Mijn Tijden Zijn In Uw Hand
Mijn tijden zijn in Uw hand. Psalm 31:16a
Bij het schrijven van deze meditatie ligt de maand december nog voor ons en als u dit leest ligt deze maand en daarmee ook dit jaar weer achter u. Ik heb met opzet ‘ons’ in ‘u’ gewisseld, daar in een maand ontzaglijk veel kan gebeuren! Immers, wat onderscheidt ons van hen die zelfs in deze laatste maand nog uit dit leven werden weggenomen. Ja, wat onderscheidt ons van hen die met ons 2022 zijn ingegaan en voor wie het in dit thans bijna achter ons liggende jaar eeuwigheid is geworden. Staande op de grens van het oude naar het nieuwe jaar vermenigvuldigen niet alleen de gedachten, maar dringen zich ook weer de beelden op van zowel al de gewelddadigheden in de wereld en in het bijzonder van de oorlog in Oekraïne, als van de gevolgen van allerlei natuurrampen, die een spoor van vernielingen hebben nagelaten. Kortom, in het afgelopen jaar zijn er weer roepstemmen tot ons gekomen die geklonken hebben. Echter, hoe het ook zij, we zijn niet alleen persoonlijk, maar ook als land en volk ernstig gewaarschuwd. De Heere is geen ledig toeschouwer bij het zien van al de zonden en ongerechtigheden. Schenke de Heere nog een recht opmerken en Hij brenge ons zowel persoonlijk alsook als land en volk tot een nauw zelfonderzoek. Ja, mocht het zijn met de bede uit Psalm 139:14, berijmd.
Wat zou het groot zijn wanneer we, hetzij voor het eerst, hetzij bij vernieuwing, bij het ontdekkend licht van Zijn Woord en Geest gebracht zouden worden aan de troon Zijner genade. Zoals ook David in de Psalm die voor ons ligt. Het valt op dat deze Psalm twee gebeden bevat, die allebei eindigen met een lofprijzing, namelijk de eerste bede in de verzen 2 tot en met 9 en de tweede in de verzen 10 tot en met 25. Terwijl David in de eerste bede pleit op Gods gerechtigheid, smeekt hij in de tweede om genade. In heel de Psalm komt naar voren hoe David in grote nood verkeerde. Hij is zelfs zijn naburen tot een smaad geworden en zijn bekenden tot een schrik. Echter, hoe groot zijn nood mag zijn en hoe verlaten hij zich ook mag gevoelen, zijn vertrouwen is op de HEERE. Met nadruk wordt in de Psalm de HEERE met deze Naam genoemd. Hij is de God des eeds en des verbonds, de Getrouwe. Met vrijmoedigheid mag David getuigen dat deze God ook zijn God is. Op Hem mag David zich verlaten en in Zijn hand mag David zijn geest bevelen. Hij weet dat de Heere hem tegenover al zijn vijanden nooit beschaamd zal zetten. Integendeel, hij weet dat ‘zijn tijden in Zijn hand zijn’.
Deze wetenschap heeft David niet van zichzelf. Het is de Heere Zelf Die in zijn leven gekomen is en hem in een weg van waarachtig geloof en bekering tot deze kennis gebracht heeft. David kon ook zelf de troost die uit deze wetenschap voortvloeit, niet vasthouden. Het is dan ook alleen bij de HEERE vandaan te verklaren. Die om Christus’ wille Zijn volk gedenkt en hen schenkt al wat ze van node hebben in het strijdperk van dit leven.
Zo heeft David de waarheid van onze tekstwoorden mogen ervaren in dat wat reeds achter hem ligt en hij mag ook geloven dat de Heere het ook zal bevestigen in wat nog voor hem ligt. Wat zullen we elkaar nu rond deze jaarwisseling meer kunnen toewensen, dan dat ook wij voor het eerst of bij vernieuwing het David mogen leren nastamelen: ‘Mijn tijden zijn in Uw hand’. En dit naar het vrije van Gods welbehagen in en door Hem, Die aan het kruis op Golgotha uitriep: ‘Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest’ (Luk. 23:46)!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's