Twintigers in en buiten de kerk
Twintigers lijken momenteel een probleem. ‘Ze komen niet meer twee keer naar de kerk, maar ze eisen wel van alles’, zo vertelde een collega pas over ‘generatie Z’. De laatste tijd verscheen er een aantal boeken over twintigers. Kunnen die ons helpen?
Welkom in de voorhof – Twintigers en dertigers bij je kerk heeft een missionaire insteek. David van der Meulen, predikant in Amsterdam-Zuid, beschrijft hoe hij probeert met niet-kerkelijke twintigers contact te maken. Volgens hem staat de geloofsschaal bij twintigers en dertigers niet op 0 maar op -5 of -10. Hij bedoelt dat er niet alleen onkunde is maar dat kerkgang, godsgeloof en Bijbelkennis totaal buiten het interesseveld vallen. Twintigers zijn zeker spiritueel gevoelig en kunnen daarover prima met een gelovige collega praten maar het instituut kerk, God of de Bijbel roepen een grote aversie op. Van der Meulen pleit daarom in dit boekje, dat meer een pamflet is, voor een voorhof: een setting waar christenen zich dienstbaar opstellen aan mensen die niet zomaar naar de kerk komen.
Tabitha van Krimpen combineert in Bottom up kerk – Zijn waar twintigers zijn haar expertise als bedrijfskundige en theoloog. Dit boek gaat meer over twintigers in de kerk en de manier waarop de kerk georganiseerd is. En dat die twee botsen. Ze analyseert hoe twintigers in het leven staan. Generatie Z (geboren tussen 2000 en 2015) kenmerkt zich door: impact willen hebben; verandering; opgegroeid met technologie en smartphones; zich bewust van crises (klimaat, corona); gewend aan flexibiliteit; mondig en non-conformistisch. Drijfveren van deze generatie zijn: diversiteit; ondernemerschap; duurzaamheid en vrijheid. Daarna bespreekt ze de manier waarop de kerk is georganiseerd: lidmaatschap, kerkenraad en een top-down organisatie komen aan de orde. Ze stelt dat het in de kerk te vaak zo gaat dat de oudere generaties proberen twintigers mee te nemen naar hun manier van kerk-zijn. Ze pleit voor een kerk waarin de meer ervaren generaties de jongere generaties actief stimuleren om de door die oudere generatie bedachte patronen te verversen.
Ruimtezoekers – Als geloven zoals vroeger niet meer gaat is een meer biografisch boek van een twintiger. Het bestaat uit twee delen. In het eerste deel vertelt Johan de Jong aan de hand van een aantal ontwikkelingspsychologische modellen zijn eigen geloofsontwikkeling. Opgegroeid in de GKv, werd hij actief binnen studenten vereniging Navigators en de evangelische beweging. Na corona kan hij de weg naar de kerk eigenlijk niet meer vinden, hij wordt ‘ruimtezoeker’ (die de kerk ook weer niet helemaal kwijt wil). Het tweede deel is een meer theologische zoektocht naar taal voor die ruimte. Hij bespreekt de ontwikkeling in zijn godsbeeld, zijn visie op de Heere Jezus, Bijbellezen en de kerk.
De in de CGK opgegroeide neef en nicht Erik en Anne Oevermans schreven vijf jaar lang in het dispuutsblad van de CSFR in Utrecht steeds allebei een kort stukje rond een Bijbeltekst. Die stukjes hebben ze nu prachtig vormgegeven uitgegeven in het boek Van het water en de oever – Woordzoekers in studentenjaren. Het zijn meditaties om de Schrift te verstaan, de tijd waarin we leven, maar misschien nog wel het meest stukjes die zoeken naar hoe de Schrift de ziel aanspreekt, afstoot en opvangt.
Een vreemde eend in de bijt is ten slotte Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel? van Francine Oomen. Hier geen relatie tot de kerk. Oomen schreef eerder een serie ‘Hoe overleef ik …?’ De tieners van toen zijn nu twintigers en dertigers en ze riepen Oomen op opnieuw een boek voor hen te schrijven. De schrijfster vroeg om input en kreeg zeer veel berichten van waar twintigers mee zitten. Daarmee vertelt ze in deze roman het verhaal van Rosa, Esther en Jonas. Het gaat over omgaan met verdriet en dood, met abortus en ChatGPT. Het boek biedt ook wat survivaltips voor de ‘quarterlifecrisis’. Kerk en het christelijk geloof zijn zeer afwezig in dit boek.
Spiritualiteit aan de andere kant is zeer aanwezig. Het valt me op dat de meeste antwoorden in deze boeken niet van de theologie komen maar van de psychologie of de bedrijfskunde. Daardoor krijg ik het idee dat er een club nieuw leven moet worden ingeblazen en dat dat met een beetje inzet ook wel kan lukken. Dat God Zijn kerk vergadert en dat dat door Woord en sacrament nog steeds gebeurt, is wat afwezig.
Aan de andere kant: deze boeken geven inzicht in twintigers en wijzen wegen door het leven en door de kerk, voor henzelf of voor andere generaties die met hen te maken (willen) hebben. Ik leg de boeken bij ons achter in de kerk. Ik hoop dat een ouderling het boek van Van Krimpen pakt om zich te verdiepen in de wereld van twintigers en gaat nadenken over de manier waarop onze gemeente voor hen ‘werkt’. Ik hoop dat het boek van Van der Meulen gebruikt wordt door de diaconie en de missionaire commissie om een ‘voorhof’ te creëren. Francine Oomen is voor heel de gemeente: voor twintigers omdat ze er veel in zullen herkennen en zich kunnen afvragen wat geloven voor hen voor verschil maakt en voor ouderen om onder te duiken in de wereld van generatie Z.
Eén boek houd ik nog even zelf, dat is het boek van De Jong. Dat irriteert en daarom intrigeert het me. De irritatie komt door de toon: ‘In mijn proces van heroriëntatie en reconstructie ben ik mijzelf een ander, beter verhaal gaan vertellen: het verhaal dat Jezus ons werkelijk voorhoudt.’ De antwoorden die hij geeft irriteren me ook: ze zijn nogal potpourri-achtig, hier en daar worden wat inzichten opgedaan. Aan de andere kant denk ik dat de kringen in de stad Utrecht veel van zijn levensgang zullen herkennen en met hem zullen zeggen: geef me de ruimte! De Jong prikkelt me om een dimensie aan te boren die in deze boeken ontbreekt: dat dit Gods wereld is waar Christus de Eerstgeborene van heel de schepping is, die ons getrokken heeft uit de macht van de duisternis (Kolossenzen 1). God is niet Iemand die meedoet in een (al dan niet kerkelijk) bestaan dat we zonder Hem ook wel kunnen leven en beoordelen, Hij is er de dragende grond onder. Wat dat aangaat is het boek van de Oevermansen van een andere orde. Niet omdat het stelliger is, geloviger of juister – maar omdat gezocht wordt naar onze plek in de orde van God. En niet andersom.
Naar aanleiding van
• Johan de Jong, Ruimtezoekers – Als geloven zoals vroeger niet meer gaat, Amsterdam 2023, 176 pagina’s
• Tabitha van Krimpen, Bottom-up kerk – Zijn waar twintigers zijn, Utrecht 2023, 191 pagina’s
• David van der Meulen, Welkom in de voorhof – Twintigers en dertigers bij je kerk, Leeuwarden 2023, 119 pagina’s
• Erik & Anne Oevermans, Van het water en de oever – Woordzoekers in studentenjaren, Utrecht 2023, 144 pagina’s
• Francine Oomen, Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel? Amsterdam 2023, 278 pagina’s
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 2024
De Wekker | 20 Pagina's
