Een nieuwe bestuurscultuur vergt Jobsgeduld
‘Een nieuwe bestuurscultuur’, dié moet er komen. Dat zeiden veel politici voor de verkiezingen van november 2023. Ook het coalitieakkoord van Rutte IV repte daar al over. Maar wat is bestuurscultuur, wat is er mis met de huidige, en wat is de gewenste nieuwe bestuurscultuur? Ik omschrijf bestuurscultuur als: De manier waarop men in Den Haag (Kamerleden, bewindspersonen en ambtenaren) met elkaar èn met problemen omgaat.
Uit mijn onderzoek naar de veranderingen in het maken van rijksbeleid blijkt dat er inderdaad veel mis is met de huidige bestuurscultuur. Den Haag is de afgelopen veertig jaar problemen gaan oplossen door visieloos symptomen te bestrijden, zonder kennis van de aard en oorzaken van de problemen. In de Kamer luisteren veel Kamerleden niet naar elkaar en ze debatteren niet over de inhoud van de maatschappelijke vraagstukken. Beleidsambtenaren hebben geen tijd voor degelijke beleidsvoorbereiding en hun managers, op alle niveaus, ontberen de kennis daarvoor. Ze kunnen bewindspersonen nauwelijks weerwoord bieden, als ze dat al durven; bewindspersonen die zelf vaak onvoldoende kennis van hun vele beleidsterreinen hebben. Het rijk is dan ook niet in staat maatschappelijke problemen bij de wortel aan te pakken, bestrijdt slechts symptomen en verergert daarmee deze maatschappelijke problemen. Ik noem dat adhocbeleid: Het inzetten van tamelijk willekeurige instru-menten om een probleem op te lossen met vaak onbedoelde en zelden de beoogde gevolgen.
Het ad-hocbeleid van het rijk begon geleidelijk aan het einde van jaren zestig en is sinds de kabinetten Lubbers steeds meer gemeengoed geworden. Pragmatisme begon idealisme en visie te verdringen, aandacht voor de inhoud van maatschappelijke vraagstukken maakte plaats voor de drang te bezuinigen, de doelmatigheid te verbeteren en onderdelen van het rijk te privatiseren. Marktwerking en prestatiemeting gingen gepaard met toenemende regeldruk. De voorwaarden om professioneel beleid te kunnen maken verdwenen, namelijk visie, kennis en tijd van Kamerleden, bewindspersonen en ambtenaren. Wat resteerde, is de roep om problemen op te lossen: zodat er weer nieuwe problemen kunnen ontstaan, zoals we in de toeslagenaffaire zagen.
Een actueel voorbeeld is de bestaansonzekerheid, die tijdens de laatste verkiezingscampagnes een gespreksonderwerp was. Verhoging van het minimumloon zou een oplossing zijn en misschien is dat ook nodig, maar dat pakt de complexe oorzaken van de toenemende armoede niet aan: denk aan bureaucratie en marktwerking, de gestegen kosten van de zorg, het (openbaar) vervoer, voedsel, het wonen (huren, energie, belastingen, onderhoud). Denk aan andere oorzaken van armoede zoals ongelijkheid en discriminatie. Er is veel visie, kennis en geduld nodig om dergelijke oorzaken te onderzoeken en een plan te maken om deze oorzaken fundamenteel aan te pakken. In de afgelopen decennia heeft de rijksoverheid deze professionele wijze van beleid maken veelal vervangen door ad-hocbeleid. Met verhoging van het minimumloon los je de bestaansonzekerheid niet op.
De Nieuwe Bestuurscultuur
In de nieuwe bestuurscultuur hebben politici de nare gewoonte om problemen op te willen lossen achter zich gelaten. Bewindspersonen investeren in hun departement zodat daar voldoende kennis en tijd is om te werken aan hun langetermijnvisie en -doelen en de handhaving van beleid. Ze zorgen ervoor dat de Kamer degelijke beleidsvoorstellen krijgt die de oorzaken van de maatschappelijke problematiek te lijf gaan. Deskundigen waaronder uitvoerende organisaties zijn voor het opstellen van deze voorstellen geraadpleegd. Kamerleden luisteren naar elkaar, respecteren elkaars kennis en stellen elkaar inhoudelijke vragen. Ze beoordelen of regeringsvoorstellen passen in een visie, gericht zijn op resultaten op de lange termijn, of ze handhaafbaar zijn en of ze bijdragen aan preventie. Met zo’n bestuurscultuur komt het uiteindelijk wel goed met dit land. Maar dat vergt wel een Jobsgeduld.
Josine Teeuw werkte dertig jaar bij de rijksoverheid in verschillende functies. Zij is nu gepensioneerd. In juni 2023 promoveerde zij aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 2024
Zicht | 92 Pagina's
