Zwart en wit

Gevoelswaarde

Als student hadden we - in driedelig zwart - op de zaterdag voor Pinksteren het Evangelie uit Handelingen 2 geprobeerd aan de harten van de kinderen te leggen. Het was aan het Afrikaanderplein in Rotterdam-Zuid, waar de kinderevangelisatie nog steeds mag plaatsvinden. Een donker mannetje kwam na afloop naar ons toe: ‘Bent u rijk?’ Wat verrast, klonk mijn wedervraag: ‘Waarom denk je dat?’ Toen kwam het onverwachte antwoord: ‘U ziet er zo deftig uit!’ We hebben natuurlijk toen nog iets proberen te zeggen over de rijkdom in het hart, als de Heilige Geest daar gaat werken… Zwart wordt in het westen algemeen geassocieerd met de dood en droefheid.

Er is discussie of het eigenlijk (net als wit) wel een kleur is. Maar de klank heeft in onze taal altijd iets negatiefs. Zo spreken we over een ‘zwartkijker’ en ‘een zwarte dag’. De Bijbel speekt inderdaad over zwarte rouwkleding. We wijzen op de derde boetpsalm, Psalm 38 vers 7: ‘Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart’. De kanttekening (10) laat ons weten: ‘Dit kan men duiden op de uiterlijke rouwtekenen in kleding, en den inwendigen rouw des harten. Of: zwart, ziende op de mismaaktheid van zijn lichaam vanwege zijn ziekte’.

Psalm 35 vers 14 spreekt van hetzelfde gebruik: ‘Ik ging steeds alsof het een vriend, alsof het mij een broeder geweest ware; ik ging gebukt in het zwart, als een die over zijn moeder treurt’. Ook daar vinden we een verklarende opmerking in de kantlijn: ‘Dat is, in het zwart gekleed, als de rouwdragenden gewoon zijn te doen’ (24).

Witte kleding is een teken van vreugde. Ook dat gaat terug op de Heilige Schrift. De wijze Sálomo roept in Prediker 9 vers 8 op: ‘Laat uw klederen te allen tijde wit zijn, en laat op uw hoofd geen olie ontbreken’. Kanttekening 32 leert ons: ‘Dat is, zijt vrolijk. Hiervan was eertijds een teken, dat men zuivere witte klederen droeg en het hoofd met welriekende olie zalfde’.

Omdat ‘wit’ ook wijst op reinheid en heiligheid (denk aan de witte priesterkleding), zijn er weleens bezwaren geuit om als ‘onreine’ bruid zo gekleed te gaan. Terwijl vanouds een dopeling een lang wit gewaad kreeg als teken van wassing en reiniging en heenwijzend naar de werkelijke reiniging door Christus’ bloed en Geest.

Geloofsgetuigenis

De Heere geve dat we niet blijven steken in de gevoelswaarde en/of discussie rond de uiterlijke kleding bij rouw en trouw. Onuitsprekelijk rijk zou het zijn als we aan deze zijde van het graf met de dichter van Psalm 51 vers 9 gaan bedelen: ‘Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw’. Want gewassen zondaren mogen weleens geloven dat er een ogenblik komt dat die heerlijke werkelijkheid uit Openbaring 7 vers 14b en 15 aanbreekt: ‘Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor den troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Die op den troon zit, zal hen overschaduwen’. Lezer(es), is dat uw toekomst?

Heb jij/hebt u ook een vraag?

Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijkaltijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder. Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen