Verslag bevestigingsdienst kand. G.M. van Putten tot predikant van de gemeente van Opheusden
Dinsdag 10 september 2024 was een dag van blijdschap en verwondering voor de gemeente van Opheusden. Kandidaat G.M. van Putten werd als herder en leraar aan de gemeente van Opheusden verbonden.
De bevestigingsdienst werd geleid door ds. J. Roos, hoofddocent van de Theologische School, tevens consulent van de gemeente. Het tekstwoord voor deze bevestigingsdienst was Johannes 17: 18 en 20: Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen.
Het thema van de preek was: Christus bidt tot God, Zijn Vader, en wel:
1. Voor Zijn knechten die door Hem gezonden zijn.
2. Voor Zijn kinderen die aan Hem gegeven zijn.
1. Voor Zijn knechten die door Hem gezonden zijn
Als er één volmaakt, heilig gebed is van blijvende inhoud, dan is dit het Hogepriesterlijk gebed in Johannes 17. De reikwijdte van dit gebed strekt zich niet alleen uit tot heel de strijdende Kerk op aarde, maar ook tot de komende Kerk, degenen die nog toegebracht moeten worden.
Dit gebed strekt zich ook uit tot Zijn knechten die Hij roept en uitzendt. Hij maakt ze daartoe gewillig en bekwaam. Dat is het werk van God Drie-enig. We vertrouwen dat dit ook op u, geliefde broeder kandidaat Van Putten, van toepassing mag zijn en we vertrouwen ook dat het tot troost mag zijn voor onze vorige geliefde gemeente van Opheusden. De Heere weet niet alleen vanaf het begin van deze gemeente af, maar ook dat Hij aan Zijn verbond blijft gedenken. Dat is tot troost, ondanks al de om standigheden die er geweest zijn, omdat Christus leeft en Hij de Getrouwe is, de onveranderlijke Verbonds-God.
In vers 18 bidt Christus tot Zijn Vader: Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. Christus wil hiermee zeggen: Zo zeker als U, Vader, Mij in de wereld gezonden hebt, zo zeker stoot Ik ook Mijn knechten in Mijn wijngaard uit opdat zij Mijn Woord zullen verkondigen. Wat is dat een rijke belofte, om in de voorbede van Christus begrepen te liggen.
Christus heeft niet alleen gebeden dat ze in de wijngaard worden uitgestoten maar Hij bidt er nóg voor. Hij bidt allereerst om bewaring. In vers 11 lezen wij: Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt. In de kanttekening wordt aangegeven dat zij nog een tijd op de aarde zullen blijven en daar nog vele zwakheden en verzoekingen onderworpen zullen zijn. En daarom bidt Hij dat God de Vader hen bewaart in alle zwarigheden en bezoekingen. Deze zwarigheden zullen zij moeten uitstaan om Uwentwil, zegt kanttekening 30. Zwarigheden en verzoekingen zullen er moeten zijn. Gods knechten zijn hier alles onderworpen, maar: Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam. Vervolgens bidt Christus om bekwaammaking. Ik lees dat in vers 17: Heilig hen in Uw waarheid. Hierbij zegt de kanttekening: ‘Vernieuw hen meer en meer door Uw waarheid, maak hen meer en meer bekwaam om dienaars te zijn van het Nieuwe Testament’.
Geliefde broeder kandidaat Van Putten, het houdt wat in: Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam. Maak ze meer en meer bekwaam tot predikant, tot dienaar van het Evangelie. Wat een bijzondere belofte! Maar ook tot troost dat Christus dit nu ook op dit moment bij deze bijzondere gelegenheid bidt, in welke verzoekingen of andere zware omstandigheden u ook zult komen. Dan zult u op grond van dit gebed meer en meer vernieuwd worden door de waarheid en meer en meer bekwaam gemaakt worden om het werk uit te oefenen in Zijn kracht. Dit houdt wel in om elke keer weer ontkracht te worden, elke keer weer geen raad te weten, zeker ook als u het Woord moet uitdragen of als er verzoekingen en zwarigheden komen. Weet dan dat Christus dit gebed blijft bidden: Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, en wilt U ze bekwaam maken.
2. Voor Zijn kinderen die aan Hem gegeven zijn
Wat heeft dit dierbare gebed van Christus toch een bijzondere inhoud als er staat in vers 20: En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen. Om zondaren tot Christus te leiden wil de Heere predikanten als middel gebruiken. Weet u hoe Christus ons in Zijn Woord noemt? Slechts holle rieten. Een riet dat hol is, waar de zoete wind van Gods Geest doorheen waait. Meer zijn ze niet. Als God de prediking van het Woord zegent, dan komt Hij aan Zijn eer en valt u als een hol riet weg.
Het zijn ook banierdragers, om op Christus te wijzen als die grote Banierdrager boven tienduizend. Wat een wonder wanneer u als gezondene door Christus op Hem mag zien; en hoe meer u op Hem ziet, hoe meer u op Hem gaat wijzen. Hoe meer u in de nood wordt uitgedreven tot de Heere in het gebed, hoe meer de Heere ook Zijn licht, Zijn vertroosting en Zijn bediening wil schenken, zodat u er zelf tussenuit valt en zegt: ‘Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen‘.
U bent als een ambassadeur gezonden waarvan geldt wat Paulus schrijft: En heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Hij heeft de opdracht gegeven om het woord der verzoening te verkondigen, en dan gaat Paulus verder: Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; (dus alsof Hij voor ons stond om te bidden), wij bidden van Christuswege: laat u met God verzoenen. Dan zegt u ook met Paulus: Want de liefde van Christus dringt ons. Dan bent u niet als een ambassadeur die zo maar zijn werk doet, nee, u dringt erop aan uit Naam van uw Zender. U bent ook als de vriend van de Bruidegom om arme zondaren tot Christus te leiden. Als dat mag plaatsvinden dan is uw blijdschap vervuld en zegt u met Johannes: Hij moet wassen, maar ik minder worden.
Christus bidt niet alleen dat zij in Hem mogen geloven als Profeet, maar ook dat zij nader onderwijs mogen krijgen en in Hem mogen geloven als Priester Die Zichzelf voor hen heeft opgeofferd. Om te mogen weten dat Hij uw Zaligmaker is. Maar er zal ook gesproken moeten worden over Hem als de eeuwige Koning, Die heel uw leven leidt, bestuurt, beschermt en bewaart.
Gemeente, het is zo ver weg als het gaat over de bevindelijke gangen, maar ook over de kennis van Christus; dan spreekt men over een geopenbaarde Middelaar; maar een geopenbaarde Middelaar wil zeggen dat u weet dat Hij God en Mens is, naar de maat dat de Heere daarover licht gegeven heeft. Als Christus zegt: Ik bid voor hen die door hun woord in Mij geloven, o, hoe dierbaar is het als we in Hem geloven mogen. Wie mag zeggen: U dan, die gelooft, is Hij dierbaar?
Uiteindelijk zal Christus zeggen: Vader, de tijd is aangebroken dat Ik Mijn kind bij Mij wil hebben, dat lees ik ook in dit hoofdstuk: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt. Dan is er geen kerkdienst meer en is preken niet meer nodig.
Als Christus amen zegt op het gebed, persoonlijk in uw ziel, dan bent u boven. Maar als Christus het amen zegt als de laatste is toegebracht, dan wordt de deur van genade gesloten. Dan zullen zij allen daar zijn, die gekocht zijn door Christus’ bloed, verkoren door God de Vader, plaatsgemaakt door God de Heilige Geest. Een Drie-enig God zal dan alle eer ontvangen. Dat is de zaligheid.
Op verzoek van ds. Roos las student H. van Asselt het eerste gedeelte van het bevestigingsformulier. Vervolgens stelde ds. J. Roos de vragen, waarop kand. G.M. van Putten antwoordde met: ‘Ja ik, van ganser harte’.
Onder het zingen van Ps. 134:2 knielde de nieuwe leraar neer en werd de geopende Bijbel boven zijn hoofd gehouden. Aan de handoplegging namen deel de bevestiger ds. J. Roos, ds. A. Geuze, ds. O.M. van der Tang, ds. J.A. Weststrate en ouderling R.A. van der Garde. De andere predikanten stonden er in een kring omheen. De geknielde leraar werd staande toegezongen Psalm 134:3:
„Dat ’s HEEREN zegen op u daal’;
Zijn gunst uit Sion u bestraal’;
Hij schiep ’t heelal, Zijn Naam ter eer.
Looft, looft dan aller heren HEER’.
Ds. Roos sprak vervolgens nog enkele hartelijke woorden en zei onder meer: Geliefde broeder, u bent bevestigd tot het hoogste ambt op deze aarde, dienaar van het Goddelijke Woord. U hebt een laag plaatsje ingenomen, toen u op de knielbank lag, toen er gezongen werd en Gods Woord boven u was. Calvijn schrijft ergens dat de Heere een klein mensje wil gebruiken in Zijn dienst. We hebben gesproken over een hol riet. We wensen u toe om vanuit deze houding die u maakte, knielend, buigend onder Gods Woord, uw werk te verrichten, zowel in het uitdragen van het Woord als in het pastoraat. Dan bent u arm in uzelf en verwacht u het alleen maar van die Heere, de God van het Woord, Die u geroepen heeft. Wat zijn het toch bijzondere teksten die Christus heeft uitgesproken in het Hogepriesterlijk gebed.
Ook mevrouw Van Putten en de kinderen werden toegesproken, evenals de ouders van beide zijden. Kerkenraad en gemeente werden opgewekt de dominee met liefde te omringen en hem niet te overladen met werk. Hij is nog jong en wat dat betreft zijn we een beetje ‘zuinig’ op hem.
Daarna las ds. Roos het vervolg van het bevestigingsformulier en eindigde met dankgebed.
De slotzang was Ps. 135:1:
Prijst den Naam van uwen God,
’s HEEREN knechten, hier vergaârd;
Prijst Zijn Naam en wijs gebod,
Daar g’ in ’t voorhof staat geschaard,
En uw ambt bekleedt met eer
In het huis van onzen HEER’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's