naam boven alle naam (Fil. 2:9).
Hij is de HEERE, sterk en geweldig, zo zegt de tekst. Daarmee wordt bedoeld dat de Verbondsmiddelaar overal boven staat. Hij is ook de HEERE der heirscharen. Hij staat aan het hoofd van alle leger- machten; Hem is gegeven alle macht, in de hemel en op de aarde. Hij is de HEERE, geweldig in de strijd. De overwinning staat vast, omdat Christus overwonnen heeft op Golgotha.
Dit antwoord op de vraag wie de Koning is, moet de vijanden doen beven. Ja, beef als u nog vijandig tegenover Christus staat. Kunt u voor Hem bestaan? Overdenk Zijn kracht en buigt u voor Hem neer.
Een rijke troost bevatten de Namen van de verheerlijkte Immanuël. Een machtige bescherming ligt er rondom degenen die Hem vrezen. Hij is krachtig als Profeet, Priester en Koning. Hij gebruikt Zijn ambten voor een volk dat verzwakt is, dat zich schuldig kent en vaak niet weet te strijden. Hij weet raad en vraagt niet naar verdiensten, maar deelt gaven uit aan wederhorigen (Ps. 68:19).
Is er dan niet alle reden om deze Koning nederig te voet te vallen om van Hem Zijn wegen te leren? Kinderen des Heeren, verlangt u er naar om Hem eeuwig de eer toe te brengen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
