Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren op de school van Christus [20]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren op de school van Christus [20]

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deel II Zuigelingen

VI HET GELOOF VAN DE ZUIGELINGEN

Het tweede beginsel van de leer van Christus, dat melk wordt genoemd maar toch ook een echt fundament is, is het geloof in God. Het voorwerp is God, de daad is het geloof, en de manier waarop het geloof zijn kracht uitoefent is dat het op God, en op Hem alléén, gericht is.

We kunnen hier zien hoe goed de King Jamesvertaling dit woord* op deze plaats (Hebr. 6:1) gebruikt, want het Griekse woord epi wordt in de vierde naamval verder bijna nergens in de Schrift gebruikt met betrekking tot het geloof. Het wijst op een gerichtheid en is daarom goed overgezet in de Engelse vertaling als ‘geloof dat op God gericht is.’

Zo wordt dit voorzetsel epi ook gebruikt in Lukas 10:9: ‘Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen’, of ‘is u genaderd’; het staat voor de deur. Het geloof waar we hier over spreken is dus een naderen tot God. Het heeft zijn volmaaktheid en zijn doel nog niet bereikt, maar is in beweging en heeft een richting. Deze zuigelingen - ik heb het over de geringste en de zwakste - zijn nabij gekomen. Men kan zeggen dat ze aan het komen zijn, niet dat dat ze al gekomen zijn. Het woord wijst op slechts een graduele vordering. Het is nog geen volledige of volmaakte daad, maar een handeling die begonnen is en zich voltrekt. Toch zal dat geloof op Gods tijd volmaakt worden en wordt het voor dit ogenblik door Hem aanvaard, want we lezen in Johannes 6:37: ‘Die tot Mij komende is (zo staat er in het Grieks), zal Ik geenszins uitwerpen’.

Het voorwerp van dit geloof is God de Vader, niet God tegengesteld aan de Zoon, maar wel onderscheiden van de Zoon, in zoverre de christen geworden Hebreeën, die doorgaans nog zuigelingen waren, vasthielden aan de geest van het Oude Testament. Dit geloof was weliswaar niet zonder oog voor de Messias, aangezien de Vader én de Zoon samen werken in de ziel en deze op beiden gericht is - niemand kan immers tot de Vader komen dan door de Zoon, noch kan iemand tot de Zoon komen tenzij de Vader hem trekke. Toch was het vooral op de Vader gericht. Het geloof ziet op God de Vader als de Persoon Die het zwaarst beledigd is en met Wie het in de eerste plaats verzoend moet worden. Kortom, de ziel richt zich voornamelijk tot de Vader, maar dóór Christus, of -zoals Daniël zegt- ‘om des Heeren wil’ (Dan. 9:17).

* In de Engelse King Jamesvertaling staat ‘faith towards God’ (geloof dat op God gericht is), de Nederlandse Statenvertaling van dezelfde tekst luidt: ‘geloof in God’.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Leren op de school van Christus [20]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2020

De Saambinder | 20 Pagina's