De valse schijn weerstaan
Beschouwing over de druk tot conformisme
De Westerse wereld beroemt zich op haar democratie, vrijheid en diversiteit. Die geven burgers de rechten en vrijheden waarmee ze zichzelf kunnen zijn en maximaal kunnen werken aan hun individuele ontplooiing. Tegelijkertijd lijkt er in de Westerse wereld een sterke neiging tot conformisme en groepsdenken aanwezig te zijn. Geluiden die afwijken van de hoofdstroom kunnen rekenen op felle kritiek en ondergaan pogingen om monddood gemaakt te worden.
Denk bijvoorbeeld aan de grote maatschappelijke en politieke druk op ongevaccineerden tijdens de coronapandemie, of de pariarol van de conservatieve regeringen van Polen en Hongarije binnen de Europese Unie. Daarnaast is er de huidige cancelcultuur, waarin in de pas lopen met het dominante discours een voorwaarde lijkt voor wetenschappelijke en maatschappelijke erkenning. Deze voorbeelden wijzen op een neiging om zoveel mogelijk eenvormigheid te willen bereiken. Iedereen moet hetzelfde denken; afwijkende opinies en visies worden in de marge geduwd. Historisch bezien is dit een kenmerk van een totalitair regime: een staat waarin de overheid vanuit een bepaald wereldbeeld alle elementen van het leven wil beheersen. Alle burgers moeten meegaan in dit ideologische wereldbeeld. Elk tegengeluid wordt gezien als een directe bedreiging voor de samenleving en moet daarom het zwijgen worden opgelegd.
Leeswijzer
In dit artikel besteden we aandacht aan de druk tot conformisme die een kenmerk is van een totalitair systeem – of van een samenleving die haast ongemerkt naar zo’n systeem op weg is. Eerst beschrijven we aan de hand van de inzichten van de Joods-Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) de kenmerken van het totalitarisme. Een belangrijk deel van haar werkzame leven was gewijd aan de doordenking van het fenomeen van totalitarisme. Vervolgens stellen we de vraag hoe we de dreigende ontwikkeling richting totalitarisme het hoofd kunnen bieden. Ter aanvulling op de liberale inslag van Arendt gaan we hierbij te rade bij verschillende denkers uit de christelijke traditie; met name Jeroen Buve (1935-2017) en Paul Scholten (1875-1946).
Dit artikel heeft een inleidend en verkennend karakter. We beogen lezers bewust te maken van het verschijnsel van de neiging tot conformisme en een handreiking te bieden om hiermee zelf aan de slag te gaan. Andere artikelen in dit themanummer bieden meer stof tot bezinning. 1
Nieuw Wetsbegrip
Wat het totalitarisme volgens Arendt onderscheidt van andere regeringsvormen (zoals autoritarisme) is dat het totalitarisme een nieuwe betekenis aan het begrip ‘wet’ geeft. In het totalitarisme is de wet niet meer een factor die stabiliteit en rust teweegbrengt en als norm dient voor het overheidshandelen, maar wordt de wet gezien als een bewegingswet die door mensen uitgevoerd moet worden. De nazi’s betoogden dat zij in hun rassenstrijd de natuurwet uitvoerden, en de communistische volgers van Stalin meenden dat zij de wet van de geschiedenis uitrolden. Door het begrip wet op deze manier in te vullen, worden politieke tegenstanders bij voorbaat buiten de orde van de wet geplaatst: zij zijn vijanden van de natuur of staan aan de ‘verkeerde kant’ van de geschiedenis. Dit maakt hen vogelvrij. 2
Wie A Zegt, Moet Ook B Zeggen
Eén van de middelen die een totalitair regime volgens Arendt gebruikt om burgers te laten gehoorzamen is de ‘tirannie van de totalitaire logica’. Ieder mens heeft de innerlijke angst om zichzelf tegen te spreken. Mensen willen graag consequent zijn: we beschouwen een discussie vaak als beëindigd wanneer de ene partij de andere partij voor de voeten kan werpen dat deze niet in lijn met zijn eerdere standpunten handelt of spreekt. Een totalitair regime maakt van deze eigenschap handig gebruik om de tirannie van de totalitaire logica op te leggen aan de burgers. Het ideologische uitgangspunt wordt dan als wet genomen die tot de uiterste gevolgtrekking consequent doorgevoerd moet worden. Arendt verwijst hierbij letterlijk naar de redenering dat ‘wie A heeft gezegd ook B moet zeggen’.
Deze logica werkt zelf-disciplinerend: de burgers zullen zichzelf gaan ‘bijsturen’ wanneer ze merken dat ze inconsequent hande-len. Op deze manier kan een ‘totalitarisme van onderop’ ontstaan. In de tijd van Stalin ging dit bijvoorbeeld zo ver dat aangeklaagde en onschuldige partijleden toch schuld bekenden, omdat ze leefden vanuit het dogma dat de Partij altijd gelijk had. Als de Partij hen er dus van beschuldigde vijanden van de Partij te zijn, dan waren ze dat ook, want de Partij had altijd gelijk. 3
De tirannie van de logica markeert ook het verschil tussen een totalitair en een ‘gewoon’ autoritair regime. Een autoritair regime bemoeit zich niet met wat mensen denken, zolang ze uiterlijk maar gehoorzame burgers zijn. Een totalitair regime gaat verder en schakelt ook de vrijheid van denken en geweten uit door deze ondergeschikt te maken aan de allesdoordringende ideologische logica.
Eenzaamheid En Atomisering
Een ontstaansvoorwaarde voor een totalitair regime is dat de mensen van elkaar vervreemd en geïsoleerd zijn. Niemand vertrouwt elkaar. In zo’n wereld neemt de eenzaamheid toe. Deze eenzaamheid bereidt mensen voor op het opvolgen van de totalitaire logica: ze hebben geen zinnige ontmoetingen met anderen, die hen eens ‘met beide benen op de grond zetten’. Wat dit betreft maakte Arendt zich zorgen over de ontwikkeling rond eenzaamheid (zij noemt het ‘verlatenheid’) zoals zij die in haar tijd zag en doet ze een waarneming die net zo goed in 2023 gedaan zou kunnen zijn: ‘Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaarstoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale omstandigheden zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa’s in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is’. 4 Verderop in dit nummer (p. 34-42) wijst Mattias Desmet ook op deze eenzaamheid als een voedingsbodem voor totalitaire systemen.
Vrijheid: Een Zaak Van Politieke Participatie
Arendt is kritisch op de filosofische en religieuze traditie die vrijheid vooral iets van het innerlijk heeft gemaakt, waar verder geen andere mensen bij betrokken zijn. Vrijheid komt juist openbaar door (in het politieke domein) te handelen. Vrijheid ‘ontdek’ je niet in je innerlijk, maar in de relatie met de wereld en andere mensen. Dan pas zie je immers welke verschillende mogelijkheden van handelen er zijn. Om werkelijk vrij te zijn, is dus het gezelschap van andere mensen nodig, in een politiek georganiseerde samenleving. Over de verhouding tussen vrijheid en politiek toont Arendt zich positief: zij stelt dat deze twee elkaar nodig hebben. De vrijheid die zij betrekt op de politiek is niet zozeer een kwestie van de (vrije) wil, maar van de mogelijkheid om iets in het leven te roepen dat er eerst nog niet was: om actie te ondernemen. Het gaat om de mogelijkheid om iets nieuws in de wereld te brengen. Arendt stelt dat Augustinus in zijn (deels politieke) geschrift De Stad Gods ook zo’n opvatting van vrijheid hanteert. Daarin ziet hij vrijheid niet als een innerlijke gesteldheid, maar als een kenmerk van het menselijk bestaan in de wereld. God heeft de mens als een begin in de wereld gebracht, en omdat hijzelf een begin is, kan de mens ook een begin maken door te handelen.
Dit betekent dat mensen pas werkelijk vrij zijn wanneer zij in het publieke (politieke) domein handelen en deze handeling uiting geeft aan een bepaald principe dat zij als positief waarderen. Begrippen als eer, liefde of vrijheid kunnen zo’n principe zijn. Arendt verbindt dit ook met het begrip moed. Het vergt volgens haar moed om de beslotenheid van de privésfeer en de bijbehorende zorgen voor het eigen levensonderhoud achter zich te laten en in de publieke sfeer actie te gaan ondernemen met het oog op het publieke belang. 5 Dit wijst ook op het belang van sociaal verantwoordelijkheidsbesef, waarop we nog terugkomen.
Tegen De Stroom In Zwemmen
Vaak hebben mensen de neiging om historische processen als natuurlijke wetmatigheden te zien. Dan vergeten ze echter dat door mensen gecreëerde processen ook altijd door mensen onderbroken kunnen worden en dat het menselijke handelen niet altijd ‘wegverklaard’ kan worden door te wijzen op oorzaken of motieven. Mensen kunnen ook actie ondernemen ondanks de omstandigheden waar zij zich in bevinden. Dit is een gevolg van de menselijke vrijheid, zoals hierboven besproken. Deze vrijheid betekent dat mensen middenin een proces dat zich als natuurwet presenteert, toch een nieuw begin kunnen maken. Concreet gesproken: ze kunnen het besluit nemen om tegen de stroom in te zwemmen.
Op welke manier heeft dit nu te maken met totalitarisme? Arendt laat zien dat de menselijke vrijheid betekent dat mensen niet door natuurlijke of historische wetmatigheden geregeerd worden. Dat zou hen hun verantwoordelijkheid ontnemen. Mensen zijn vrij, en daarom kunnen ze (politieke) actie ondernemen. Zoals hierboven bleek, is een van de eigenschappen van een totalitair regime dat het claimt de wet van de natuur of van de geschiedenis onweerlegbaar ten uitvoer te brengen. Arendts opvatting van vrijheid laat zien dat mensen kunnen besluiten om eens een keer niet te handelen in overeenstemming met de ontwikkeling die in de geschiedenis waarneembaar lijkt. Menselijke vrijheid betekent dan ook dat het tij gekeerd kan worden. 6
Het veelgehoorde verwijt dat iets ‘niet meer van deze tijd’ is refereert onbewust aan een opvatting van de geschiedenis waarin een bepaalde – al dan niet gewenste - ontwikkeling zich als een onvermijdelijke wetmatigheid afspeelt. Door te stellen dat iets niet meer van deze tijd is, veronderstelt men de tegenstander meteen uitgeschakeld te hebben. Arendt laat echter zien dat er helemaal geen bepaalde ‘wet van de geschiedenis’ is, en dat het juist van menselijke vrijheid getuigt wanneer iemand weloverwogen ingaat tegen een bepaalde historische ontwikkeling. In dit nummer bespreekt Geert Schipaanboord (p. 26-32) de historische context van het argument dat iets ‘niet meer van deze tijd’ is, en geeft hij praktische adviezen om, in de geest van Hannah Arendt, stelling te nemen tegen het tij van de tijdgeest.
Een Tweevoudig Tegengif
Zoals Arendt aantoont, is een grote maatschappelijke en politieke druk tot conformisme aan een bepaalde ideologie of vooronderstelling een belangrijk onderdeel van een totalitair systeem. Deze druk is ook in de hedendaagse democratie aanwezig. Het genoemde voorbeeld van het verwijt dat iets niet meer van deze tijd is, laat dat zien. Bovendien biedt het menselijke streven om zo consequent mogelijk te willen zijn aangrijpingspunten voor totalitaire tendensen en conformisme. Om deze druk het hoofd te kunnen bieden, is een sterk antidotum nodig. Daarvoor geven wij in dit artikel een twee ledige aanzet. De eerste is te vinden in het idee van de democratie als ‘gezindheid’ en dus niet als louter een besluitvormingsprocedure. Op welke punten behoeft onze democratische houding, als kiezers en gekozenen, correctie? Naast deze democratische weerbaarheid is er de tweede aanzet: we hebben geestelijke weerbaarheid nodig, die te vinden is bij verschillende (christelijke) denkers over politiek, ethiek en maatschappij.
Democratische Weerbaarheid
Democratisch tegengif dat totalitaire tendensen keert, kan worden verkregen door terug te gaan naar de vraag wat de essentie is van democratie. Het misverstand is namelijk snel geboren dat democratie neerkomt op ‘de helft plus één beslist’. Dit is slechts de democratische besluitvormingsregel. Zo ‘werkt’ een democratie. Maar de opvatting dat democratie neerkomt op ‘de meerderheid beslist’ is een uiterst beperkte, dus ook zeer riskante. Democratie kan dan immers zomaar vervallen in een dictatuur van de meerderheid. Of, wanneer de chaos aanhoudt, klinkt er de roep om ‘de sterke man’ die in korte tijd veel bijval kan oogsten en daarmee het einde van de democratie inluidt.
Wie gehecht is aan de democratie, wil zulke scenario’s vermijden. Intussen laten die wel zien dat democratie een achilleshiel heeft, omdat je met de meerderheidsregel de democratie om zeep kunt brengen. Stemmen over een voorstel is nodig om een besluit te nemen, maar toch heeft dat niet het grootste belang. Het accent moet vallen op het proces wat eraan vooraf gaat. Want de leden van een parlement of gemeenteraad stemmen pas ná een democratisch debat. Wanneer je meent niet te hoeven luisteren naar de stemmen van anderen leg je de bijl aan de wortel van de democratie. Want een goede democraat wil óók rekening houden met de stem van de minderheid. Meer nog: in een democratie, zeker een die bestaat uit allerlei verschillende minderheden, is het van groot belang om de grondwettelijke of fundamen-tele rechten van de onderscheiden groepen te beschermen. Juist op dit punt zien we de laatste tijd van alles misgaan. Die ontsporingen houden verband met drie ondermijnende ontwikkelingen.
Vrijheid Als Mateloosheid
De eerste is de beperking van het vrijheidsbegrip tot individuele keuzevrijheid en de gelijktijdige associatie van vrijheid met onbepaaldheid, onbegrensdheid of mateloosheid. Op dit punt bijt progressiviteit in haar eigen staart. Want wanneer voor individuele (keuze)vrijheid geen enkele grens zou gelden, is het snel gedaan met de vrijheid van allen. Door eenzijdig de keuzevrijheid te benadrukken, domineert het eigenbelang van het individu of de groep, waardoor het algemeen belang buiten beeld raakt. Democratische vrijheid is meer dan keuzevrijheid. Zij kan namelijk alleen functioneren wanneer mensen daarvoor hun verantwoordelijkheid nemen, ieder op het eigen niveau in de samenleving. Vrijheid is geen echte vrijheid als zij niet de ruimte biedt om je verantwoordelijkheid te nemen, niet alleen voor jezelf, maar ook voor het geheel, voor de gemeenschap. Vrijheid wordt een mens gegeven om te doen wat je behoort te doen. Volgens déze opvatting van vrijheid kun je juist níet doen wat je wilt, maar je houdt je aan de wet, omdat die de vrijheid – weliswaar een begrensde vrijheid - voor ieder garandeert. 7
Het Recht Als Instrument Van De Macht
De tweede vorm van ondermijning is de teloorgang van het besef dat óók een democratische meerderheid zich moet laten corrigeren door recht en gerechtigheid, omdat een democratie niet goed kan functioneren zonder de dragende grond van de rechtsstaat. Het recht valt niet samen met wat de meerderheid vindt, maar vormt een correctie op de macht. Daarom zijn checks & balances zo belangrijk. Macht moet ingetoomd worden. Ook meerderheidsmacht behoort nooit boven het recht en de wet te staan. Van belang is ook dat de overheidstaak wordt beperkt tot het publieke domein. Grondrechten moeten functioneren als grenspalen, die de staatsvrije sfeer voor burgers en hun organisaties garanderen. Arendt wijst ook op het belang van deze staatsvrije sfeer ter voorkoming van een totalitair systeem. 8
Wijdverbreid Wantrouwen
De derde ondermijnende tendens is de toename van het onderling wantrouwen in politiek en samenleving. De wantrouwige geest lijkt uit de fles te zijn, mede doordat politici zich focussen op belangen van deelgroepen en op korte termijnsuccessen. Het economisch gewin op korte termijn gaat voor duurzaam welzijn op lange termijn. Opportunisme wordt nauwelijks door kiezers afgestraft. Trouw, het tegenovergestelde van opportunisme, wordt minder gewaardeerd. Het gaat hierbij om loyaliteit, waarachtigheid en betrouwbaarheid. Je komt dus je morele verplichtingen na. Afspraak is afspraak, ook als het jou op een bepaald moment niet uitkomt. Als het onderling wantrouwen de dissonante toon zet van het publieke debat, gaat alles vals klinken. Indertijd konden de socialist Joop den Uyl en de liberaal Hans Wiegel stevig met elkaar debatteren. Wiegel had bijvoorbeeld kritiek op de stijgende overheidsuitgaven en wees Den Uyl aan als ‘sinterklaas’. De laatste kon daar hard om lachen. Den Uyl en Wiegel hadden forse meningsverschillen, maar respecteerden elkaar als politici.
Geestelijke Weerbaarheid
Om meteen tot de kern door te stoten: onze geestelijke weerbaarheid wordt fundamenteel aangetast wanneer wij groter ontzag hebben voor mensen dan voor God. Deze stelling werken we hieronder uit in drie verhoudingen: die van vrijheid en gezag (1), die van individu en gemeenschap (2) en die van stabiliteit en soepelheid (3).
1. Vrijheid en gezag
Gezag en vrijheid kunnen niet zonder elkaar. Gezag zonder vrijheid wordt tirannie, net zoals vrijheid zonder gezag leidt tot anarchie en chaos. 9 Beide uitersten moeten we vermijden door helder voor ogen te houden wat vrijheid is, wat gezag inhoudt en hoe deze zich tot elkaar verhouden.
Vrijheid in Bijbelse zin is dat een mens zich losmaakt van alles en zich alleen bindt aan God. 10 Op die manier sta je onbevangen (‘vrij onverveerd’) tegenover de wereld. Deze innerlijke vrijheid bepaalt je houding tegenover de wereld. Zij kan je niet worden ontnomen, zelfs al word je in de gevangenis gezet. Deze innerlijke vrijheid is een zaak van het hart of het geweten van een mens waarop hij uiteindelijk de meest essentiële levensbeslissingen baseert. Voor het politieke leven is daarom van doorslaggevend belang dat je het geweten van de ander niet dwingt, geen geweld aandoet. 11 Dit geldt niet alleen voor mensen in hun onderlinge verhoudingen, maar zeker ook voor de overheid.
Het overheidsgezag vindt haar begrenzing in de vrijheid van burgers. Die komt tot uitdrukking in grondrechten, zoals de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van geloof en eredienst. Zij bakenen de staatsvrije sfeer af. Geestelijke weerbaarheid tegen totalitaire tendensen vraagt om bijzondere alertheid op dit punt, met name de vrijheid van geweten en geloof.
Daarbij moet ons hart telkens gereinigd worden van partijdigheid. Het geweten van alle mensen dient ons even lief te zijn. Ook dat van onze politieke opponenten. Op voorhand uitgaan van hun ongelijk is daarom geen goede houding. En verder weegt de gewetensvrijheid van aanzienlijken of intellectuelen zeker niet zwaarder dan die van eenvoudige mensen. Niet voor niets staat in de Bijbel te lezen dat God het opneemt voor de kwetsbaren, de wees, weduwe, arme en vreemdeling (Deut. 10, 18 e.v.).
2. Individu en gemeenschap
Wie zich gebonden weet aan Christus wil geen slaaf van mensen zijn. Hij laat zijn standpunt niet dicteren door een bepaald groepsbelang, maar wil Christus navolgen. Daarom is de mening van de meerderheid niet beslissend voor het persoonlijk gedrag. 12 De tegenwerping is snel gemaakt: leidt zoiets niet tot een individualistische levenshouding? Nee, wezenlijk is dat een christen niet denkt vanuit zichzelf, maar vanuit Christus. Dat vormt de basis voor een herkenbare christelijke levensstijl. Tegelijk sluit dit verscheidenheid van handelen door christenen niet uit. Bijbelse eensgezindheid verschilt immers van moderne uniformiteit. 13
Maar ook hier is het nodig te waken voor eenzijdigheid. Wie bijvoorbeeld hard roept dat hij of zij zichzelf wil zijn en zich niets van de mening van mensen aantrekt, doet dat ongemerkt juist wel. En dan vaak op het verkeerde moment, bij een onjuist onderwerp of om een foutieve reden: grotere mensenvrees dan eerbied voor God. Een goed ontwikkeld sociaal verantwoordelijkheidsbe-sef helpt om anderen tegemoet te komen. Want wie de naaste liefheeft, wil diegene niet graag kwetsen. Wie oog heeft voor de ander, durft gerust wat van de eigen vrijheid in te leveren, zonder daarmee slaaf te worden van die ander. 14
Vertaald naar het politieke leven: in deze aardse, gebroken werkelijkheid streeft de SGP een maatschappelijk bestel na waarin Gods geboden en de gerechtigheid van Zijn koninkrijk het beste tot gelding komen. Dit betekent onder meer dat we het welzijn van zowel het individu als dat van de gemeenschap in het oog willen houden. 15 Daarbij is het zeker niet verkeerd om naar allerlei maatschappelijke, wetenschappelijke en politieke stemmen te luisteren. Goed geïnformeerd zijn en een zaak van meerdere kanten bezien, is een kwestie van gezond verstand. Het komt er wel op aan dat die kakofonie van stemmen niet het Woord van de levende God overstemt. 16
3. Stabiliteit en soepelheid
Voor een stevig verzet tegen totalitaire tendensen is méér nodig dan ferm vasthouden aan je principes. Standvastigheid is zeker nodig in tijden waarin alles in beweging lijkt.
Maar van een christen wordt ook soepelheid of lenigheid verlangd. Aan de ene kant is er de opdracht om bij het Woord van God te blijven en de schat van het Evangelie getrouw te bewaren. Aan de andere kant moeten we dat Woord toepassen in verschillende situaties die naar plaats en tijd wijzigen. Hiervoor is veel wijsheid nodig, met daarbij een helder inzicht in het probleem, het doorzien van de geestelijke achtergrond van ontwikkelingen, alsook het overzien van de (politieke) gevolgen. Dat vraagt niet alleen om Schriftstudie en noeste denkarbeid, maar ook gebed om verlichting van het verstand, om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt (Filippenzen 1, 9-10). We zijn ervan overtuigd dat het Evangelie doorwerkt in alle kringen van het leven, maar dat gebeurt in elke levenskring anders, op een manier die bij die levenskring past. 17 Om tussen de klippen van verstarring en verwarring een begaanbare weg te vinden zijn stabiliteit en soepelheid nodig.
Tot Slot: Aanbevelingen
Bij wijze van een voorlopige afronding van deze beschouwing volgt een aantal denkduwtjes om de bezinning op dit thema te stimuleren.
• Om werkelijk vrij te zijn heb je medeburgers nodig (Arendt). Je kunt je dus niet terugtrekken in de bubbel van eigen voorkeuren en je alleen laten leiden door het liberale schadebeginsel (alles is geoorloofd voor zover het anderen geen schade berokkent).
• Eenzaamheid of verlatenheid van het individu, in combinatie met een massacultuur, vormen grote risico’s voor het functioneren van de democratie.
• Een democratische gezindheid behelst veel meer dan respect voor de meerderheidsopvatting. Het monddood verklaren van tegenstanders of minderheden hoort daar in elk geval niet bij.
• De grondleggende betekenis van de vrijheid van geweten en geloof voor de Nederlandse samenleving mag niet worden veronachtzaamd. 18
• De overheid en de democratische meerderheid moet zich laten begrenzen door het recht en door de vrijheden van burgers.
• Geef stem aan uw tegengeluid. Tegenspraak is de waakhond die voorkomt dat democratie geruisloos afglijdt naar totalitarisme.
• Waardeer mensen met (van de meerderheid) afwijkende of schurende opvattingen. Waak voor een ‘cancelcultuur’, ook in SGP-kring. Wees niet bang om af en toe non-conformistisch te zijn.
• De ideale samenleving of perfecte heilsstaat wordt niet door mensen gerealiseerd, ook niet door christenen in de politiek. Elke poging daartoe leidt tot een grote mate van angst, onvrijheid en onmenselijkheid.
• Durf als mens en als politicus jezelf te relativeren. Heb de moed om inconsequent te zijn. Word in elk geval geen fanaticus. En waak voor een gebrek aan humor.
Bronnen
1 Mochten we als redactie bepaalde ontwikkelingen of verschijnselen ten onrechte niet hebben benoemd, reageer gerust. We zijn immers op de wereld om elkaar te helpen.
2 H. Arendt, Totalitarisme (Amsterdam 2005) p. 326, 327. Zie ook W. Aalders, Theocratie of Ideologie, Den Haag 1977), p. 39.
3 Arendt (2005), p. 340-342.
4 Arendt (2005), p. 348.
5 H. Arendt, ‘What is Freedom’, in: The Portable Hannah Arendt (New York 2000), p. 438-461.
6 Arendt (2000) p. 438-461.
7 Vgl. J.D.J. Buve, God in de democratie (Deventer 2021) p. 41.
8 H. Arendt, The Human Condition (Chicago 1998) p. 50-78.
9 P. Scholten, ‘Christelijke vrijheid en Nederlanderschap’, in: B.J. Spruyt (red.), ‘Voor religie en vrijheid. Protestantse teksten over rechtstaat, tolerantie en christelijk burgerschap (Apeldoorn 2015) p. 256-69, aldaar p. 268.
10 Scholten (2015), p. 264.
11 Scholten (2015), p. 265.
12 J. Douma, ‘Persoonlijke vrijheid in de gemeenschap’, in: Radix 9 (1983), 149-161, aldaar p. 151.
13 Vgl. Douma (1983), p. 160.
14 J. Overduin, Worden als een man. Over de geestelijke volwassenheid (Wageningen 1974), p. 111
15 Vgl. Overduin (1974), p. 105.
16 Overduin (1974), p. 140.
17 Overduin (1974), p. 101. Zie ook de bijdrage van George Harinck, p. 44-49
18 Zie ook A. Kluveld, Gewetensvrijheid in het geding. Het relationele geweten ondervraagd (Apeldoorn 2017).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2023
Zicht | 96 Pagina's
