Brief Van Calvijn Aan Mevrouw De Falais

‘Mejuffrouw en zeer beminde zuster, ik heb u niet veel meer te schrijven dan u te laten weten dat ik uw brief ontvangen heb. Deze geeft mij aanleiding onze Heere te danken voor de genade die Hij u bewezen heeft en in het bijzonder daarvoor dat Hij u bereid­ willig heeft gemaakt alles te verlaten en vaarwel te zeggen, om u geheel aan Zijn dienst over te geven. Dat is inderdaad iets wat wij allen zonder murmureren moeten doen; het is zelfs de eerste les voor ons christendom. Maar de meesten kwijten zich daarvan zeer slecht.

Ik prijs daarom onze Heere dat Hij u heeft laten gevoelen dat de eer van Zijn Naam meer waard is dan de gehele we­ reld en bovendien welke zaligheid het is om Hem met een gerust geweten te kun­ nen dienen, zodat gij dat beschouwt als de beste schat die u kan te beurt vallen. Het zou overbodig zijn u nog bijzonder aan te sporen, want het komt mij voor dat gij reeds vast besloten zijt; alleen zou ik u in uw heilig voornemen kunnen versterken. Ik hoop zeer dat onze Heere niet alleen zulk een ijver en verlangen in u heeft doen ontbranden, maar dat Hij u ook genade heeft verleend om daar te komen waarheen Hij u drijft. Bovendien heeft Hij u zo’n schoon begin laten zien dat wij vertrouwen moeten dat Hij het ook voleinden zal.

Het is waar dat er voor u nog veel be­ lemmeringen zullen zijn, maar door u te wapenen met de kracht van onze Heere, zult gij alle moeilijkheden te boven ko­ men, wel niet zonder zwarigheid voor het vlees, maar wel zo dat gij de waarheid van het woord van de profeet zult erva­ ren: ‘De Heere zal mijn voeten maken als der hinden’. Draag alleen zorg dat ge de ijver niet laat verkoelen die de Heere u gegeven heeft. Bedenk veel meer dat Hij het is Die u aandrijft en tot snelheid maant. En wanneer er enige zwakheid zich in u zou openbaren, bid Hem dat Hij daarin wil voorzien en strijd er zelf tegen die te overwinnen. Smeek Hem dat, wanneer Hij zou zien dat gij te traag in ’t voortgaan zou zijn, Hij u bij de hand wil nemen’.

(uit: ”Brieven van Calvijn aan vrouwen”, Amsterdam, 1938).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen