Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Doop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Doop

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vraag en antwoord 324-332)

Verschil Van Mening

Als het gaat over het sacrament van de Heilige Doop, zijn er allerlei valkuilen en uitwassen te benoemen. De één is zo bang voor verbondsonderschatting dat hij altijd maar de rijkdom van de doop benadrukt, zonder de eis van het verbond duidelijk te noemen. De ander maakt zich zoveel zorgen om verbondsautomatisme dat de reikwijdte van het verbond en de rijkdom van de doop niet tot hun recht komen. Ondertussen vinden we het ook nog verschrikkelijk wat de ander er allemaal van zegt. Misschien is het goed dat we ons gezamenlijk heroriënteren op Calvijn. En laten we deze vragen en antwoorden dan niet lezen, driftig op zoek naar het eigen gelijk. Dan worden onze ideeën weer prachtig bevestigd en leren we Calvijn noch onze broeder of zuster vandaag beter kennen. Laten we eens onderzoeken wat we van Calvijn kunnen leren. Want we verlangen toch te leren?

De Doop Als Symbool

Het mooie is: met vraag en antwoord 324 tot en met 326 kunnen we allemaal meekomen. Calvijn begint daar namelijk uit te leggen dat de doop iets laat zien van vergeving en vernieuwing. Zoals we op warme dagen water gebruiken om het zweet van ons lichaam af te wassen, zo hebben we geestelijk ook nodig gewassen te worden van onze vuile zonden. Op deze manier beeldt de besprenkeling van de gedoopte met water de vergeving van zonden uit. Maar ook de vernieuwing wordt erdoor gesymboliseerd. Dat kunnen we beter begrijpen als we denken aan de manier waarop in de Vroege Kerk gedoopt werd, namelijk door onderdompeling. De dopeling ging onder in het water – wat de doding van zijn oude natuur liet zien. Maar hij of zij kwam ook weer op uit het water. Een nieuw leven ving aan! Al zijn wij – net als Calvijn – niet gewend door onderdompeling te dopen, de symboliek van de besprenkeling is dezelfde. Wat is de doop een rijk symbool.

Het laat ons zien wat we nodig hebben om te kunnen leven en sterven. Onze vele en vuile zonden moeten worden afgewassen, willen we eens bij God komen. We moeten een nieuw leven krijgen, een leven van sterven aan de zonde en van toewijding aan de Heere! Tot zover is er denk ik veel overeenstemming.

De Doop Als Waarborg

Maar nu is Calvijn hier niet mee tevreden. Er is meer te zeggen over de doop dan dat het een mooi en waardevol symbool is. Hij wil dat de predikant doorvraagt bij het kind: ‘Je bedoelt dus niet dat het water letterlijk de afwassing van onze zielen zou zijn.’ Hoe zit dat nu precies? Wast het water de zonden af of niet? We zullen deze moeilijke vraag vandaag maar niet aan jonge kinderen stellen. Maar wat zouden volwassenen zeggen als deze vraag aan hen werd gesteld? Is het water de afwassing van onze zielen? Ik denk dat de meesten zouden zeggen: Natuurlijk niet! Dat lijkt in lijn met Calvijn en dat is het in zekere zin ook. Het antwoord begint immers ook met een kloek ‘Nee, niet.’ Alleen het bloed van Christus kan ons reinigen! En dat gebeurt alleen als de Heilige Geest onze gewetens ‘begiet’ (Calvijn blijft even bij het beeld van de doop door begieting of besprenkeling). Maar Calvijn zegt meer.

Hij schrijft: ‘door het sacrament wordt ons dat gewaarborgd’. Wat wordt ons gewaarborgd? Dat het bloed van Christus gestort is om ons van onze onreinheid te reinigen? En dat de Heilige Geest ook mijn geweten begieten zal met dat bloed? Waarborgt de Heere dat in mijn doop? De doop als waarborg, onderpand van Gods genade. Dat is even wat meer dan een symbool!

Ontvangen We Gods Genade In De Doop?

Hier willen we meer van weten. Voorzichtig vragen we: ‘Bedoel je dat het water voor ons alleen een beeld hiervan is?’ (328). Dan zouden we het wel weer kunnen vatten. ‘Ho!’, luidt het antwoord. ‘Dat niet! Het is een beeld, maar de werkelijkheid is wel met dat beeld verbonden’, zegt Calvijn. ‘Want God doet ons geen loze belofte.’ Dat doet ons denken aan artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: ‘Zo zijn dan de tekenen niet ijdel, noch ledig, om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid.’ Daar horen we exact dezelfde tonen. God is getrouw. Hij doet wat Hij zegt. Hij komt na wat Hij garandeert. We mogen daar staat op maken. Calvijn gaat zelfs zo ver dat hij ons de woorden in de mond legt: ‘Daardoor is het zeker, dat ons in de doop de vergeving der zonden wordt aangeboden en wij die ontvangen.’ Ja, dat eerste, dat geloven we nog wel. De vergeving wordt ons aangeboden. Maar dat laatste: ‘en wij die ontvangen.’ Hoe zit dat nu weer?, verzuchten we. Leefde Calvijn nog maar... Dan zouden we hem vragen: ‘Hoe kunt u dat nu zo zeggen, beste Calvijn?’ Veel gedoopten hebben die vergeving toch helemaal niet ontvangen? Mijn kinderen, ik heb met hen bij de doopvont gestaan, maar ze geven er geen enkele blijk van vergeving ontvangen te hebben. En trouwens, hoevelen zijn er niet, gedoopt en wel, die gewoon weten van zichzelf dat ze onbekeerd zijn. En ikzelf... Ik worstel er soms ook nog mee... Is dat dan niet goed? Moet ik dan tegen mezelf zeggen dat ik in de doop de vergeving van mijn vuile zonden niet alleen aangeboden heb gekregen, maar ook ontvangen heb?

Is het dus gewoon goed tussen God en mij? Alle getob verleden tijd?’

De Doop Roept Om Geloof En Berouw

Calvijn spreekt nog nadat hij gestorven is. Ik bedoel in de hierop volgende vragen en antwoorden. Want Calvijn voelt deze vraag helemaal opkomen vanuit zijn eigen visie op de doop. ‘Heeft de genade bij allen zonder onderscheid effect?’ (329). Nee, dat niet! ‘Want velen doen die teniet door hun verdorvenheid’ (329). Hier hebben we Calvijns antwoord. Hij zegt niet dat onbekeerden en ongelovigen niets van de Heere hebben gekregen. Maar kennelijk kunnen we de heerlijke genadegaven van de Heere tenietdoen, uitwissen, in de prullenbak gooien. We kunnen een kleed ontvangen, maar het weggooien. Dan zijn we de beloften, ons in de doop gegeven, niet waard (331). Blijkbaar is het niet om het even hoe we met de doop omgaan! Alle automatismen zijn hier dodelijk. Het komt eropaan dat we onze doop gebruiken, benutten, beleven en uitleven. Hoe moet dat dan? Dat vraagt de predikant in vraag 332 aan het kind. In het antwoord wijst Calvijn op de noodzaak van twee dingen: geloof en berouw. Het zijn twee draden die met elkaar vervlochten zijn. Waar geloof zonder berouw bestaat niet. Dan is het namelijk geen waar geloof, maar een schijngeloof. Oprecht berouw zonder geloof bestaat ook niet. Dan is het geen oprecht berouw, maar zieligheid of spijt. De doop roept om berouw, intense smart vanwege onze machtig vele zonden. Én geloof, hartelijk vertrouwen op de adembenemende genade van God in Christus Jezus! Die genade, die Hij ons geschonken heeft in de doop. Dán pas zullen we onze doop verstaan. En dan kan het niet anders of we gaan een Geestelijk leven leiden. We zullen het vlees doden en leven naar de Geest. We zullen het zelf merken en zij die om ons heen staan zullen het aan ons merken, dat we... gedoopt zijn!


De Behandelde Vragen En Antwoorden 324-332

Over de Heilige Doop

Vraag 324: Om ons de waarheid van beide des te duidelijker te doen kennen, zullen wij over beide afzonderlijk handelen. Ten eerste, wat is de betekenis van de Doop?

Antwoord: Die heeft twee delen. Want hier wordt de vergeving van de zonden, en voorts de geestelijke wedergeboorte afgebeeld. Ef. 5:26; Rom. 6:4.

Vraag 325: Welke gelijkenis heeft het water met deze zaken om die voor te stellen?

Antwoord: De vergeving der zonden is namelijk een soort bad, waardoor de zielen van hun vlekken gereinigd worden, niet anders dan de vuilheid van het lichaam door water afgewassen wordt.

Vraag 326: Hoe is het bij de wedergeboorte?

Antwoord: Omdat het begin daarvan is de doding van onze natuur, doch het doel dat wij nieuwe schepselen zullen zijn, wordt er ons een afbeelding van de dood voorgesteld in het werpen van water op het hoofd; en een afbeelding van het nieuwe leven, daarin, dat wij niet in het water ondergedompeld blijven, maar slechts voor een ogenblik ondergaan als in een graf, om er dadelijk uit op te komen.

Vraag 327: Denkt gij dan dat water een bad is voor de ziel? 1 Petr. 1:19; 1 Joh. 1:7.

Antwoord: In het geheel niet. Want het is een gruwel, deze eer aan het bloed van Christus te ontrukken, dat daartoe uitgestort is, opdat Hij ons na afwassing van al onze vlekken, zuiver en onbevlekt voor God zou maken. En wij verkrijgen namelijk de vrucht van deze reiniging, wanneer de Heilige Geest onze gewetens met dat heilige bloed besprengt. Doch in het sacrament hebben wij de verzegeling.

Vraag 328: Maar kent gij aan het water anders niets toe dan dat het alleen maar een afbeelding is van de afwassing?

Antwoord: Ik ben van gevoelen, dat het zó een afbeelding is, dat de waarheid er tegelijk mee verbonden is. Want God bedriegt ons niet, wanneer Hij ons Zijn gaven toezegt. Dientengevolge is het zeker, dat èn de vergeving der zonden, èn de vernieuwing van het leven ons in de Doop worden aangeboden, en door ons worden ontvangen.

Vraag 329: Wordt deze genade zonder onderscheid in allen vervuld?

Antwoord: Velen sluiten door hun ongerechtigheid de weg daarvoor toe, en bewerken dat zij voor hen tevergeefs is. Zo komt de vrucht niet dan aan de gelovigen alleen toe. Maar daardoor vervalt niets van de aard van het sacrament.

Vraag 330: Vanwaar komt echter de wedergeboorte?

Antwoord: Van de dood van Christus en de opstanding tezamen. Want deze kracht schuilt er in Zijn dood, dat daardoor onze oude mens gekruisigd wordt, en de verdorvenheid van onze natuur op zekere wijze begraven wordt, om niet meer in ons te regeren. Maar dat wij hervormd worden tot een nieuw leven, om Gods gerechtigheid te gehoorzamen, dat is de weldaad van de opstanding.

Vraag 331: Hoe worden door de Doop ons deze goede dingen toegebracht?

Antwoord: Omdat wij, tenzij wij de ons hier aangeboden beloften onvruchtbaar maken door ze te verachten, met Christus bekleed worden, en met Zijn Geest begiftigd.

Vraag 332: Wat moeten wij echter doen om de Doop recht te gebruiken?

Antwoord: Het rechte gebruik van de Doop is gelegen in geloof en boetvaardigheid, dat is, dat wij allereerst met een zeker vertrouwen des harten vaststellen, dat wij van alle vlekken door het bloed van Christus gereinigd, Gode behagen; voorts dat wij zelf gevoelen dat Zijn Geest in ons woont, en dit door werken bij de anderen betonen; en dat wij ons voortdurend oefenen in het overdenken, zowel van het doden van het vlees, als van de gehoorzaamheid aan de gerechtigheid van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

De Heilige Doop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's