DS. P. MULDER NEEMT AFSCHEID VAN TRICHT-GELDERMALSEN
Na een periode van bijna acht jaar heeft ds. P. Mulder op zondagavond 21 maart afscheid genomen van de gemeente Tricht-Gelder- malsen. Hij bediende het Woord van God uit 1 Petrus 5:10 en 11: ‘De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fundere ulieden. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen’. Het thema van de preek luidde: Petrus’ afscheidsbede. Achter- eenvolgens werd stilgestaan bij:
1) Petrus ziet de gemeente,
2) Petrus wenst doorwerkende genade, en
3) Petrus bedoelt de heerlijkheid Gods.
In de eerste plaats ziet Petrus de gemeente, christenen die als een minderheid leven in de verstrooiing. Zij worden achtergesteld en mogelijk zelfs vervolgd. Deze gemeente lijdt. Lijden kan verbondenheid met elkaar geven, maar soms ook mensen uit elkaar drijven. De oorzaak van alle lijden is de zonde. Werden we daar al bij bepaald? Toch is er een plaats bij de Heere voor de gemeente, voor ieder mens in lijden, vanwege Zijn Christus. Mogen wij al door lijden geheiligd worden? Om de Heere te zoeken, of na ontvangen genade Zijn heiligheid deelachtig te worden, meer gericht te zijn op de eeuwige toekomst? Gods kinderen zijn in hun leven geroepen tot heerlijkheid (vers 10). Er ligt zoveel heerlijk- heid in het dienen van de Heere; dat alleen geeft ware blijdschap en vrede. Gods Kerk zal eenmaal met Hem zijn en Hem zien gelijk Hij is.
Vervolgens wenst Petrus de gemeente doorwerkende genade toe. De Heere is een God van alle genade. Hier wordt in het bij- zonder de zaligmakende genade in Christus bedoeld. Die openbaart zich in het werk van de wedergeboorte en de kennis van Christus als Profeet, Priester en Koning. De apostel wenst de gemeente toe dat de Heere haar volmake: alleen wat leeg is, kan volgemaakt worden, zo is het in het leven der genade; dat Hij haar bevestige: om vast te maken wat wankelt en bestreden wordt; dat Hij haar versterke: de Heere versterkt wat zwak is, zodat Gods Kerk met Paulus mag zeggen: ‘Als ik zwak ben, dan ben ik machtig’; en dat Hij haar fundere: er moet gegraven en verdiept worden, opdat onze voeten op de Rots Chris- tus gesteld mogen worden.
Ten slotte bedoelt Petrus in zijn afscheids- bede de heerlijkheid Gods. Wij bedoelen van nature Gods eer niet meer. Daarvoor echter is Christus gekomen; Hij heeft God verheerlijkt. In het leven van Zijn Kerk wordt Zijn kracht in zwakheid volbracht. Niet door (onze) kracht, noch door geweld, maar door Zijn Geest zal Zijn werk geschieden. Haast u, spoed u dan tot Hem Die gereedstaat om zondaren te ontvangen. De tekst eindigt met dezelfde woorden als van het Onze Vader: Hem zij de kracht en de heerlijkheid tot in der eeuwigheid. Amen.
Na de preek richtte ds. Mulder zich in een persoonlijk woord tot kerkenraad en gemeente. Bijna acht jaren mocht hij in het midden van de gemeente een goede plaats er- varen, aanvankelijk samen met zijn geliefde vrouw die hem na tien maanden ontviel. Ook mocht er geestelijke verbondenheid ervaren worden. De Heere gedenke de gemeente en de kerkenraad in Zijn genade.
Vervolgens werd ds. Mulder toegesproken door ds. W. Visscher namens de classis Utrecht en de particuliere synode Noord- west, en door ouderling B. Stam namens kerkenraad en gemeente. Daarna werd hij toegezongen uit de Morgenzang : 3 en 4 en legde hij voor de laatste maal als eigen her- der en leraar de zegen op de gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
