Johannes de Doper en Jezus
IIn de twee voorgaande nummers van ons blad heb ik een en ander gepubliceerd bij de vraag die Johannes de Doper via zijn discipelen stelt aan Jezus: ‘Bent U de Komende of moeten wij een ander verwachten?’ Mijn bedoeling was de lezer iets te laten ‘zien’ van de verschillende manieren van Bijbel-uitleg in de loop van de kerkgeschiedenis. Bovendien had ik een aantal citaten uit de katholieke traditie toegevoegd. Aangezien de beschikbare ruimte in Ecclesia niet genoeg bleek voor mijn verhaal, is de tekst in tweeën geknipt. Vanwege een misverstand zijn toen echter de bijgevoegde citaten niet gepubliceerd. Zo bleek mijn bedoeling niet voor ieder duidelijk. Excuus hiervoor!
Hier volgt alsnog deel III met de citaten:
1. Maarten Luther (Advent 1522; Luther verwijst met instemming naar Ambrosius, 4de eeuw): “Johannes heeft niet uit onwetendheid of twijfel deze vraag gesteld (…) maar omwille van zijn leerlingen (…) om hen tot Christus te leiden”.
2. “De mening van sommigen dat Johannes de vraag stelde (…) omdat hij niet duidelijk heeft begrepen dat deze (Jezus) de Christus is, is zeer ongerijmd (…) Johannes heeft – als heraut van Jezus – dit uiterste middel (die vraag) gebruikt om de zwakheid van zijn leerlingen te genezen. Zijn bedoeling was dat zijn discipelen de Christus zonder aarzelen zouden omhelzen”. (Joh.Calvijn)
3. Kanttekening bij de Statenvertaling: “Dit laat Johannes vragen, niet omdat hij zelf daaraan twijfelt (…) maar om uit het antwoord van Christus een goede grond te hebben om zijn discipelen, die daaraan nog enigszins twijfelden, daarna hiervan breder te onderwijzen”. [Met andere woorden: Johannes is hier pedagogisch bezig om zijn leerlingen onder het Woord van Jezus te brengen].
4. H.F. Kohlbrugge: “(…) Wel heeft men vroeger en later beweerd dat Johannes deze vraag niet voor zichzelf gedaan heeft, maar om zijne discipelen, die nog in twijfel over den Christus waren, van de waarheid te overtuigen (…) [Zo is het niet] Wat Johannes van den Heere Jezus getuigd had (…) werd hem, als hij in den donkeren kerker zat, heftig bestreden (…) Is er in het hart van dezen nog plaats voor twijfel en ongeloof? Och, de geloovigen der Heilige Schrift zijn geen helden (…) Het zijn geene heiligen naast Jezus, maar geheiligden in Christus Jezus en door Zijnen Geest”.
5. O. Noordmans: “Het verhaal van de vraag van Johannes de Doper staat zeker niet in de Bijbel om hem als een twijfelaar te tekenen …”
6. J. van Bruggen: “Wij horen niets over twijfel (tweestrijd) bij Johannes. Waarom zegt Jezus niet: “En zalig bent u (Johannes), wanneer u zich niet aan Mij stoot”?
Ten slotte: Mijn voorkeur van uitleg is weergegeven in bovenstaande citaten, met uitzondering van – N.B. – Kohlbrugge. Zijn weergave begrijp ik goed binnen het kader van zijn hele theologie en – in het spoor van Luther – van zijn accenten op de aanvechting van de gelovigen. Maar ik begrijp hem niet wanneer hij zich distantieert van de Vroege Kerk, van Luther en Calvijn. Verkeerde hij in een moedeloze bui? Als ‘geheiligde in Christus Jezus’ (zie citaat 4) was zelfs hij niet onfeilbaar wat de uitleg van de Heilige Schriften aangaat. Toen ik bij herhaling constateerde dat men in brede kring van Bijbelwoorden een psychologisch verhaal maakt, voelde ik mij gedrongen tot een speurtocht in de historie van de verklaring van de vraag van Johannes. Ik had niet verwacht dat Kohlbrugge in deze kwestie niet doet wat hij doorgaans wel pleegt te doen: via Luther en Calvijn teruggrijpen op de Vroegchristelijke Kerk. Laten wij – als leerlingen van Kohlbrugge – in de praktijk brengen wat de Doper bij herhaling sprak: ‘Zie,het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2020
Ecclesia | 8 Pagina's
