De jongste dag: een indrukwekkende dag
Daar staan de miljarden voormalige wereldburgers op de wolken van de hemel. Plots is er een geluid dat langzaam aanzwelt. Een allesoverheersend geluid. Welk geluid? De Schrift noemt het ‘gedruis’.
Dit woord ‘gedruis’ wordt soms gebruikt voor het geluid van een enorme waterval, soms als het geluid van een enorm onweer. Alle blikken zullen zich wenden naar de plaats waar het machtige geluid vandaan komt…
We lezen dit in 2 Petrus 3:10: ‘Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden’ (lees ook de kanttekeningen). De hemelen en de aarde zullen voorbijgaan. Ze zullen ‘voorbijgaan’. Dat is: langs iets gaan, een daad die enige tijd duurt. Dit zal een enorm gezicht zijn. Majestueus. Moeten we hier denken aan de woorden van Christus Zelf uit Mattheüs 24:29? Dat zou heel goed kunnen, hoewel bijvoorbeeld Matthew Henry een ‘zinnebeeldige betekenis’ aan dit tekstwoord geeft.
Inferno van vuur
De aarde, de zon, de maan, de sterren, ze zullen allemaal in een inferno van vuur aan ons oog voorbijtrekken. Hoe weten we dat deze zaken plaatsvinden, terwijl wij op de wolken van de hemel staan? Ook dat is niet zo moeilijk: ‘En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer’ (Openb. 21:1). Hoe kan er een nieuwe aarde komen
Hoe kan er een nieuwe aarde komen als daar mensen op leven? Nee, wij zullen dan elders zijn. Op de wolken. Op de zwartgeblakerde aarde zal een nieuwe schepping zijn. Hoe en wat weten wij niet goed. Zal God ineens scheppen, zoals bij de scheppingsdagen? Of zal de nieuwe schepping zich niet kunnen ontpoppen tijdens die enorm lange tijd waarin alle mensen geoordeeld worden voor Gods rechterstoel? Trouwens, er is dan geen tijd meer. Dan zullen wij ervaren wat Mozes zegt in Psalm 90:4: ‘Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake’.
Laten we terugkeren naar de wolken waarop wij staan zullen. De aarde, de planeten, de sterren, ze zullen in het enorme gedruis langs ons heentrekken. Terwijl wij op de wolken van de hemel zijn, zullen we een inferno van vuur over de aarde zien gaan. Alles wat op de aarde is, zal door het vuur verbrand worden. Daar moet u eens over nadenken! De huizen waarin we wonen, zullen verteerd worden door vuur. Uw keurig aangelegde tuin, uw meubels, uw zuurverdiende auto, jullie speelgoed, alles waar we ons zo druk over gemaakt hebben in dit leven, het zal door het vuur worden verteerd. Alle dikke dossiermappen die ons uren en uren hebben gekost, alle contracten, boeken, alles… Er blijft niets van over. Alleen een zwartgeblakerde massa, een zwartgeblakerde aarde.
Ook de hemelen
Er gebeurt nog meer. Niet alleen de aarde zal door vuur gezuiverd worden, ook de hemelen. Nee, niet de woonplaats van Gods heerlijkheid. Een vuur zal door de dampkring gaan, een vuur door het heelal. Wij kunnen ons daar geen voorstelling van maken.
Eén ding weten we wel. Het zal een vreselijk gezicht zijn voor de onbekeerden. Ze zien iets van wat hen te wachten staat. Immers, ze zullen voor altijd in de poel des vuurs geworpen worden. O, heerlijk zal het zijn voor Gods kinderen: ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’! God gaat scheppen. Hij zal nieuwe hemelen en een nieuwe aarde scheppen. De zwartgeblakerde aarde zal weer vol worden van de heerlijke schepping Gods. Alles zal weer zuiver worden, zal weer heerlijk worden, zoals wij het nooit gekend hebben. Een vreselijk gezicht voor de goddelozen. Nimmer zullen zij die nieuwe aarde betreden. Nimmer zullen zij de nieuwe hemelen aanschouwen. Nooit zullen zij die met één zonde kunnen bevlekken. Ze zal geheel zuiver blijven.
Heerlijk gezicht voor de gezaligden. Een aarde waar de gevolgen van onze zonden geheel uitgewist zijn! O, heerlijk uur. O, Goddelijke kracht. O, Goddelijke majesteit! Woorden schieten tekort om uit te drukken hoe dit alles zijn zal. We zullen moeten zeggen met de koningin van Scheba: En zie, de helft is mij niet aangezegd (1 Kon. 10:7).
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's