Sabbatsjaar
In Israël is van 7 september 2021 tot 24 september 2022 - het Joodse jaar 5782 - het sabbatsjaar (shmita). Dan laten tal van Israëlische boeren hun akkers een jaar lang vrijwillig braak liggen. Akkers liggen er dan verlaten bij. Op grote borden geven sommige boeren aan dat zij zich houden aan het sabbatsjaar.
Het voorschrift om eens in de zeven jaren het land braak te laten liggen staat in Leviticus 25. Daar geeft de HEERE bij de berg Sinaï aan Mozes een opdracht. Hij moet de kinderen Israëls zeggen dat, als zij gekomen zijn in het beloofde land, ze het land een jaar moeten laten rusten. Dat moet na elke zes jaren worden herhaald.
Volgens de Joodse traditie hebben de Israëlieten niet meteen het eerste jaar van hun aankomst in Kanaän het sabbatsjaar gehouden, maar hebben zij eerst zes jaren het land bebouwd en toen een sabbatsjaar gehouden.
Overigens, al eerder (in Exodus 23:10-11) gaf God de opdracht het land in elk zevende jaar te laten rusten. Daar wordt ook het doel van het sabbatsjaar aange- wezen: de armen en de dieren moeten dan van het veld kunnen eten. Iedereen mag dan eten van wat er vanzelf opkomt. In Leviticus wordt nog een hoger doel genoemd: de rust die het land krijgt, geldt als een sabbat voor de HEERE (Lev. 25:2b). Vandaar de aanduiding van het zevende jaar als: sabbatsjaar.
Gemis inkomen
Deze vrijwillige gehoorzaamheid aan het gebod van God betekende voor de Joodse boer het gemis van een jaarinko- men. Want volgens de rabbijnen was het de bedoeling dat een boer dat jaar niets verdient aan zijn land. Over dat gemis aan inkomen behoefde men zich geen zorgen te maken, had de Heere gezegd. Hij zegde toe dat Hij in het jaar voorafgaande aan het sabbatsjaar op een bijzondere wijze zal voorzien. In het zesde jaar zal het land de inkomst, de oogst voor drie jaren voortbrengen. Zowel voor het zesde, als het zevende, het sabbatsjaar, als voor het achtste jaar. In het achtste jaar mag er immers pas weer worden gezaaid.
Calvijn
Zoals de mensen en het vee op de zevende dag, de sabbat, moesten rusten, zo stelde God het zevende jaar vast voor de rust van het land. Calvijn merkt op dat God deze rust niet aanwees omdat het nood- zakelijk was, daar Hij in het zesde jaar de kracht van Zijn zegen verdubbelde, maar opdat overal de heiligheid van de sabbat zou schitteren en de kinderen Israëls meer aangemoedigd zouden worden tot het waarnemen ervan, als zij naar het land keken. Ook wijst hij erop dat, omdat met name de armen dan van het land mochten eten, de eis tot weldadigheid werd benadrukt.
Rentmeesters
Het braak laten liggen van grond is een methode van duurzaam landbeheer die al eeuwen wordt gebruikt door boeren in regio’s van de Middellandse Zee, Noord-Afrika, Azië en andere plaatsen. Het doel is dat het land tot rust komt en kans krijgt om te regenereren. Ik ga verder aan deze landbouwkundige motie- ven voorbij.
Voor ons van belang is dat het voorschrift en de daaraan verbonden zegen van de Heere erop wijzen dat het land Hem toebehoort en dat de oogst van Hem afhankelijk is. Hij kan in één jaar zodanige opbrengst geven dat er toch in andere jaren voldoende eten is voor mens en dier. Vruchtbare en onvruchtbare jaren komen niet bij geval, maar worden ons door Zijn vaderlijke hand toegeschikt (Zondag 10, Heidelbergse Catechismus). We zijn slechts rentmeesters. Ook van het beheer van het land moet eenmaal rekenschap worden gegeven. Zijn we ermee omgegaan zoals de Heere dat van ons vroeg? Hebben we daarbij het oog gehad op de Eigenaar van alles? Is daarbij het aspect van de barmhartigheid aan de orde geweest?
Rust
Een nog belangrijker aspect is dat, zoals de wekelijkse sabbat, ook het sabbatsjaar wijst op een andere rust. De wet van Mozes heeft een schaduw van de toekomende goederen (Hebr. 10:1). Het sab- batsjaar ziet vooruit naar de rust die er overblijft voor het volk van God (Hebr. 4:9). Het is een schaduw van de hemelse heerlijkheid die aan Johannes op Patmos werd geopenbaard toen hij een stem uit de hemel hoorde, die tot hem zei: ‘Schrijf, zalig zijn de doden die in den Heere ster- ven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen’ (Openb. 14:13).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022
De Saambinder | 20 Pagina's