Bezaaid en onbezaaid
Ds. Labee over:
De uitdrukking klinkt regelmatig: ‘De Heere volgen door bezaaide en onbezaaide we- gen’. Waar komen deze woorden vandaan en wat is de geestelijke betekenis?
Bezaaid land
De herkomst van deze woorden is ons niet precies bekend, maar we vermoeden dat het afgeleid is van diverse Schriftplaatsen uit het Oude Testament. En onze lezers moeten zelf maar oordelen of we daarmee geheel recht doen aan het Woord van God… We lezen bij de profeet Jeremía: ‘Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeg- gende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij Mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid land’ (Jer. 2:2).
De betekenis van dat ‘onbezaaid’ land lezen we in hetzelfde hoofdstuk, in vers 6: ‘En zeiden niet: Waar is de HEERE, Die ons opvoerde uit Egypteland, Die ons leidde in de woestijn, in een land van wildernissen en kuilen, in een land van dorheid en schaduw des doods, in een land waar niemand doorging en waar geen mens woonde?’ De Heere herinnert het volk aan de weldadigheid die Hij hun daar, in dat onbezaaide land, bewezen had. Was het niet Zijn leiding van het volk door de woestijn? Veertig jaar lang, met de wolk- en vuurkolom, waar Hij ze al die jaren in dat onbezaaide land niet alleen op wonderlijke wijze van spijze en drank had voorzien, maar hun ook Zijn inzettingen gegeven had door Mozes, Zijn knecht.
Als we dicht bij de Heilige Schrift willen spreken, kunnen we dus stellen dat Israël - eens letterlijk en alle ‘ware’ Israëlieten geestelijk - over ‘bezaaid en onbezaaid’ land is getrokken. Bij dat ‘bezaaid’ mogen we dus denken aan ‘bewoond’ gebied waar voedsel en water te verkrijgen was en waar sprake was van ‘her- kenbare’ wegen. Onbezaaid land staat symbool voor de ‘huilende wildernis’, waar obstakels en hindernissen waren voor reizigers.
Een dorre woestijn of onherbergzaam berggebied, zonder voedsel en zonder water.
In het spraakgebruik is men deze Bijbelse uitdrukking gaan verwarren met de ‘gebaande wegen’ van Jesaja 11 vers 16a: ‘En er zal een gebaande weg zijn voor het overblijfsel Zijns volks, dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als Israël geschiedde ten dage toen het uit Egypteland optoog’. Of men verbindt het aan de berijmde Psalm 84 vers 6, waar we zingen: ‘Die kiest de welgebaande wegen’. Kanttekening 10 schrijft daarbij: ‘Dat is, die met hartelijke begeerte verlan- gen te gaan op de wegen dewelke naar den tabernakel leiden, die van de vromen veel betreden worden, of: die den weg der geboden Gods met lust voor ogen hebben’.
Bedoelde zaak
Intussen zal het geestelijke onderwijs wel duidelijk zijn geworden. Matthew Henry (1662-1714) schrijft er onder meer dit van in de uitleg op Jeremía 2: 'Want God wil Zijn volk leren langs onbegane wegen te treden, alleen te wonen en afgezonderd te zijn. De moeilijkheden van de weg zijn er dus op bere- kend om de macht en de goedheid van God te verheerlijken, Die ondanks alles hen het einde van de reis veilig doet berei- ken. Geheel Gods geestelijk Israël moet diep zijn verplichting aan God gevoelen voor Zijn veilig geleide door de woestijn van deze wereld, die voor de ziel niet minder gevaarlijk is dan de andere was voor het lichaam'.
In een oude levensgeschiedenis schrijft Kaatje van der Wekken (1813-1885): ‘O mijn geliefde vriendin, de Heere besture mijn en Uw hart om Hem alleen te volgen waar Hij met ons ook wil, zowel door 't onbezaaide als bezaaide. Dat Hij ons dan bij de hand vatte om ons langs Zijne wegen te leiden, want wij zijn van nature zulke wederspannige kinders, wij willen niet wat de Heere wil, hoewel dat ons niets baat, want wij moeten toch voort door de woestijn van deze wereld; want wij hebben hier, o waardige vriendin, geen blijvende stad, het is hier het land der ruste niet, alleen bij de Heere is rust voor het arme zondaarshart. Zoveel als de Heere nu de ziele bij Hem, als in de ware arke der behoudenis geeft te rusten, is het ook alleen waarlijk rustig. Dat zal wel, denk ik, de ondervinding zijn van al het arme verbondsvolk, die arm zijn in zichzelven, arm in deugden, arm ook in gerechtigheid, maar rijk, zeer rijk zijn in hun God’.
Vraag?
Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.
Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.
Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2022
De Saambinder | 16 Pagina's
