Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En alle hoop mij gans ontviel…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En alle hoop mij gans ontviel…

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorheen las ik geregeld beke- ringsgeschiede nissen en daarin vond je altijd wel terug dat een mens ‘alle hoop’ ontvalt en er ge- bogen mag wor- den onder Gods rechtvaardig oor- deel. Soms hoor ik echter zulke andere dingen die me verwarren. Wilt u er eens over schrijven?

Verwarren

Het is niet nieuw dat getuigenissen over de waarachtige bekering kunnen verwar ren. Onlangs lazen we in ‘De wonderen van de Heiland’ een leerrede van de bekende ds. C.H. Spurgeon (1834-1892) over Mattheüs 14 vers 26: ‘En de discipelen ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel. En zij schreeuwden van vrees’. We citeren uit deze preek: ‘Er zijn sommigen, die van een spooksel een Christus maken. Ik bedoel hiermede, dat zij voor hun Zaligmaker houden wat niets anders dan misleiding is. Zij hebben zo en zo gedroomd, zij hebben zichzelf opgeschroefd tot een hoge graad van verwaande lichtgelovigheid. Zij hebben al het mogelijke gedaan om zich zelf gerust te stellen met een bedrieglijke troostgrond. En nu maken zij van hun opgeschroefd gevoel of van hun verbeelding hun Christus. Zij zijn geen gelovigen, maar zij menen, dat zij het wel zijn. Jezus kennen zij niet, zij zijn niet geestelijk, zij zijn Zijn schapen niet, zij behoren niet tot Zijn discipelen. Desniettegenstaande hebben zij iets voor het oog van hun geest geplaatst hetwelk zij als Christus beschou- wen. En nu is hun voorstelling van Christus, hetwelk niets anders is dan een spooksel, voor hen Christus Zelf. Een verschrikkelijke dwaling! God moge er ons voor behoeden en ons, door de onder- wijzing van Zijn Heilige Geest, tot de kennis van de Heere brengen in de daad en in waarheid. Want Hem te kennen is het eeuwige leven (...)’.

Terecht schreef de vraagsteller dat ze wel weet dat wij geen bekering(sgeschiedenissen) kunnen beoordelen. Maar we kunnen zo goed begrijpen dat het ontbreken van Bijbelse kenmerken verwarring kan geven. En dat het niet lezen van het ‘oude goud’ naast het allereerst ‘naarstig’ (ijverig) onderzoeken van Gods Woord ook vervreemding kan geven. Omgekeerd kan het eenvoudige getuigenis van het Godswerk zo ‘verwarmen’...

Verwarmen

In genoemde vraag werden twee treffende zaken genoemd die we graag onderstrepen. Allereerst de doorleving dat ’alle hoop mij gans ontviel’. We vinden deze versregel in Psalm 142 en lezen onberijmd in vers 5: ‘Ik zag uit ter rechterhand en ziet, zo was er niemand die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij. Niemand zorgde voor mijn ziel’. Dan volgt: ‘Tot U riep ik, o HEERE, ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden’. Hieruit blijkt dat de dichter David wel degelijk hoop op God heeft. Nauwkeurig bezien horen deze woorden dus bij het leven der genade en de oefening van het geloof!

Maar tegelijk is het inhoudelijk wél waar dat een zondaar onder de wet ‘aan een einde moet komen’ van al zijn werken. Dat het vastloopt en de nood van Gods eisend recht weegt op de ziel. Dat die nood brengt aan de voeten van een recht- vaardig God. Het deed de tollenaar uitroepen: ‘O, God, wees mij zondaar genadig’. De moordenaar aan het kruis belijdt: ‘En wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf waar- dig hetgeen wij gedaan hebben...’. Beiden vielen Gods recht toe en beleden hun zonden. De ware ontdekking brengt immers tot het zoeken van de verlossing. Dat is het kenmerk van de zaligmakende ontdekking. Algemene ontdekking geeft weliswaar ook zondekennis. Die kan zelfs gepaard gaan met grote benauwdheid zoals bij Kaïn en Judas. Maar zij gingen met hun zondekennis bij de Heere vandaan. . De ware ontdekking aan zonde en schuld drijft echter uit naar de Heere in het aanhoudend gebed. Dat geeft een zoekend leven en dan is het tweede ook zo waar: er komt een hartelijk buigen onder God. Vraag 12 uit onze Heidelberger (Zondag 5) wordt praktijk: ‘Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ont- gaan en wederom tot genade komen?’ Lezer(es), verstaat u iets van deze klanken? Allermeest, is de enige Middelaar ook u geopenbaard?


VRAAG?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

En alle hoop mij gans ontviel…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's