Zijn naam moest er nog bij
Mozes, de man Gods, heeft de kortstondigheid van het menselijk leven (van óns leven!) zo ernstig beschreven in Psalm 90: ‘Want het wordt snellijk afgesneden en wij vliegen daarheen’. Wij vliegen daarheen!
Denkend over de kortstondigheid van ons leven, kwam een aangrijpend voorval in mijn gedachten. Het is een goede gewoonte om in de kerkdienst van oudjaar de overledenen uit de gemeente te memoreren en de achtergebleven familieleden te gedenken in het gebed. Het geeft veel indrukken om de namen en de leeftijden van hen die ons zijn ontvallen (opnieuw) te horen. Waarna een psalm van rouw en troost, bijvoorbeeld Psalm 103:8 en 9, door de gemeente (staande) wordt gezongen.
Vele jaren geleden mocht ik als ouderling de gemeente van Zoetermeer dienen. De zondagavond vóór de oudjaarsdienst, die op dinsdag zou zijn, gaf de scriba mij een brief. Hij zei: ‘Jij moet de preek lezen op oudjaarsavond. Hier heb je alvast de lijst met de overleden gemeenteleden, die ik heb klaargemaakt’. Op maandagmiddag ging de telefoon. Een broeder uit de kerkenraad belde: Ontzettend, heb je het gehoord, onze scriba is overleden! Bij de kassa van een supermarkt werd hij onwel en hulp mocht niet meer baten. Hij is niet meer! Allerlei gedachten gaan er dan door je heen. Hij was nog niet zo oud. Wat een slag voor zijn vrouw en gezin. Wat een roepstem voor de gemeente. Wat een droefheid en gemis als we zo plotseling onze geliefden verliezen, ook al mag er een treuren zijn niet zonder hoop. Ik pakte de lijst met de overlede nen, die hij mij nog gegeven had, en ik schreef zijn naam erbij. Ook hij zou worden afgelezen de volgende avond.
Ethan, de Ezrahiet, zong in de tempel: ‘Gedenk, o HEER’, hoe zwak ik ben, hoe kort van duur; het leven is een damp; de dood wenkt ieder uur. Zou ’t mensdom dan vergeefs op aarde zijn geschapen? Wie leeft er, die de slaap des doods niet eens zal slapen?’
We mogen een nieuw jaar beginnen, Anno Domino 2024. We weten niet wat de toekomst ons zal brengen. Eén ding is zeker: de mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers zullen in de straten omgaan. Memento mori. De mens, jong of oud, rijk of arm, kerkelijk of onkerkelijk, reist naar een eeuwige bestemming. Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood. Welgelukzalig, als ik hier mijn doodsvonnis leerde aanvaarden. Als ik door de Geest van Christus hier leerde sterven aan de wereld, aan mijn eigengerechtigheden, aan mijn eigen leven, om het leven door het geloof te zoeken en te vinden in Jezus Christus.
‘Die Mij vindt, vindt het leven’. Dan is sterven een afsterven van de zonden. Dan is sterven eeuwig erven. Zalig als onze naam staat geschreven in het boek des levens des Lams (Luk.10:20) Dogmatisch kan het niet, maar blijf toch bedelen: ‘Heere, schrijf mijn naam er nog bij, want ik kan U niet missen’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's