Hemelvaart van de Hogepriester
En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel (Lukas 24:50-51).
In Lukas 24 lezen we niet alleen dát, maar ook hóe de Heere Jezus naar de hemel is gegaan: Niet met Zijn armen over elkaar of met de handen in de zakken, maar met opgeheven handen. Twee zegenende handen – dat is het laatste wat de discipelen van hun Meester hebben gezien. Een laatste gebaar.
We komen de handen van de Heiland veel vaker tegen in het Evangelie. Het zijn helende handen, die Christus op blinden, kreupelen en melaatsen legt, om ze te genezen. Het zijn ook reddende handen, waarmee Jezus de kleingelovige Petrus vastgrijpt, wanneer hij dreigt weg te zinken in de golven. Jezus’ handen zijn delende handen, waarmee Hij vijf broden en 2 vissen breekt en deelt onder een grote menigte. Verder zijn het zegenende handen – denk aan die moeders die met hun kinderen bij Jezus kwamen, opdat Hij ze aanraken zou. Telkens weer blijkt: Waar Jezus’ handen in de buurt zijn, daar is zegen, redding en overvloed.
Nu de Heere Jezus de aarde gaat verlaten zien we opnieuw die twee handen. Opnieuw verspreiden ze zegen. Maar deze zegen is rijker. We mogen hier namelijk denken aan de hogepriester uit de tijd van het Oude Testament. Wanneer de hogepriester bloed van een offerdier op het verzoendeksel had gesprenkeld, als teken van de vergeving van zonden, dan was het daarna Zijn taak om de menigte op het tempelplein te zegenen. Een zegen op grond van het vergoten bloed.
De Heere Jezus is de grote Hogepriester. Hij heeft het offer van de verzoening gebracht. Hij heeft Zijn handen laten doorboren met spijkers – want dat heeft Hij ook met die handen gedaan! En nu mag Hij de op Golgotha verworven zegen gaan uitdelen. En dat doet Hij hier. Wat Hij heeft verdiend tijdens Zijn werk op aarde, dat geeft Hij weg aan de apostelen, als vertegenwoordigers van heel Zijn kerk: De grote zegen van vergeving, vernieuwing en vrede.
Deze zegen is werkelijkheid dankzij het offer van Golgotha. Al zegenend stijgt Jezus op - hoger en hoger. En er staat niet dat de Heere Jezus Zijn handen weer ingetrokken heeft. Daarom mogen wij geloven, dat Jezus zegenend de hemel is binnengegaan. En nu zit Christus naast Zijn Vader in de troon.
En óók in de hemel is Hij de milde Zegenader. Bij Hem komt het geschenk van de Heilige Geest vandaan. En de zegen van de vergeving van zonden en van de vrede met God. De zegen van alle genade die wij nodig hebben om getroost te kunnen leven en sterven.
En dan is het ook zo mooi om te zien hoe wijd de kring is waarin Christus Zijn zegen verspreid. Toen de Heere Jezus op aarde was, kon Hij niet tegelijk in Jeruzalem en in Kapernaüm zijn. Dat hoorde bij Zijn menselijke lichaam. Toen was de zegen dan ook beperkt tot bepaalde personen, bepaalde plaatsen, waar Jezus op dat moment was.
Maar toen Hij van de Olijfberg opsteeg, werd het bereik van Jezus’ armen steeds wijder. Hoe hoger Hij oprees, des te groter het gebied dat Hij zegenen kon. Daarom is Christus nu in de hemel; zodat Zijn zegen zich kan uitstrekken over héél de aarde. Zegt Hij het niet: ‘Mij is gegeven alle macht, in hemel en op aarde?’
Alles staat onder de zegenende handen van de Middelaar. Niet alleen de gelovigen bevinden Zich onder Zijn handen. Ook de ongelovige wereld. Denk aan het geduld dat God met de wereld heeft!
Hij veroordeelt de wereld nog niet, maar Hij is lankmoedig over ons, omdat Hij niet wil dat er iemand verloren gaat! Dat hebben we te danken aan Christus! Er is nog tijd voor bekering!
Maar ook al die andere zegeningen die we telkens in ons leven krijgen, komen uit de doorboorde handen van Christus. Zelfs uw dagelijkse boterham, en een vriendelijke groet van een voorbijganger komt alleen maar tot ons uit de zegenende handen van Christus.
Wie de Heere Jezus hartelijk liefheeft en Hem leert gehoorzamen, ontvangt uit Zijn doorboorde handen ook de zaligmakende zegen. Dat is de zegen die de tijd overstijgt: Het eeuwige leven, vrede met God, troost in leven en sterven.
Wat ben je dan een rijk mens; als je weten mag: De handen van de Heere Jezus omspannen mijn hele leven. Overal zijn die uitgebreide handen, want de hemel is overal boven de aarde. Jezus’ handen zijn boven de plaats waar ik tranen huil. Boven de plaats waar ik ziek lig te zijn. Boven de plaats waar ik een geliefde moet begraven. Boven de plaats waar ik op mijn knieën lig voor mijn kind, mijn kleinkind. Waar ik zit of sta, waar ik lig of ga, waar ik zing en waar ik huil… De uitgebreide handen van de Heere gaan mee. En juist waar de nood het hoogst is, zijn de reddende handen van Christus nabij. Daarom mag ik zeggen, voor tijd en eeuwigheid: ‘Heere Jezus, in Uw zegenende handen beveel ik mijn geest’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 2013
Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's
