Ware Kerstvreugde
Vreest niet; want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; namelijk dat U heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids. (Luc. 2 : 10 en 11)
Wij hebben de vorige meditatie besloten met de regels:
,,Die de Heere verwachten. Zullen niet beschaamd worden."
Laten wij nu trachten na te gaan, hoo God in de volheid des tijds Zijn troostrijke beloften heeft vervuld.
Gaan wij daartoe even buiten Bethlehem, het veld in, en voegen wij ons daar bij die herders, die de nachtwacht houden over hunne kudde.
Het is nacht, in de natuur, in het maatschappelijke en in het persoonlijke leven.
Wij moeten onwillekeurig denken aan Jacob als hij tegen Laban zegt „En dat de koude mij des nachts verteerde.
Het was dus koud en donker, en nu wisten zij verstandelijk wel, dat er op de nacht een dag volgde, maar die wetenschap alleen kon hen in deze ogen lalikken niet verkwikken, dat kon alleen geschiedeil door de zon zelf, welker stralen ter verkwikking zij nu moesten missen ,terwijl zij er juist zo naar verlangden, zoals vele zielen in donkerheid gezeten. God moeten en toch niet kunnen missen, en het ook niet met de wetenschap kurmen doen, dat Gods weg alzo is, omdat zij niet weten ofdat zij wel op die weg zijn. De duisternis waarin deze herders
De duisternis waarin deze herders zich bevonden, was niet alleen de natuurlijke duisternis. Zij was van verscheiden aard. Het land was overstroomd met Romeinen welke het volk lasten oplegde te zwaar om te dragen. Och ja, nu hadden zij nog wel in een zgn. zelf bestuur, maar hoe? Het was Herodus de Edomiet, dus een aardsvijand van Israels volk, die de scepter zwaaide In alle wreedheid. En het voornaamste was wel, dat de
En het voornaamste was wel, dat de zo lang verwachte en vurig begeerde verlossing uitbleef, de Messias die Israël verlossen zou. Het was of God Zijn volk had vergeten, alsof Hij niet meer gedacht aan Zijn beloften en dat het nacht zou blijven.
Als vrij die herders in deze omstandigheden gadeslaan, dan was het toch wel een volk, dat in velerlei opzicht in de duisternis wandelde. Wat zouden zij nu wel met elkaar bespreken? Zou het niet zijn over de beloofde Messias? Want Gods volk is toch een volk, dat biddend werkzaam is met de beloften, hen door God gegeven.
Als die er niet meer waren, dan konden zij niet meer leven. Maar ondanks dat alles bleef het toch zo donker.
Hoe menigmaal zullen zij het uitgeroepen hebben: „Och, dat Gij de hemelen scheurdet! En die hemel bleef maar gesloten.
Eva had de Messias al verwacht, en nu, eeuwen nadien, is Hij er nog niet. Maar toen was er nog die stal niet om Hem te ontvangen, toen was er de volheid des tijds nog niet. Maar juist, als zij er niets meer van kunnen bezien, dan is het Gods tijd! Toen scheurde de hemel, en ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Hee ren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.
Wie zou er niet vrezen als Hij door de heerlijkheid des Heeren omschenen' wordt? Want in dat licht zien wij onze verdorvenheid en algehele vloekwaardigheid het beste en het duidelijkste, dan is de tegenstelling zó groot, dat de zwakke tabernakel des lichaams gaat schudden en beven.
Maar wat een voorrecht en een wonder, als er ons tegen mag klinken: „Vreest niet", want als God dat tegen o_is zegt, dan behoeven wij niet te vrezen. Zo ook met deze herders, God stelt ze eerst gerust, opdat er door hun bewogenheid niets van^ deze grootste aller tijdingen zou verloren gaan. Dan pas vervolgt de Engel „Want ik verkondig U grote blijdschap die al den volke wezen zal, namelijk dat U beden geboren is, de Zaligmaker" enz.
O, wat een blijmare, en dat aan zulken, die toch de onedelsten en de verachtsten des lands waren! Wie had er nu erg i.i die eenvoudige herders? Maar wie hen ook verachtte. God wou hun niet verachten en juist zij ontvangen de heilsboodschap het eerste, rechtstreeks uit de hemel. Hun vrees is weg, hun angst is weg, hun moedeloosheid, hun ongeloof is weg, er is geen duisternis en geen koude meer, het is feest in hun hart. En als het feest is in de harten van Gods volk dan is er ook feest in de hemel, „want van stonde aan was er met de engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God!" Dus niet de mens, maar God!
Als nu de engelen van hen weggegaan waren zeggen zij niet tot elkaar: „Zou dit nu wel echt waar zijn?" Neen! Zij wekken elkaar op, en gaan met haast, en God beschaamd hun ijver niet," want hun hart is brandende in hen.
En al zij dan alles bevinden zoals het gezegd is, o, wat moet er toen in de harten van die eenvoudige lieden omgegaan zijn, wat moeten zij toch wel alles in Hem gezien hebben, wat tot hun zaligheid dienende is. Hier wordt het heilgeheim voor hun oog ontsloten, waar de engelen begerig waren in te blikken, wordt hier aan hun ziel geopenbaard. Zij hadden wel lang in de duisternis gewandeld, maar nu zij dat Licht der lichten mog'en aanschouwen,* is er een ogenblik in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid.
En dat alles in een beestenstal, een plaats van onreinheid, opdat Hij geboren zou kurmen worden in de beestenstal des harten, die bron van vuile wanbedrijven Zijns volks.
Hier is geen plaats voor geredeneer, het wonder kunnen wij gelukkig ook niet omschrijven, hier is enkel maar plaats voor stille verwondering en aanbidding, want hier weidt hun ziel met een verwonderd oog.
Het is zo persoonlijk, omdat U heden geboren is de Zaligmaker, dat is verlost uit het grootste kwaad en gebracht tot het hoogste goed. Zouden die herders het in verwondering dan niet uitgeroepen hebben: „En dat voor mij?" Zij kunnen het niet meer voor zich zelf houden, want als zij zouden zwijgen, veeleer zouden de stenen spreken. Maar zij keren met de weldaden naar God terug, want zij verheerlijkten en prezen God over alles wat zij gehoord en gezien hadden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's