De Nieuwmaker en Zijn werk in het nieuwe jaar
‘Nu het oude jaar voorbij is en het nieuwe begon, zou ons dat terecht aanleiding kunnen geven om de oude mens al meer en meer af te leggen en de nieuwe aan te doen.’ Zo begon precies vierhonderd jaar geleden ds. Willem Teellinck (1579-1629) zijn boekje ‘De Nieuwmaker en Zijn nieuwe werk’. De aanleiding hiervoor was de jaarwisseling 1623-1624. Vijftig jaar geleden verscheen het werkje opnieuw, herschreven door ds. J. van der Haar. Net als tegenwoordig hadden mensen in de tijd van Teellinck vaak allerlei goede voornemens aan het begin van het nieuwe jaar. Maar ook toen bleek dat van die voornemens meestal weinig terecht kwam. Dit gaf Teellinck aanleiding om na te denken over de ware geestelijke vernieuwing die voor ieder mens nodig is. Hij deed dit naar aanleiding van Openbaring 21:5: En Die op den troon zat, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. Wat hij hierover schrijft is relevant en actueel. Graag geef ik aan het begin van 2024 wat gedachten uit dit boekje door.
Teellinck constateert dat alleen de Heere, de almachtige God, in staat is om werkelijke vernieuwing teweeg te brengen. Hij is de Pottenbakker, wij zijn het leem. Maar hoe kan het dan dat de Heere mensenkinderen soms gebiedt om zichzelf een nieuw hart en een nieuwe geest te maken? (Ezech. 18: 31). Het antwoord hierop luidt dat Hij die het volk op de ene plaats toeroept om zichzelf een nieuw hart en een nieuwe geest te maken, op een andere plaats belooft dat Hijzélf hen een nieuw hart en een nieuwe geest wil schenken (Ezech. 11:19, 36:26). ‘Daaruit merken wij dat de Heere ons alleen gebiedt om onszelf een nieuw hart te maken, met de bedoeling dat wij ons daarop toeleggen, en zouden voelen dat ons dit onmogelijk is, om dan uit onszelf te gaan tot de Heere onze God en Hem te verzoeken of Hij in ons zou willen werken wat Hij van ons eist. De ervaring leert dat dit gebod zo’n effect en uitwerking heeft in het hart van allen die terdege gaan streven naar een nieuw hart en een nieuwe geest, dat zij daardoor gelokt en aangespoord worden om tot de Heere te gaan, opdat Hij hun het hart nieuw zou maken.’
Wat houdt die vernieuwing in? Het betekent onder meer dat de wetten Gods op de tafel van ons hart geschreven worden. Verstand, wil en hartstochten (‘affecten’) worden vernieuwd, evenals de natuurlijke begeerten. De Heere vernieuwt ons naar het beeld van Christus. Het middel dat Hij hiervoor gebruikt is het Woord. De vernieuwing blijft tijdens het leven altijd ten dele. Het doel is om de Heere onze God hierdoor groot te maken en te eren.
Vervolgens bemoedigt Teellinck hen die nu werkelijk verlegen zijn om deze vernieuwing. Hij spoort hen aan om meer en meer het diepste van het hart op de almachtige God te richten. Zij moeten Gods oneindig vermogen overdenken, Zijn oneindige goedheid, en Zijn oneindige wijsheid. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om Gods goedheid, schrijft hij: ‘Wij moeten ook … bedenken … dat Hij zo gaarne helpt en vernieuwt zelfs hen die het tegendeel verdienden, wanneer ze maar van harte tot Hem komen om vernieuwd te worden. Wij merken zo in het Evangelie dat er nooit enig gebrekkig mens naar het lichaam, tot Christus om hulp of genezing kwam, of Hij werd geholpen. Meer nog is de Heere onze God genegen om de ziel te helpen, die te genezen, ja te vernieuwen. Zoals dat juist daaruit zo ontegenzeggelijk blijkt, dat Hij de Zoon Zijner liefde heeft overgegeven, als het ware uit Zijn eigen schoot, in deze zo lage wereld, om daar het allerbitterste lijden te ondergaan en Zijn hartenbloed uit te storten tot onze genezing en vernieuwing … En Hij laat ons mensenkinderen dan nog zo heel erg vriendelijk, ernstig en aanhoudend uitnodigen tot de gemeenschap aan Zijn Zoon. Alsof werkelijk al Zijn vreugde en genoegen daarin bestaan zou, dat wij niet bedorven blijven en verloren gaan, maar vernieuwd en behouden worden (2 Kor. 5:19).
