De zaligsprekingen [5]
De zaligheid in het verschiet
‘Zalig zijn de armen van geest’ Mattheüs 5:3
Ik zou aantonen dat de gelukzaligheid niet in uitwendige dingen is gelegen.
Het derde bewijs
Dat wat slechts voor een tijd is, kan iemand niet echt gelukkig maken. Integendeel, alles onder de zon is slechts voor een tijd, en daarom kan het niet rijk maken met het ware geluk. De ondermaanse genietingen zijn als voedsel waarvan we zeggen dat het een poosje in zwang is.
Dan krijgen we er algauw genoeg van en is er geen vraag meer naar. De wereld gaat voorbij (1 Joh. 2:17). De genietingen van de wereld heb- ben vleugels. Je kunt ze vergelijken met een zwerm vogels in de tuin; ze blijven een poosje, maar als je dichtbij komt, vliegen ze op en zijn ze weg. De rijkdommen maken zich vleugels, gelijk een arend die naar de hemel vliegt (Spr. 23:5). Ze zijn als een vallende ster die fel gloeit, maar uiteenvalt en in het niets verdwijnt.
Rijkdom en eer gaan altijd snel voorbij. Ze gaan voorbij als een snelle stroom, of als een schip dat met volle zeilen vaart. Terwijl ze bij ons zijn, verlaten ze ons alweer.
Het vierde bewijs
De dingen die meer ergeren dan troosten, kunnen iemand niet echt gelukkig maken. Dat is evenwel alles onder de zon en daarom kan het echte geluk er niet mee verbonden zijn. Zoals rijkdommen worden vergeleken met wind (Hos. 12:2), om de ijdelheid ervan te laten zien, worden ze ook met doornen (Matth. 13:22) vergeleken, om de ergernis ervan te tonen. Doornen zijn niet méér geschikt om onze kleren te scheuren dan rijkdommen om ons hart te scheuren. Er zijn doornen in het vergaren; ze steken door de bezorgdheid. Ze doorsteken niet alleen het hoofd door de zorg om ze te verwerven, maar ze verwonden ook het hart door de vrees ze te verliezen.
Het vijfde bewijs
De dingen die - als we niets anders hebben - ons tot een vloek zullen worden, kunnen ons niet echt gelukkig maken. Als we alleen maar de dingen van de wereld genieten, zullen die ons tot een vloek zijn, en dan is het er verre van dat ze ons echt gelukkig maken. Rijkdom wordt door zijn bezitters bewaard tot hun eigen kwaad (Pred. 5:12). Rijkdom is voor de goddeloze brandstof voor de hoogmoed: ‘Uw hart verheft zich vanwege uw vermogen’ (Ez. 28:5). Rijkdom is brandstof voor de begeerte: ‘Als Ik hen verzadigd heb, zo bedrijven zij overspel’ (Jer. 5:7). Rijkdom is een valstrik: ‘Doch die rijk willen worden, vallen in verzoe- king en in de strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang’ (1 Tim. 6:9). Wat zijn er velen die hun ziel hebben afgebroken om een bezit op te bouwen!
Waarin de gelukzaligheid wél bestaat
Nadat ik heb laten zien waarin de gelukzaligheid niet bestaat, zal ik nu laten zien waarin zij wel bestaat. De gelukzaligheid bestaat in het genieten van het hoogste goed.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
![De zaligsprekingen [5]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2021/02/04/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Saambinder | 20 Pagina's