Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Besturen en getuigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Besturen en getuigen

Guido als inspirator voor SGP-politici

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al is het 455 jaar geleden dat Guido zijn geloofs belijdenis over de kasteelmuur in Doornik wierp, zijn vrijmoedig getuigenis doet vandaag nog steeds van zich spreken. Dat blijkt wel uit de reacties van acht SGP-politici op vragen over getuigen in de politiek.

We beginnen in het zuiden. Het Zeeuwse waterschap Scheldestromen wordt mede bestuurd door Gert van Kralingen. We vallen bij hem met de deur in huis: heeft u als SGP-politicus ‘iets’ met Guido de Brès?

‘Wie in Zeeland woont en werkt, heeft ook altijd oog voor onze zuiderburen. Daar waar ooit de stroom vluchtelingen vandaan kwam die Middelburg en Veere welvarend heeft gemaakt. Maar ook waar de kerk heeft gebloeid in de eerste periode van de reformatie. Wie nadenkt over de vreze des HEEREN in zijn eigen leven, vindt in het leven van Guido de Brès wel een rijke bron. Hij deed zijn werk onder gevaarvolle omstandigheden. Maar zo mocht hij de kerk dienen. Zelfs tot de dag van vandaag heeft hij ons zo’n rijke tekst gegeven in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Woord voor woord met zoveel geestelijke diepgang geformuleerd. Maar het meest denken we aan zijn getuigenis geschreven in zijn brieven in de gevangenis. Toen hij alles van deze wereld mocht loslaten, zijn werk, de kerk, zijn ambt, zijn vrouw, zijn moeder, ja alles van hier beneden en zich mocht richten op zijn werkelijke thuis bij de Heere.’

We vertrekken naar Noord-Holland. In de gemeente Haarlemmermeer is Dick den Butter actief als raadslid namens ChristenUnie-SGP. Is Guido de Brès ook voor u een identificatiefiguur?

‘Guido de Brès als identificatiefiguur? “Gelukkig niet!”, is mijn eerste gedachte bij deze vraag. Want de tijd waarin hij leefde, vroeg om offers waar we nu niet voor hoeven te vrezen. Ik ben overigens diep onder de indruk van de vrijmoedigheid waarmee Guido de Brès zijn geloof beleed en ervoor streed, in een tijd waarin dit zijn leven kostte. Daar-mee is hij een inspiratiebron voor getuigen in de politiek. In de lokale politiek van Haarlemmermeer ben je druk met praktische zaken als ruimte voor woningen en wegen, gezondheidseffecten van Schiphol en energietransitie. We moeten blijven zoeken naar mogelijkheden om het getuigen vorm te geven, juist ook in de praktijk van alle dag.’

Nu naar de oudste stad van Holland: Dordrecht. We vragen aan Joost Veldman, fractievoorzitter ChristenUnie-SGP in de Dordtse raad, hoe je in de hedendaagse politiek getuigen vorm en inhoud geeft.

‘Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat getuigen in de politiek niet alleen betrekking heeft op een getuigend woord in de raadszaal, maar zich uitstrekt tot de gehele publieke sfeer. Laat de kerken, straten en pleinen getuigen zijn, ze trotseren de eeuwen. In onze hoek van het protestantisme is daarvoor naar mijn idee te weinig oog. Hoe doen we dat concreet in Dordrecht? Van oudsher schenkt de fractie van ChristenUnie-SGP veel aandacht aan de historie van de stad. Een geschiedenis die is doordrenkt van christendom. Meest voor de hand liggend voorbeeld is natuurlijk de Synode van Dordrecht van 1618-1619. Na jaren van inspanningen - mede door onze fractie - werd hieraan in 2018-2019 ruime aandacht (en publiek geld) besteed. De wanden van het Dordrechts museum waren bedekt met Bijbelpassages, er was een tentoonstelling over de Statenvertaling en een robot schreef dag in dag uit de Bijbel over. De SGP-Tweede Kamerfractie greep dit aan om in Den Haag een expositie te organiseren over de Statenvertaling.

Waarom doen we dat eigenlijk? Dat doen we vanuit de overtuiging dat we in het heden niet goed kunnen leven zonder het verleden te kennen. Dat doen we zodat mensen doordrongen raken van het besef dat de wortels van ons land christelijk zijn. Dat doen we, tot slot, omdat het uiteindelijk niet onze geschiedenis is, maar Gods geschiedenis met ons.’

Van Zuid-Holland reizen we oostwaarts naar Gelderland. In de gemeente West-Betuwe spreken we SGP-fractievoorzitter Lourens van Bruchem over getuigen in de politiek. Op welke manier is daar aandacht voor?

‘Als lokale politicus, en zeker als fractievoorzitter, heb je in ieder geval de mogelijkheid om bijvoorbeeld tijdens de algemene beschouwingen te getuigen van onze drijfveren. Waarom doen wij aan praktische politiek? Op dergelijke momenten vragen we namens de SGP-fractie aandacht voor het goede en het ‘weldadige’ van de tien geboden: “God lief te hebben boven alles, en de naaste als onszelf”. Daarnaast kan een doorkijkje gegeven worden naar de tijd die volgt na ons aller leven. Hoe zal het dan met ons zijn? Daarbij is het altijd onze worsteling: hoe komt onze boodschap over? Landt deze ook ín mensenharten? Voor mij speelt daarbij mee: staan wij, politici, menselijk gesproken, God niet in de weg? Dat zijn belangrijke overwegingen.’

Wat krijgt bij u voorrang: besturen of getuigen?

‘Dan is mijn oprechte antwoord: besturen. Ik wil het, vrij vertaald naar Newton, graag zo zeggen: “Bestuur een gemeente, neem deel aan coalities, maar getuig slechts af en toe met woorden.” Hierin ligt, als het goed is, onze kracht. Van onze houding, belangstelling, hulp en dienstbaarheid moet het getuigen van onze Schepper afstralen. Andere politici zullen het mij nazeggen, dat er juist dan ruimte ontstaat voor het andere gesprek. Bijvoorbeeld na afloop van een raadsvergadering, na of tijdens een coalitievergadering, tijdens een gesprek met ondernemers, met inwoners. Alleen getuigen met woorden kan niet (meer) in de politiek, zo het ooit al had gekund. Woorden moeten je daden bevestigen, anders zijn ze goedkoop of nietszeggend.’

Ook aan Lourens’ collega Johan Slootweg, jarenlang fractievoorzitter in de gemeenteraad van De Bilt, leggen we de vraag voor wat bij hem de voorrang krijgt: getuigen of besturen?

‘Ik zou niet over voorrang van het ene of het andere willen spreken. Maar wel dat van onze manier van politiek bedrijven een getuigenis moet uitgaan. Het mag niet slechts een hobby of nuttige invulling van tijd zijn, maar de verantwoordelijkheid van het ambt moet gevoeld worden. Betrouwbaarheid en eerlijkheid vallen op bij anderen als dit consequent wordt betracht. Laten we dit als SGP’ers ook nauw nemen en ons niet inlaten met allerlei politieke spelletjes. Daar ligt onze kracht niet in, maar zoveel te meer in een getuigenis in handel en wandel. Persoonlijk heb ik de verantwoordelijkheid die er in dit opzicht op mijn schouders is gelegd, door de jaren heen steeds gevoeld. En ja, dan is er ook in een gemeenteraad ruimte om op gepaste wijze te getuigen. Mijn ervaring is dat hier met respect naar geluisterd wordt en dat dit in de wandelgangen zo nu en dan tot mooie gesprekken kan leiden.’

Van een tegenstelling tussen getuigen en besturen willen SGP’ers niet weten. We vragen waterschapbestuurder Gert van Kralingen om een voorbeeld van een getuigenis in de politiek.

‘Ik denk dat veel bestuurders zich tekort voelen schieten in hun persoonlijk getuigenis. Je bent aan het besturen, beleid aan het maken, plannen voor de verre toekomst, 2050 en zelfs 2100. Zorgen dat Nederland gereed is voor zeespiegelrijzing, zoetwatertekorten, hoosbuien enzovoort. Dat is vooral het praktische werk van besturen. Heel mooi werk. Maar kunnen ze ook aan mij zien of merken dat ik een christen ben? Is er in mijn leven iets zichtbaar van de ambten van Christus (profeet, priester en koning)? Mij valt steeds weer op de tere band tussen het gebed - vaak in de nood gebeden - en het moment dat de Heere een opening geeft om iets te zeggen over Zijn dienst. Om dan goed van Hem te mogen spreken. Ik stelde deze vraag over het persoonlijke getuigenis een keer na een vergadering zomaar aan een collega-bestuurder. Ze gaf mij een verrassend antwoord. “Heb je wel opgemerkt dat er in vergaderingen niet wordt gevloekt? Zou dat ook zo zijn als jij niet in de vergadering zou zitten?” Dat weet ik niet. Omdat ik in andere gevallen, zoals in hun thuissituatie, er niet bij ben. Maar haar antwoord gaf mij wel verwondering.’

Voor de volgende vraag trekken we op naar de Overijsselse regio Twente. In de gemeenteraad van Rijssen-Holten zit Jan Noeverman. Wat heeft Guido de Brès u vandaag de dag te zeggen?

‘Ik voel mij meer met Guido de Brès verbonden als kerkganger dan als (lokale) politicus, zonder dat van elkaar te willen scheiden. Guido de Brès leefde in een tijd van vervolging. De (overwegend roomse) overheid trad fel op tegen de calvinisten omdat zij hen beschouwde als rebellen. De calvinisten vormden gemeenten onder het kruis die in schuilkerken bijeenkwamen. Veel calvinisten zijn de marteldood gestorven. Tegen deze achtergrond heeft De Brès aan de overheid duidelijk willen maken wat deze protestanten nu feitelijk geloofden en beleden. Als SGP’er in de gemeenteraad van Rijssen-Holten bevind ik mij in een totaal andere situatie. Christelijke partijen vormen in onze gemeenteraad een ruime meerderheid. Het is duidelijk dat we geen rebellen zijn die erop uit zijn de bestaande rechtsorde omver te werpen. Maar ook dan blijft het wel belangrijk om verantwoording af te leggen over politieke keuzes. Die politieke verantwoording is voor mij heel nauw verbonden met het geloven en belijden van de kerk, maar valt daar zeker niet mee samen.’

Volgens Theo Meijboom, SGP-fractievoorzitter in de gemeenteraad van het Brabantse Altena, heeft Guido de Brès ons ook vandaag nog veel te zeggen. Hij licht dat desgevraagd toe.

“Wij leven in een verwarrende tijd door de steeds verdergaande polarisatie, tegenstellingen die in de sociale media worden uitvergroot en die uitmonden in onvrede over - en zelfs verzet tegen de overheid. In artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis geeft De Brès ons richting hoe wij ons hebben te verhouden ten opzichte van die overheid. Als christenen hebben we de opdracht om “gehoorzaam te zijn in alle dingen die niet in strijd zijn met het Woord van God”. Waarom? “Opdat de ongebondenheid van de mensen bedwongen wordt en alles in goede orde onder hen toegaat.” Als je je leven wilt inrichten naar Gods heilzame geboden, dan staan als het goed is niet de rechten van de mens centraal zoals sommige politieke partijen willen doen geloven, maar het recht wat onze Schepper heeft over ons leven. Dan staat Christus centraal, in ons persoonlijke leven, in het maatschappelijke leven en ja, dus óók in de politiek! Hoe veelzeggend zijn in dit licht de laatste woorden van Guido de Brès toen hij op het punt stond te sterven op het schavot. Hij riep de toeschouwers op om standvastig te zijn in de geloofsleer én trouw te blijven aan de overheid.’

Dat gebeurde op 31 mei 1567 in Valenciennes, op de vroege zaterdagmorgen voor Pinksteren. Die oproep tot gehoorzaamheid aan de overheid is typerend voor Guido de Brès, maar ook opmerkelijk, want ook hij was slachtoffer van de vervolging door diezelfde overheid. We laten Joost Veldman hierover aan het woord:

‘De oproep van Guido de Brès om de overheid te gehoorzamen verrast mij vooral vanwege de tijd en persoonlijke omstandigheden waarin dat gebeurt. Vanuit Bijbels en bestuurlijk perspectief is het echter een voorwaarde voor een geordend maatschappelijk leven. Zonder basale gehoorzaamheid ligt anarchie, wetteloosheid en onrechtvaar-digheid op de loer. Willen wetten doeltreffend zijn, dan zullen ze voldoende moeten resoneren in de samenleving (zie de Corona-maatregelen). Als we dat naast de NGB leggen (een kerkelijke belijdenis), dan kan artikel 36 toch vooral gelezen worden als een zeer dringende aansporing aan de kerken en haar leden om het evangelisatiewerk serieus te nemen, opdat christelijke wetten in de samenleving zouden resoneren.’