Hierbij gaat Teellinck ook in op de tegenwerping die ‘boze en onwelwillende mensen’ zullen maken die doorgaans verkeerde gedachten hebben van de goede God. ‘Ze denken direct, wanneer zij tot beoefening van de bekering en tot vernieuwing van hun leven gemaand worden: ik kan mijzelf toch niet verbeteren of vernieuwen; en God de Heere heeft in Zijn eeuwige voornemen besloten wie er zullen bekeerd, vernieuwd en gezaligd worden, en wie niet … Wat zou het dan kunnen baten, al zou ik mij erg afmatten, om mijn leven te verbeteren en vernieuwd te worden? Teellinck haalt diverse Bijbelteksten aan waaruit blijkt dat dit onbijbelse taal is, waaronder Ezechiël 33:11, waar de HEERE met een eed betuigt dat Hij geen lust heeft in de dood van de goddelozen, maar dat Hij er lust in heeft dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft. Het is de aard van boze en luie dienstknechten om steeds maar te denken dat God een harde en gestrenge Meester is. Daarom willen ze niets goeds van Hem verwachten.’
Om de Heere onze God in de dadelijkheid te vinden en te ervaren als Nieuwmaker voor ons eigen hart, moeten we erop toezien dat we Gods raad volgen bij het nastreven van onze vernieuwing. Het kan zijn dat men wil dat de predikant hen op die of die manier bearbeidt of toespreekt, anders willen ze het werk der vernieuwing niet toelaten. ‘De één preekt hen te hard en de ander te zacht. En daarom verwerpen ze die allen gemakkelijk, en blijven onder de middelen der vernieuwing geheel de oude.’ ‘Wij moeten erop letten, dat wij in alle opzichten Gods raad volgen bij het betrachten van onze vernieuwing … Ja, wij moeten ons ervoor inspannen, dat wij onszelf geheel en al verloochenen, totaal plat tegen de grond neerliggen en ons ongeveinsd van heler harte overgeven aan de Heere onze God, om in die weg gedraaid, gekeerd, gewend, bewerkt en gevormd te worden; zoals Hij dat naar Zijn menigvuldige en veelvoudige wijsheid ’t best zal weten te doen.‘
‘Allen die gaarne metterdaad zouden willen ervaren dat het God de Heere is, Die hen ter zaligheid vernieuwt, moeten wel in het bijzonder trachten om hun vertrouwen op de Heere Christus te stellen en op Hem hopen; en verder zonder dralen heel hun leven streven naar de ware vernieuwing van zichzelf.’ Daarbij
komt het erop aan om Christus door een waar geloof aan te nemen en ons op Hem alleen te verlaten, in Wie de Heere ‘alle dingen nieuw maakt’ (2 Kor. 5:17). Teellinck benadrukt daarbij ook het grote belang ervan om ons door Gods Woord te laten leiden. Het is de schaaf waarmee Hij ons door middel van Zijn profeten bewerkt en de bijl waarmee Hij ons door middel van Zijn dienaars behouwt om ons tot een wel-toebereid volk te maken. ‘Het is als het ware de vorm en het voorbeeld, dat het levendige beeld van Christus bezit, waarin de Heere ons als het ware giet, om ons aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te maken…’
Ook het gebed is van groot belang. ‘Zie, wen er uzelf aan om te gaan zuchten en te klagen bij de Heere uw God. Doe dit wanneer u opstaat en als u naar bed gaat; ja, gewen daar uw hart aan, om op die manier dikwijls en telkens weer in het verborgen door schietgebeden te zuchten en te bidden tot God overdag, wanneer u aan het werk bent, of op de weg, op straat, in gezelschap, of alleen….’ Ook raadt Teellinck aan om nauwlettend acht te slaan op Gods voorzienig handelen in ons leven.
Teellinck eindigt zijn boekje met aansporingen en vermaningen om onze vernieuwing bovenal ter harte te nemen bij de intrede van het nieuwe jaar. Hij staat stil bij Gods lankmoedigheid, waardoor we nog tot dit moment gespaard werden, de onzekerheid van het leven, de onbeduidendheid van de dingen van het natuurlijke leven met alle beuzelingen, de vreselijke ellende van allen die onvernieuwd leven en sterven, en de gelukkige staat van alle door de Heere vernieuwden.
‘Dus staat dan dit vast, dat hoe langer wij de vernieuwing van onszelf uitstellen, wij des te meer in oude zonden verstrikt raken, en des te meer ook de Heere onze God, Die ons alleen nieuw maken kan, tergen en vertoornen, en wij bijgevolg des te moeilijker tot de vernieuwing van ons gemoed zullen kunnen geraken; waartoe wij nochtans móeten geraken, zullen wij niet in de hel komen en zullen we ooit in de hemel komen.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's