De zaligsprekingen [46]

Zij zullen Gods kinderen genaamd worden

Vóór het geloof wordt gewerkt, hebben wij met God niets van doen. Wij zijn, zoals de apostel het in een andere zin zegt, bastaarden en niet zonen (Hebr. 12:8). Een ongelovige kan God wel zijn Rechter noemen, maar niet zijn Vader. Mensen zonder God kunnen tot God naderen in de inzettingen, en hopen dat God hun Vader zal worden, maar zolang ze ongelovig zijn, zijn ze bastaarden.

Habakuk 2:4: ‘De rechtvaardige zal door zijn geloof leven’. Al Gods kinderen leven. Geen van hen is doodgeboren. Nu leven wij door het geloof. Zoals het hart de bron van het leven is in het lichaam, is het geloof de bron van het leven in de ziel. Het geloof maakt ons ook tot kinderen doordat het een verenigende genade is. Het ver- bindt ons met Christus. De andere genadegaven kunnen dat niet. Door het geloof zijn wij één met Christus en zo ook verwant met God. Als wij verenigd zijn met Gods eigen Zoon, worden wij aange- nomen kinderen. De verwantschap komt door het geloof. God is de Vader van Christus. Het geloof maakt ons tot broeders van Christus (Hebr. 2:11) en zo wordt God onze Vader.

Kenmerken van het kindschap Gods

De vierde bijzonderheid waarover we moeten spreken is deze: wij moeten de kenmerken van Gods kinderen laten zien. Het komt er voor ons op aan dat we weten wiens kinderen we zijn. Augus- tinus zegt dat de hele mensheid in twee groepen is verdeeld: de mensen zijn óf kinderen van God, óf kinderen van de duivel.

1. Het eerste kenmerk van ons hemelse kindschap is de teder- heid van hart (2 Kron. 34:27). Een kinderhart is een teder hart. Wie eerst een stenen hart had, heeft nu een vlezen hart. Een teder hart heeft droefheid over de zonde. Een teder hart smelt weg onder de genade. Een teder hart beeft onder Gods bedreigingen.

2. Het tweede kenmerk van het kindschap is het gelijk-zijn (Kol. 3:10). Het kind lijkt op zijn vader. Gods kinderen lijken op hun hemelse Vader. Zij dragen Zijn beeld en Zijn stempel.

3. Het derde kenmerk van Gods kinderen is dat zij de Geest van God bezitten. Hij wordt de ‘Geest der aanneming tot kinderen’ genoemd (Rom. 8:15). Hoe zullen wij weten dat we de Geest der aanneming tot kinderen hebben ontvangen, en dan ook werke- lijk aangenomen zijn? De Geest van God heeft een drievoudig werk in degenen die tot kinderen worden gemaakt: het werk van de wedergeboorte, het werk van het smeken en het werk van het getuigen.

4. Het vierde kenmerk van Gods kinderen is ijver voor God. Zij ijveren voor Zijn dag, Zijn waarheid en Zijn eer. Zij die uit God geboren zijn, raken geprikkeld als God oneer wordt aange- daan. Mozes was rustig toen het om zijn eigen zaak ging, maar fel toen het om Gods zaak ging.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen