Wasberen en coyotes in de achtertuin
Ze vieren voor de tweede keer Kerst in de Verenigde Staten. Volgend jaar zomer keert de familie Brouwer terug naar Lunteren. ”Een verrijking voor ons leven.”
Met een schaaltje yoghurt in de hand verschijnen Hanneke en Mark Brouwer op het scherm. Het is kwart over acht ’s ochtends in de VS, zes uur later in Nederland. Hun vier kinderen zijn naar school, met de bekende gele schoolbus. Mark is even thuis tussen twee reizen in: zijn eenheid oefent op Aruba. Hanneke oogt ontspannen; het leven in de Verenigde Staten bevalt haar wel.
„De kinderen hebben het gelukkig ook goed naar hun zin op school”, zegt ze. „Dat was vorig jaar september en oktober wel anders. De eerste weken waren pittig door de taalbarrière en de nieuwe omgeving. ’s Avonds aan tafel vonden ze ons maar stom. „Jullie wilden per se naar Amerika”, kregen we dan te horen. Nu corrigeren zij ons bijna dagelijks op onze taal.”
Eerder dit jaar was er voor de zomervakantie –van tien weken– een periode van tien weken thuisonderwijs, vanwege corona. De pandemie zette ook een streep door een geplande vakantie naar de staat Arizona.
Mark: „We hebben toen maar zo’n megacamper gehuurd en zijn hier in de buurt rondgetrokken. Tot nu toe hebben we hier een fijne tijd gehad. Iedere zomer is het op zo’n militair kamp één grote verhuizing. Militairen worden overgeplaatst naar de westkust van de Verenigde Staten of naar bijvoorbeeld Japan. En het gezin gaat mee. We hebben de afgelopen weken al tien nieuwe buren gekregen. Voor de kinderen betekent dat ook weer nieuwe vriendjes zoeken.” Dat is meteen ook de reden dat de familie Brouwer in de zomer van 2021 terugkeert naar Nederland.
„We konden wel langer blijven, maar dat is zeker voor onze oudste twee kinderen niet goed. Nadine is aan haar zevende school bezig. Ze bouwen geen langdurige contacten op. Bovendien willen we hen in Nederland examen laten doen en de mogelijkheid tot vervolgstudie bieden. Ze hebben nu eigenlijk de maximale leeftijd waarop je dit met hen kunt doen.”
Helikopters
De woonwijken op Camp Lejeune zijn strikt gescheiden. Er zijn huizen voor officieren, onderofficieren en manschappen. Als kapitein wordt Mark ‘gedoogd’ tussen de majoors, die één rang hoger zitten. Aan het einde van hun wijk wonen de generaals, vanzelfsprekend in huizen die net iets meer luxe uitstralen.
„Ook de parkeerplaatsen bij het winkelcentrum zijn zo ingedeeld. Vroeger was zelfs het strand verdeeld in vakken al naar gelang de rangen. Maar dat is voorbij.”
Mark: „Dit is een actieve militaire basis, dus bewaakt. We zitten hier midden in het militaire leven. Er komen helikopters laag over, in de verte ontploffen granaten. Maar nergens wonen we zo veilig als hier. De deur van ons huis hebben we nog nooit op slot gedaan.” Hanneke: „Toch kan ik er maar niet aan wennen dat ik met een pasje mijn eigen dorp in moet.” Het Amerikaanse Korps Mariniers is, net als het Nederlandse, vooral een mannenwereld. En het is veel op oefening en uitzending. De echtgenotes en kinderen zijn dus op zichzelf aangewezen. „Je wordt als vrouw niet geacht betaald werk te doen”, zegt Hanneke, die in Nederland als oproepkracht in de gehandicaptenzorg werkte. „Het is hier echt nog traditioneel”, vult Mark aan. „De man is kostwinner en de vrouw zorgt voor het huishouden.”
Hartelijk
Hanneke is lid van de Military Spouse Club, die allerlei activiteiten organiseert voor de vrouwen van de mariniers, zoals een lunch of een knutselochtend.
„Ik word nog eens een echte Amerikaan”, zegt ze met een glimlach. Al heeft ze wel een lesje geleerd. „Amerikanen zijn heel hartelijk. Bij de begroeting vragen ze al hoe het met je is. Ze nodigen je ook onmiddellijk uit om langs te komen. Maar als je dan echt wilt komen, schrikken ze. Dat is niet de bedoeling. Het blijft een buitenkant.”
Met de vrouw van een Noorse marinier, die ook op Lejeune is geplaatst, heeft Hanneke goed contact. „We zitten in hetzelfde schuitje. En als Europeanen begrijpen we elkaar.”
Hanneke heeft ook veel aan de wekelijkse Bijbelstudie vanuit de kerk, de Harvest Presbyterian Church in Jacksonville. „Daar gaan we iedere zondagmorgen met z’n allen naartoe en ’s middags luisteren we online mee met een dienst van de gereformeerde gemeente in Nederland in Barneveld, onze thuisgemeente.”
De periode in de Verenigde Staten zien de Brouwers „als een verrijking” voor hun leven.
Mark: „Onze kinderen leren dat er meer smaken zijn op de wereld dan alleen maar wit. Hier zie je alle kleuren van de regenboog. Je leert omgaan met Mexicanen en Japanners. Het maakt niet uit hoe je eruitziet of hoe je je kleedt. Op badslippers met witte sportsokken in een korte broek naar de supermarkt gaan, is heel normaal.
Ze leren ook omgaan met complimenten en teleurstellingen. De Amerikaanse maatschappij is gericht op prestatie. De gang hangt hier vol met verdiende medailles. Op school krijg je te horen wat je goed doet. In Nederland krijg je te horen wat je moet verbeteren.”
Netjes
Hanneke: „De school is strak geregeld. Het volkslied zingen bij de vlag, met twee woorden spreken tegen je leerkracht, er netjes uitzien. Geen teksten op shirts, geen scheuren in broeken. De algemene fatsoensregels –waar geen discussie over is– worden in acht genomen, terwijl in Nederland bijvoorbeeld de roklengte meer een principiële kwestie lijkt waarover we wel discussiëren.”
Mark: „Men is hier van gezag en hiërarchie. Een politieagent spreek je niet tegen. Militairen staan op een voetstuk. In Nederland moet je je bijna verdedigen als je aan iemand vertelt dat je beroepsmilitair bent. Hier is veel respect. In winkels krijg je spontaan korting omdat je militair bent. „Thank you for serving”, hoor je dan. Toen we een keer met z’n allen in een restaurant gingen eten, betaalde een onbekend ouder echtpaar zonder dat we het wisten onze rekening.” Ze vieren straks voor de tweede keer Kerst in de Verenigde Staten. „Een pyjamafeest”, glimlacht Hanneke. „De familie is thuis in gemakkelijke kleren, er is de hele dag buffet en je geeft elkaar cadeautjes. Het wordt groots gevierd.
Voor mariniers begint het begin november al met het bal, het belangrijkste evenement van het jaar. Dames in het lang, militairen in avondkostuum. Dan volgt Thanksgiving en daarna Kerst.”
Hanneke zal straks „de tijd die we als gezin doorbrengen” missen. „We doen hier veel meer met elkaar dan in Nederland. De vrijheid, de rust, de ruimte, het klimaat zijn ook ideaal. We zitten hier vlak bij de Atlantische Oceaan, prachtig. En het land is zo mooi, daar willen we best nog meer van ontdekken. Wasberen, hertjes, slangen, coyotes; alles krioelt hier door de achtertuin.”
Mark: „We wonen gewoon in een soort dierentuin. Je kunt hier vissen, jagen, varen en vliegen.” Dat laatste is hij overigens privé gaan doen. Om straks als piloot bij de Koninklijke Luchtmacht aan de slag te gaan? „De MAF heeft ook altijd vliegers nodig.” En wat gaan de Brouwers niet missen? „Het eten”, zegt Hanneke meteen. „Wat verlang ik naar een gewoon sneetje bruinbrood met een plak kaas.”
LEES IN KITS HET VERHAAL VAN NADINE, WILMER, RUBERT EN THIJN
Van Lunteren naar Jacksonville
De familie Brouwer verhuisde in de zomer van 2019 vanuit Lunteren naar Jacksonville (North Carolina) aan de oostkust van de Verenigde Staten. Mark (39) is met de rang van kapitein vanuit het Korps Mariniers geplaatst als uitwisselingsofficier op Camp Lejeune. Met andere stafleden stuurt Mark een verkenningsbataljon van 450 Amerikaanse mariniers aan.
Hanneke (44) runt het huishouden en is lid van de Military Spouse Club. De kinderen Nadine (15), Wilmer (13), Rubert (11) en Thijn (8) gaan naar Amerikaanse scholen op de basis. De familie Brouwer woonde van 2011 tot 2014 op Curaçao. Mark is columnist van Terdege.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 2020
Terdege | 242 Pagina's
