‘Zoektocht naar het hart van China’
Interview met prof. dr. F.N. Pieke, Modern China Studies aan de Universiteit Leiden
Wat kenmerkt de beschaving en het karakter van China? Wat is China en wie is ‘de Chinees’? En welke geopolitieke doelen streeft China na? Deze fundamentele vragen staan centraal in dit interview met prof. dr. Frank Pieke, professor Modern China Studies aan de Universiteit Leiden. De antwoorden op deze kernvragen zijn nodig om überhaupt enig zicht te krijgen op de motieven en doelen die schuilgaan achter belangrijke geopolitieke ontwikkelingen waarvan vetgedrukte krantenkoppen vrijwel dagelijks gewag maken. Laten we, kortom, beginnen bij het begin.
Eerst een persoonlijke vraag. Hoe is uw interesse in China ontstaan?
Het antwoord is niet zo ‘romantisch’. Toen ik ging studeren waren er nóg minder mensen die zich met China en Oost-Azië bezighielden dan nu. Ik zag dus baankansen. Daarnaast wilde ik weten hoe het socialisme zich uitte in het alledaagse, ‘echte’ leven.
Hoe zou u ‘China’ definiëren? Wat zijn de eerste gedachten en ideeën die bij u opkomen?
China kenmerkt zich door een rare paradox. Enerzijds is er grote culturele uniformiteit die voor 90% van de Chinezen geldt. Ik heb het dan even niet over de minderheden. Daarbinnen bestaat toch een enorme variëteit en diversiteit, maar wel binnen één gezamenlijk thema. Er zijn eigenlijk maar twee andere landen waar in alle plaatsen en uithoeken in cultureel opzicht ondanks subtiele variaties een grote gemene deler bestaat, en dat zijn Rusland de Verenigde Staten.
Wat is dan dat uniforme thema in de Chinese cultuur?
Allereerst gaat het om het idee en bewustzijn dat men Chinees is, onderdeel van een geza-menlijke beschaving en geschiedenis. Dat gemeenschappelijke uit zich onder meer in familievormen en gebruiken, de waarde die wordt toegekend aan verwantschap, en uitingen van religie. De manier waarop het leven wordt vormgegeven lijkt veel op elkaar, ook wanneer men duizenden kilometers uit elkaar woont.
Deze beschaving is niet ‘onbewust’ ontstaan, maar het resultaat van een bewust project. Voor het jaar 1000 was China veel diverser, met allerlei lokale elites en gebruiken. Maar vanaf dat jaar zette het keizerrijk welbewust in op grotere eenvormigheid op basis van culturele eigenheid. Godsdienst, het openbare leven en familievormen en de taal werden steeds meer gestandaardiseerd.
De uitspraak van de toenmalige prinses Máxima dat de Nederlander niet bestaat, kwam haar op veel kritiek te staan. Bestaat ‘de Chinees’ wel?
Ja, mensen hebben een sterk en gedeeld bewustzijn van het Chinees-zijn, gecreëerd tijdens vele eeuwen van keizerrijken, regimes, bestuurders en filosofen. Zijn aard laat zich echter moeilijk in algemeenheden omschrijven. De Chinezen zijn een sociaal volk, maar dan alleen met de mensen die ze kennen. Jegens wie niet tot hun kring behoort wordt sociaal contact al snel meer geformaliseerd en gestandaardiseerd. Het kan zelfs bijna een theaterstuk worden, zoals je dat ook in de Japanse of Koreaanse cultuur aantreft. Dat is voor een Westerling soms ingewikkeld. Zelf probeer ik Chinezen gewoon te behandelen als alle andere mensen. In het besef dat bepaalde botheid of directheid echt averechts kan werken. Wees niet alleen vriendelijk, maar ook glashelder over wat je wel of niet wilt: duidelijk zonder confronterend te zijn.
Wordt verzet tegen de Chinese Communistische Partij (CCP) niet gezien als verraad van het Chinees-zijn?
De strijd tussen politieke denkbeelden bestaat, maar de CCP stelt zichzelf niet gelijk aan China. Wel ziet zij zichzelf als de leidende en dragende kracht van China. China is groter dan de CCP, maar zij heeft wel het recht, de missie, de verplichting zelfs om China te vormen. De gedachte is niet dat iedereen die niet bij de CCP hoort de vijand is, maar wel dat de partijelite het in haar Chinese attitude het beste weet.
Wat kenmerkt de Chinese bestuurlijke traditie?
De volksrepubliek kent een hiërarchischer en formalistischer bestuurscultuur dan Nederland. Ons land is natuurlijk extreem egalitair en infor-meel. In China is de relatie tussen een leidinggevende en zijn ondergeschikte hiërarchisch van aard. Er bestaat ongelijke relatie die tegelijkertijd zowel zakelijk als persoonlijk is, waarin loyaliteit een centrale plaats heeft. Dat is een interessante contradictie die voor buitenlanders lastig te begrijpen is. De Nederlandse informaliteit en directheid moet je in China in ieder geval compleet vermijden: draai liever om de het brei heen en stel je bescheiden op.
China en het Westen gaan steeds nadrukkelijker de confrontatie met elkaar aan. Speelt vanuit China’s getroebleerde historie, denk aan de vernederende opiumoorlogen, wraakzucht een rol in China’s houding tegenover het Westen vandaag?
Waarschijnlijk wel. Niet alleen China maar ook veel andere niet-Westerse landen hebben diepe wonden, en die worden nog steeds gekoesterd. In het verleden hebben diepe krenkingen van culturele en nationale trots plaatsgevonden. Er bestaat in China een sterk verlangen om op voet van gelijkheid met het Westen en Japan om te gaan. Het gaat in de eerste plaats dus niet om onderwerping van anderen, maar om respect. Een relatie op basis van gelijkheid is daarvoor voldoende. Men wil de Amerikanen, andere westerlingen en Japanners recht in de ogen kijken en nooit meer gedwongen worden hun bevelen op te volgen.
De metafoor van tianxia, wat zoveel betekent als “alles onder de hemel”, duidt in de klassiek-Chinese traditie op de reikwijdte van de macht van de keizer. In hoeverre is dit begrip toe te passen op de Chinese ambities onder het leiderschap van Xi Jinping?
Goede vraag. De metafoor is geworteld in een keizerlijke traditie die niet meer bestaat. Het idee was dat de keizer niet zozeer de hele wereld onderwerpt maar wel namens de ‘hemel’ boven de hele wereld staat. Ieder mens en iedere cultuur was principieel ondergeschikt aan de keizer. Dat bijvoorbeeld westerlingen alleen onder dien verstande op audiëntie mochten komen zorgde voor problemen: zij weigerden hun onderschikking te accepteren. Tianxia is dus meer een kosmologisch, ritueel begrip en gaat niet over politieke structuren.
In de huidige situatie, die wel over politiek gaat, wordt het begrip geherinterpreteerd. Betekent het dat de hele wereld onderdeel wordt van een vanuit China geleide structuur? Dat zou vanuit het Westen onherroepelijk tot strijd leiden. Of gaat het om het bevorderen van China’s belangen via parallelle structuren? Je kunt niet weten wat Chinezen vandaag met tianxia bedoelen, want dat weten ze zelf niet. Op het ogenblik lijkt het vooral een retorische manier om aan te duiden dat China een wereld wil die niet alleen bepaald wordt door Westerse manier van leven. Men wil op eigen voorwaarden onderdeel van deze wereld zijn.
Persoonsverheerlijking van Xi Jinping ziet u hier dus niet snel uit voortkomen?
Nee, het rituele en kosmologische element hoort bij het keizerrijk. Het idee dat de CCP of Xi Jinping het centrum van de wereld zou zijn waar alles om draait, dat idee bestaat volgens mij niet.
Ik las ergens dat China en het Westen verwikkeld zijn in een race om begrip van elkaars ideeën, en dat China die race wint. Bent u het hiermee eens?
Ik geloof niet dat China wint. Wel is in China de kennis over het Westen, en met name de Verenigde Staten, groter dan andersom. Dat is logisch, want vanuit een ondergeschikte positie is het belangrijker om de ander te begrijpen dan andersom.
Speelt hier nog een rol dat de Westerse cultuur vaak directer en transparanter is…
Wellicht kunnen westerlingen inderdaad minder goed voor zich houden wat ze denken. Maar vergis je niet: een Chinees kan waanzinnig direct en zelfs bot zijn in een superieure positie.
…of zijn de grenzen van goed en kwaad ‘bij ons’ duidelijker?
Het bestaan van het goede – het absolute goed – is een sterk Westers-christelijk en ook Islamitisch idee. In China is goed en kwaad relatief en gebonden aan een bepaalde situatie. Er bestaan meer grijstinten; iets is wat meer goed (beter) of minder goed (slechter). Een absolute toetssteen ontbreekt: goed en kwaad zijn veeleer menselijke eigenschappen.
Wat zijn de belangrijkste buitenlandpolitieke beleidsdoelstellingen van China voor de komende decennia?
Allereerst streeft China naar respect. Niet langer dictaten opvolgen van buitenlandse mogendheden. Ten tweede wil men de Chinese natie vervolmaken. Dat heeft primair betrekking op de positie van Taiwan en Hong Kong, maar daarnaast ook op bepaalde grensgebieden met India en mogelijk ook Rusland. Ten derde wil men gelijk zijn aan de machtigste wereldmacht, Amerika. Daartoe moet China zelf een supermacht worden, zodat zij de wereld naar eigen ideeën kan inrichten.
Je kunt over president Trump veel zeggen, maar hij dwingt de Chinezen kleur te bekennen. En dat doen ze: ze claimen de wereld als hun ‘speeltoneel’.
Zou je dat ‘gezond zelfvertrouwen’ kunnen noemen van China?
Het is wel iets meer dan dat. Ik heb wel problemen met de Chinese ambities. Het heeft iets onvermijdelijks in zich. Tegelijk legt het iets bloot van de logica van internationale politiek: je kan feitelijk alleen maar streven naar meer macht. Dat heet met een mooi woord ‘offensief realisme’. De toonaangevende politicoloog Mearsheimer noemt dat “de tragedie van grootmacht-politiek”. Een andere term die hiervoor gebruikt wordt is ‘defensief imperialisme’: de noodzaak om je invloed voortdurend uitbreiden met als doel je beter te kunnen verdedigen. Eigenlijk gaat het hier om twee kanten van dezelfde medaille.
Welke ‘spelregels’ volgt China in de internationale politiek en diplomatie om haar doelen te verwezenlijken?
China kopieert de succesformules van andere mogendheden en probeert te leren van hun fouten. Hoe kwam de Koude Oorlog ten einde; wat deden de Verenigde Staten goed en wat deed de Sovjet Unie fout? Hoe won Amerika de Golfoorlog? Je ziet ook dat botter Amerikaans gedrag gekopieerd wordt. Interessant was ook de levensgrote advertentie van de Chinese ambassadeur in een groot Nederlands dagblad nadat ook de Amerikaanse ambassadeur zich in het publieke debat mengde.
Daarnaast wordt China op veel terreinen conventioneler, zoals op het vlak van militaire macht. Heel duidelijk werkt China aan invloed in landen om de Amerikanen erbuiten te houden. Tot slot zie je dat China gebruik maakt van de traditionele gereedschappen uit de internationale politiek, zoals ‘verdeel en heers’ en het beheersen van natuurlijke hulpbronnen en zeldzame aardmetalen.
Minderheden, waaronder christenen en Oeigoeren, hebben het in China zeer zwaar. Om ‘harmonie af te dwingen’ heeft de overheid een extreem geavanceerd surveillancesysteem ontwikkeld. Hoe houdbaar acht u dit systeem op langere termijn? Kan dit leiden tot opstanden of is het daarvoor – menselijkerwijs gesproken – al te laat?
Christenen komen volgens mij in China niet erg zwaar in de verdrukking. Ik zie nog steeds vrijheid om het geloof te belijden. Wel ziet Xi Jinping het christendom als een niet-Chinese, eigenlijk zelfs Westerse religie. Bepaalde beperkende maatregelen zijn dus te verklaren vanuit chauvinisme.
Dat ligt anders bij de Oeigoeren. Die worden veeleer gezien als een ‘ontembare’ minderheid dan als sec islamitisch. De keiharde repressie en gedwongen assimilatie heeft te maken met grote ontsteltenis na oproer en aanslagen van Oeigoerse separatisten.
Om dit te begrijpen moeten we eigenlijk uitzoomen. Wereldwijd kregen landen te maken met islamitisch fundamentalisme. Dat leidde tot verschillende reacties. De Verenigde Staten vielen vanaf 2001 andere landen – broeinesten van terrorisme; de As van het Kwaad – aan. Zij maakten er dus feitelijk een buitenlandpolitiek probleem van. Europa koos ervoor migranten en vluchtelingen te blijven verwelkomen, maar de schapen van de bokken proberen te scheiden. Doel is te voorkomen dat fundamentalisten voet aan de grond krijgen, zonder een systeem van algemene repressie, waarbij we dus een zekere mate van onveiligheid door mogelijke aanslagen accepteren als prijs voor onze waarden van vrijheid en gelijkheid voor de wet. China heeft gezegd: dat laatste gaan we dus niet doen. We maken een complete volkscultuur verdacht om zo het separatisme met wortel en tak uit te roeien. Je ziet hier dus opnieuw iets van de tactiek van het observeren, leren en alleen waar wenselijk kopiëren.
Tot slot: hoe moeten Nederland en andere Westerse landen, maar ook de landen rond de Zuid-Chinese Zee, zich opstellen tegenover een assertief China en de wereldorde die zij nastreeft? Hoe moeten wij ‘het spel spelen’?
Deze vraag gaat over de harde of zachte aanpak. Mijn antwoord is: beide zijn nodig. We moeten niet denken dat het lukt om met een fluwelen handschoen, voorzichtigheid en diplomatieke inzet op de lange termijn relaties China in ons eigen wereldbeeld te trekken. Dat gaat hem niet meer worden; dat wil China helemaal niet.
Voor het andere uiterste, de snoeiharde confrontatie zoals de Verenigde Staten die nu kiest, is in zekere zin wat te zeggen. Het bakent grenzen af en straalt uit dat je niet met je laat spotten. Dat is wellicht nuttig als waarschuwingssignaal en middel om de onderhandelingspositie te versterken, maar een signaal is nog geen samenhangende strategie. Ik zou zeggen: laten we niet naïef of agressief zijn, maar streven naar een werkbare relatie op basis van welbegrepen eigenbelang. Dat formuleren en afwegen van concrete belangen is eigenlijk het moeilijkst. Nederland heeft een goede en belangrijke stap gezet met de China-strategie. Het is nu zaak hier ook echte inhoud aan te geven, en binnen de EU coördinatie van het Chinabeleid te bevorderen.
Henri Krooneman, redactielid en beleidsmedewerker SGP-Tweede Kamerfractie
H. Krooneman MA, ‘Zoektocht naar het hart van China’
Over Frank Pieke
Prof. dr. F. N. Pieke is cultureel antropoloog en hoogleraar op het gebied van modern China. Sinds augustus 2018 is hij directeur van het Mercator Instituut voor China Studies in Berlijn. Zijn onderzoek draait rond twee thema’s: het eerste is de antropologie van de staat en het socialisme in het moderne Azië; en het tweede draait om internationale migratie, transnationalisme en culturele diversiteit in relatie tot China.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2020
Zicht | 108 Pagina's