Welke zin uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis raakt u het meest? Op deze vraag reageert Lourens van Bruchem op een heel persoonlijke manier:

‘Na Pasen 2015 mag ik zeggen dat dit de volgende zin is van artikel 23: “En daarom houden wij dit fundament altijd vast en geven God alle eer en wij vernederen onszelf en belijden wie we zijn, zonder ons op iets van onszelf of op onze verdiensten te beroemen. Wij steunen en rusten alleen op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus, Die van ons is, wanneer wij in Hem geloven.” Voor mij was een aardbeving in China (in 2008) nodig om me te onttronen, na zeven zoekende jaren werd het voor mij in 2015 persoonlijk Pasen: “Hij leeft.” Uit genade alleen.’

Voor Theo Meijboom staat de geloofsbelijdenis boordevol waardevolle citaten die hem persoonlijk veel te zeggen hebben:

‘Als ik er één uit zou mogen lichten, kom ik toch uit bij artikel 21, bijna in het centrum van de belijdenis van Guido de Brès, waar het gaat over de voldoening van Christus, onze enige Hogepriester, voor onze zonden: “Wij vinden alle vertroosting in Zijn wonden en behoeven geen enkel ander middel te zoeken of te bedenken, om ons met God te verzoenen dan alleen dit ene offer, eenmaal gebracht, waardoor de gelovigen in eeuwigheid volmaakt worden”. Dit citaat spreekt mij bijzonder aan omdat hier in één zin het merg van het Evangelie wordt uitgestald. Verzoening door voldoening door een Ander, Christus, in onze plaats. Verzoening, vertroosting en uitzicht, en dat alles uit genade!’

Vanuit de noordelijk gelegen Friese gemeente Dantumadiel brengt SGP-fractievoorzitter Tom Bakker spontaan de ’21 woorden’ uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis ter sprake:

‘Eind jaren ’80, in mijn studietijd, heb ik hierover een artikel geschreven voor Ons Contact, het blad van de SGP-jongeren. Ik had namelijk ‘ontdekt’ dat volgens artikel 36 de overheid twee taken had: (1) niet alleen acht te geven op de openbare orde en daarover te waken, maar ook (2) de hand te houden aan de heilige bediening van de kerk. Het (a) weren en uitroeien van alle afgoderij en valse godsdienst en het (b) vernietigen van het rijk van de antichrist waren dus geen derde en vierde taak van de overheid, maar het doel van het ‘de hand houden aan de heilige bediening van de kerk’. Dit had ik gelezen bij de theoloog prof. dr. H. Visscher en ik besprak het met mijn vrouw (toen nog mijn vriendin), die Frans studeerde. Zij bevestigde het: vanuit het oud-Frans van Guido de Brès moest het zo gelezen worden.’

Wat betekent dit geloofsartikel over de overheid in de praktijk?

‘In de praktijk van het gemeenteraadswerk betekent dit vooral dat de gemeenteraad moet streven naar rust en orde, om te beginnen in de raadszaal, maar vervolgens ook in de samenleving. Gods Woord gedijt niet in een samenleving waar onrust is, herrie en chaos heerst. Een SGP-gemeenteraadslid zal daarom proberen te zorgen voor draagvlak, bijvoorbeeld door voorlichting en vormen van burgerparticipatie. Ik durf de stelling wel aan dat een SGP-gemeenteraadslid een verbinder zal proberen te zijn.’

Is voor een SGP-politicus alleen artikel 36 van betekenis?

‘Nee, behalve artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis denk ik dat in deze tijd bijvoorbeeld ook artikel 32 actueel is, dat gaat “over de orde en discipline of tucht van de kerk.” Verrassend genoeg begint het niet met de belijdenis dat de gelovigen zich moeten onderwerpen aan het kerkbestuur. Integendeel, het begint met de belijdenis dat het weliswaar goed is dat er in de kerk een zekere orde is, maar dat de kerkbestuurders ervoor moeten oppassen dat zij de gelovigen geen wetten opleggen boven de geboden van Christus, onze enige Meester. De belijdenis spreekt van menselijke bedenksels waardoor de gewetens van de gelovigen gebonden en gedwongen worden. Artikel 32 is dus heel beperkend voor de kerkelijke overheden. Naar analogie hiervan hebben ook de burgerlijke overheden een begrensde, afgebakende taak. Voor SGP-volksvertegenwoordigers is het daarom van belang dat zij erop letten dat overheden hun grenzen niet te buiten gaan. In onze tijd, waarin de overheid zomaar totalitaire trekjes kan gaan vertonen, is het niet verkeerd om na te denken over de strekking van artikel 32 en de consequentie voor onze houding ten opzichte van de rechtsstaat, de klassieke grondrechten en het concept van soevereiniteit in eigen kring.‘

Raadslid Dick den Butter vindt artikel 36 over het ambt van de overheid belangrijk voor de SGP:

‘Misschien gold dit voor Guido de Brès wat minder, het was tenslotte het een na laatste artikel in de door hem opgestelde geloofsbelijdenis. In het licht van zijn tijd is artikel 36 goed te begrijpen. In plaats van dat de overheid de zuivere leer probeerde uit te roeien, zoals in die dagen, moet de overheid die juist bewaken en bevorderen. De gebruikte termen zouden we wellicht vandaag de dag niet meer zo kiezen. Daarbij is artikel 36 ook in de eerste plaats een geloofsartikel, het vat samen hoe de Bijbel over de overheid spreekt. Dat is wat anders dan een programma van een politieke partij. Hoe geef je concreet invulling aan de overheid als hoeder van de kerk in een samenleving waar ieder voorkeursbeleid wordt geframed als discriminatie? Toch mogen en moeten we opkomen voor Gods Woord en dat benoemen als de Waarheid, juist ook in de politiek. Het antwoord op de vraag hoe, ligt in wat Guido de Brès zelf schreef op het titelblad van de geloofsbelijdenis. Hij verwijst daar naar 1 Petrus 3:15 waar staat: “Zijt altijd bereid tot verantwoording aan een ieder die u rekenschap afeist van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.” Dat moet de grondhouding zijn van SGP’ers die geconfronteerd worden met andere meningen. Daarin klinkt grote liefde door, allereerst tot God, vervolgens ook tot de naaste.’

Na het 36e volgt het 37e artikel dat gaat over de wederkomst van Christus. Dit vormt de climax van de geloofsbelijdenis. Op welke manier functioneert dit geloofsartikel in het politieke werk? Verwoordt dit ‘slotakkoord’ van de belijdenis een beklemmende of een bemoedigende waarheid? Johan Slootweg reageert:

‘Met dit geloofsartikel in gedachten, krijgt politiek een andere dimensie. We doen alles in de wetenschap dat we slechts voorbijgangers zijn. En we weten dat we ook over ons politiek bedrijven verantwoording moeten afleggen. Ik moet eerlijk bekennen dat dit niet altijd levende praktijk is, maar nu bij het beëindigen van mijn politieke loopbaan wel vaker in mijn gedachten komt. Als we bedenken wat zich allemaal samenspant om ook in ons land het Bijbels gedachtegoed zoveel mogelijk uit het openbare leven te verdringen, dan is dit geloofsartikel een bemoedigende waarheid. Want het leert ons inzien dat het naar het einde gaat en dan zal blijken dat alles in Gods Raad besloten ligt. Die Godsontmoeting zal voor ons allesbeslissend zijn; hoe dat zal zijn, kan voor mij een beklemmende vraag zijn. Bijbelse politiek proberen te bedrijven is immers geen garantie voor de zaligheid, dat is alleen het toegepaste bloed van Christus.’

Voor het Rijssense raadslid Jan Noeverman verwoordt artikel 37 een bemoedigende waarheid:

‘De Brès spreekt over de wederkomst en het oordeel. Dat oordeel komt niet aan mensen toe, maar aan God alleen. Híj zal oordelen en alles rechtzetten. De Brès besluit het artikel en de geloofsbelijdenis met de woorden: “Daarom verwachten wij die grote dag met groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere”. Tegenover de maakbaarheidsgedachte die zich in de politiek in allerlei vormen manifesteert, wijst De Brès een andere weg: die van de beloften. De beloften van God in Jezus Christus, onze Heere; de beloften waarin ook onze kinderen delen; de beloften die de basis vormen van heel het belijden van de Kerk. Vanuit die belijdenis mag ik als raadslid de vrede zoeken voor alle mensen binnen de gemeentegrenzen. In geloof en belijden dat het niet van mij afhangt, maar dat Christus Koning is, Die zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2022

Zicht | 104 Pagina's

Besturen en getuigen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2022

Zicht | 104 Pagina's