Zonder Ons Niet Volmaakt
En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen, alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. Hebreeën. 11:39-40
Dat wij een weinig meer bemoedigd onze weg bewandelen mochten. Ik denk aan een oude vriendin, die ik zo menigmaal in haar bitter leed hoorde zeggen: ’Ik mag mijn kruis zo vrolijk dragen’. Zie, dat is de vrucht van de oefening des geloofs, dat wij ons kruis vrolijk dragen. Maar het is er zo vaak verre van. De geringste tegenheid, de smaad- en lastertaal van de vijand, of wat ook voorts ons in de weg kan zijn, hoe gering en nietswaardig in zich-zelf, doet ons meermalen verdrietig en ontmoedigd nederzitten. En toch, hoe menigmaal heeft de Heere in onze wegen getoond dat bij Hem verlossingen zijn zelfs tegen de dood. Hij, Die uit zes benauwdheden redde, zal in de zevende niet doen omkomen. De wolk der getuigen die wij rondom ons hebben liggende, is het bewijs. Om Gods Kerk te vertroosten en te bemoedigen, heeft het de Heilige Geest behaagd, door Paulus op Zijn uitverkorenen te wijzen, die door het geloof getuigenis hebben verkregen. Dat dit ons tot een voortdurende sterkte zou zijn, en moge de Heere dit hernieuwd getuigenis voor deze of die van Zijn bedrukte kinderen zegenen tot losmaking van hun banden.
Hoe groot ook het voorrecht der getuigen was, zij ‘hebben de belofte niet verkregen’. In deze woorden beschrijft de apostel het grote onderscheid tussen het Oude en Nieuwe Testament. Dat onderscheid is kort uitgedrukt dit, dat de Kerk van het Oude Verbond leefde onder de belofte, en die van het Nieuwe Testament in de vervulling. Want, als Paulus schrijft dat de ‘ouden’ de belofte niet verkregen hebben, dan ziet hij op hetgeen beloofd was, op de vervulling. Niemand kan toch ontkennen dat God de belofte van Christus gegeven heeft van den beginne aan. Reeds in het paradijs beloofde God het Vrouwenzaad Dat satan de kop vermorzelen zou. En steeds duidelijker en krachtiger is de belofte van de Messias herhaald. Steeds nader is de komst van Christus aangewezen.
Eerst uit geheel het geslacht des mensen; straks uit Sem, een van de drie zonen van Noach. Abraham wordt de drager der belofte en in Izak zal het Zaad genoemd worden. Uit Juda’s stam zal Davids geslacht de Messias voortbrengen. Op de belofte van de komst des Heeren was het oog der gelovigen gevestigd. Naar Hem hongerde en dorstte hun ziel, gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen. Men moet wel totaal van de Schrift vervreemd zijn om te ontkennen dat aan de vaderen in het Oude Verbond de belofte van Immanuël geschonken was. Maar al hadden zij de belofte ontvangen, het beloofde heil hebben zij niet verkregen. Zij hebben de dag des Heeren niet gezien.
Het is de wederlegging niet waard wat sommigen van deze woorden gemaakt hebben, als zou aan de gelovigen onder het Oude Verbond de belofte der eeuwige zaligheid zijn onthouden, en dat de door hen verkregen beloften alleen golden voor dit leven, dus voor verlossing van tijdelijke vijanden. Het is opmerkelijk dat de bestrijders van de verlossing door Christus’ bloed geheel de zaligheid voor Gods volk wegnemen. Het kan ook niet anders. Dat mag onze aandacht niet ontgaan. Tot op de huidige dag worden velen hierdoor gekenmerkt.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023
De Saambinder | 24 Pagina's