Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eric Bouter, Geloven op gezag. Een kritische analyse van de Newmanreceptie bij Noordmans inzake de Kerk en de wending naar het subject (Zoetermeer: Boekencentrum, 2016) 315 p., € 39,90 (ISBN 9789023970842).

Dit boek, dat diende als dissertatie, is een studie over een belangwekkend thema, zeker voor wie enigermate vertrouwd is met het oeuvre van O. Noordmans. Waar komt toch die interesse van Noordmans voor John Henry Newman, de negentiende-eeuwse, oorspronkelijk anglicaanse theoloog die overging tot de Rooms-Katholieke Kerk en het tot kardinaal bracht, vandaan? En wat trok vooral zijn aandacht? Twee aspecten worden in de titel benoemd: de kerk en de wending naar het subject. Op het eerste gezicht lijken dat heel verschillende thema’s, maar dat blijkt toch anders te liggen. Wie over echte kennis spreekt, moet de vraag onder ogen zien of daar gezag bij te pas komt, en dan ben je al bij de kerk.

Eerst de opzet van het boek. Het thema is de Newman-receptie bij Noordmans, en daarom ligt het voor de hand dat na de inleiding eerst in twee hoofdstukken Noordmans’ kennisleer en denken over de kerk in kaart gebracht worden, gevolgd door twee hoofdstukken over Newmans ontwikkelingsgang, toegespitst op dezelfde punten. Dat allemaal samen vormt het eerste deel: ‘Noodzaak van een nieuwe theologie’. Het tweede deel, getiteld ‘Noordmans en Newman’, bevat de hoofdstukken 6 en 7, waarin Noordmans’ verstaan van en omgang met Newman wordt onderzocht. Het derde deel – ‘De Kerk in de 21 ste eeuw – telt slechts een hoofdstuk:

‘Noordmans, Newman en 500 jaar Reformatie’ en heeft het karakter van een epiloog, een ‘onwetenschappelijk naschrift’.

Het thema is belangrijk en boeiend, het onderzoeksterrein lag nog braak en de opzet is plausibel en veelbelovend, maar het is wel een geweldige opgave om theologische geweldenaars als Newman en Noordmans met elkaar te vergelijken. Opmerkelijk is het gegeven dat Noordmans aanvankelijk slechts over Newman las en pas later – in 1942 – hemzelf is gaan lezen, maar intussen wel het een en ander over hem te berde had gebracht. De dissertatie van W.H. van de Pol uit 1936, De Kerk in het leven en denken van Newman, heeft Noordmans’ aandacht gewekt en hem sterk beziggehouden, en dat geldt ook en niet minder van het proefschrift

Bouter heeft als werkwijze gekozen de ontwikkelingsgang van deze beiden te beschrijven, met bijzondere aandacht voor de punten waarop de vergelijking moet plaatsvinden. Hij verbeeldt zich niet het allemaal zelf uit te moeten zoeken en haalt de oogst binnen van de eerder verschenen Noordmans-literatuur, maar maakt niet of nauwelijks gebruik van het kleine, maar zeer inhoudsrijke boekje van J.M. Hasselaar (Dr O. Noordmans – Hoofdmomenten van zijn theologie, ‘s-Gravenhage 1958) en van de dissertatie van G.J. Paul (Schepping en Koninkrijk. Een studie over de theologie van dr. O. Noordmans, Wageningen 1959). Maar juist deze beide werken brengen het geheel van Noordmans’ theologie in beeld en kunnen ook helpen de diepe reformatorische motieven in zijn denken op het spoor te komen, zoals die heel zijn denken stempelen. Bouter noemt beide studies wel, maar heeft ze niet hiervoor te hulp geroepen.

Hoe dan ook, zijn schets van Noordmans’ denken blijft voornamelijk beschrijvend van aard en aan de oppervlakte, zoals bijvoorbeeld blijkt in zijn tekening van predestinatie. Op pagina 207 schrijft hij dat Newman ‘wel degelijk de predestinatie gelooft’, en dus op dit punt niet verschilt van Noordmans.

Als hij dat invult door te wijzen op ‘de sacramenten, het meeleven met de Kerk en de gehoorzaamheid aan Christus’ is dat van een totaal andere orde dan Noordmans’ invulling van predestinatie vanuit de triniteit als in zichzelf predestinatie.

Al met al, een eerste verdienstelijke en goed leesbare verkenning is dit boek zeker! Het onderwerp vraagt echter om verdere doordenking en peiling, en het eigenlijke, theologische werk moet nog beginnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019

Theologia Reformata | 112 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019

Theologia Reformata | 112 Pagina's