Geslagen

Het woord ‘geslagen’ heeft ons in deze lijdensweken veel te zeggen. Als we de laatste dag van Jezus’ leven op ons laten inwerken, kreeg de Heere Jezus heel wat slagen. Hij werd tijdens de vergadering van het Sanhedrin op Zijn mond geslagen (Joh. 18:22). Deze mond die niets ‘dan loutere wijsheid’ had verteld. Hij werd op Zijn rug geslagen. Hij onderging de wrede geseling door brute Romeinse soldaten. Het was vervulling van de profetie. ‘Ploegers hebben op mijn rug geploegd’ (Ps. 129:3).

Hij werd op Zijn hoofd geslagen toen ze de spot met Hem dreven en Hem aanbaden als een koning. De doornenkroon werd met een rietstok in Zijn hoofd geslagen (Matth. 27:30). Ze hebben de Heere Jezus aan het kruis geslagen. De nagels door Zijn handen en voeten gedreven. Opnieuw werd een profetie vervuld: ‘Zij hebben Mijn handen en voeten doorgraven’ (Ps. 22:17b).

Jezus’ ziel werd geslagen. Bij alle intense lichamelijke pijn leed Hij in Zijn ziel het meest. Hij werd geslagen van mensen. Wat meer en dieper is: Hij werd ‘geslagen’ door Zijn Vader. Verworpen van mensen, verlaten door Zijn God. Wie het vatten kan, die vatte het.

De profeet Zacharia heeft geprofeteerd van de geslagen Herder (Zach. 13:7). Het ‘evangelie’ van Jesaja brengt het als volgt onder worden: ‘Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was’ (Jes. 53:4)’.

Wat heeft deze boodschap bij jou uitgewerkt?

Leestip: Mattheüs 26:59-68

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen